Handreiking decentrale regelgeving klimaatadaptief bouwen en inrichten
Deze handreiking heeft als doel om aan de hand van concrete voorbeelden te laten zien wat er binnen decentrale regelgeving mogelijk is voor klimaatadaptief bouwen en inrichten.
Het Nederlandse klimaat verandert. Het weer vertoont meer extreme regenval, hardere stormen, grotere periodes van droogte en hitte. Ook stijgt de zeespiegel en zijn de seizoenen verstoord (zachtere winters en hete zomers). De kans op hittegolven, wateroverlast en overstromingen neemt toe.
Onder klimaatadaptatie wordt verstaan: het tijdig en effectief aanpassen aan het actuele of verwachte klimaat. Daardoor kan schade door klimaatverandering beperkt worden. Volgens de Wereldbank is investeren in klimaatadaptatie bovendien een uitstekende businesscase. Met een kosten-batenverhouding van 2:1 tot 10:1 zijn de kosten voor adaptatie aanzienlijk lager dan de kosten van de aanpak van de gevolgen van klimaatverandering met een business-as-usual-aanpak.
De Rijksoverheid bevordert klimaatadaptatie via 2 programma’s: het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie en de Nationale Adaptatiestrategie. In deze programma’s wordt samengewerkt met waterschappen, provincies en gemeenten. Binnen deze programma’s zijn de volgende vragen gesteld:
- door middel van welke (bouw)regelgeving kan klimaatbestendige inrichting bevorderd worden?
- hoe kan voldoende ruimte voor maatwerk geboden worden voor regionale verschillen en specifieke omstandigheden?
Het huidige wettelijke stelsel bevat veel mogelijkheden om klimaatadaptief bouwen en inrichten juridisch te borgen. Met name gemeenten kunnen al heel veel vastleggen en “regelen” in hun beleid en ruimtelijke plannen. In de praktijk wordt hier echter nog maar weinig gebruik van gemaakt. Dat komt onder andere omdat de kennis over wat juridisch wel en niet mogelijk is, niet altijd aanwezig is. Daarom heeft de werkgroep het initiatief genomen om deze handreiking over decentrale regelgeving bij klimaatadaptief bouwen en inrichten uit te werken.