Nieuw verdeelmodel beschermingsmiddelen
Minister Martin van Rijn (Medische Zorg) heeft vandaag in overleg met partijen uit de zorg een nieuw verdeelmodel vastgesteld voor mondmaskers. In het nieuwe model gaat het niet om een verdeling over de zorgsectoren, maar om een verdeling op basis van besmettingsrisico’s voor zorgverleners. Als er nieuwe mondkapjes beschikbaar komen uit inkoop of eigen productie gaan die naar plekken waar ze het meest nodig zijn. Dat zijn zorgverleners in het ziekenhuis, maar evengoed zorgverleners in verpleegtehuizen en op andere plekken waar Corona-patiënten intensief worden behandeld.
Minister Martin van Rijn: “Ik begrijp de zorgen over de beschikbaarheid van beschermingsmateriaal onder het zorgpersoneel goed. Deze mensen werken dag en nacht onder soms moeilijke omstandigheden. We zetten daarom alles op alles om hen veilig hun werk te kunnen laten doen. Met het nieuwe verdeelmodel kunnen we gerichtere bescherming bieden aan het personeel.”
Besmettingsrisico
Tot nu toe was de verdeling van middelen sterk gebaseerd op het uitgangspunt dat patiënten vooral in de acute zorg terechtkomen. Deze insteek past niet bij de huidige situatie waar sommige verpleeghuizen en GGZ-instellingen speciale afdelingen vrij moesten maken omdat personeel niet goed was beschermd. Dit vraagt om een betere verdeling. In de nieuwe systematiek gaat het niet zo zeer om een verdeling over sectoren, maar om een verdeling op basis van besmettingsrisico’s in bepaalde behandelsituaties. Voor het besmettingsrisico voor personeel en cliënten maakt het immers uit hoe risicovol de behandeling is en hoeveel contact er is. Afgesproken is dat waar dezelfde risico’s zijn ook dezelfde bescherming nodig is en beschikbaar moet zijn. Deze inzichten worden gecombineerd met gegevens van het aantal besmette personen op wie die handeling betrekking heeft en de behoefte aan materialen zoals die in regionaal verband worden verzameld.
Het nieuwe verdeelmodel gaat in op maandag 13 april. In eerste instantie voor mondmaskers, later ook voor andere persoonlijke beschermingsmiddelen. Het verdeelmodel zal de komende weken worden doorontwikkeld op basis van de ervaring op de werkvloer en de adviezen van het RIVM, de GGD en het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). De partijen uit de zorg hebben vandaag ook afgesproken dat de richtlijnen van het RIVM voor het gebruik van beschermingsmiddelen nogmaals onder de aandacht worden gebracht van het zorgpersoneel. Het blijkt nu dat er soms maskers met een te hoog beschermingsniveau worden gebruikt in relatie tot het besmettingsrisico.
Alle mensen die werken in de zorg, of dat nu in het ziekenhuis, in de thuiszorg, of in het verpleeghuis is, moeten erop kunnen rekenen dat zij hun werk veilig kunnen doen. Dat betekent dat er voldoende beschermingsmiddelen moeten zijn. Maar in de hele wereld is er helaas een tekort. Samen met het bedrijfsleven en partijen uit de zorg werkt het kabinet met man en macht aan om zoveel mogelijk in te kopen. Grote hoeveelheden beschermingsmiddelen zijn besteld. Ook wordt er volop ingezet op eigen productie. Een mooi voorbeeld daarvan is de samenwerking van DSM, Afpro en Auping. Zij kunnen eind april tot wel 1 miljoen FFP2 maskers per week produceren.