Kabinet: bij geweld tegen politieagenten en hulpverleners geen taakstraf
Geweld tegen personen met een publieke taak, zoals politieagenten, brandweerpersoneel en hulpverleners, is onaanvaardbaar. Deze functionarissen handhaven de orde, treden op onder gevaarlijke omstandigheden en verlenen hulp aan mensen in nood. Niet zelden staan zij mensen bij die in acuut levensbedreigende situaties verkeren. Geweld tegen dit soort functionarissen moet dan ook stevig worden aangepakt, daar past geen taakstraf bij. Dat is de kern van een wetsvoorstel van minister Dekker voor Rechtsbescherming en minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
Het huidige taakstrafverbod voor geweld- en zedenmisdrijven wordt door dit wetsvoorstel uitgebreid naar elke vorm van geweld tegen personen in de uitoefening van een publieke taak, gericht op de handhaving van de openbare orde of veiligheid. Het gaat dan niet alleen om politiemensen, medewerkers van de brandweer of ambulance en buitengewoon opsporingsambtenaren, maar ook om andere personen met een publieke taak die tijdens hun werk met geweld te maken kunnen krijgen. Bijvoorbeeld artsen en verpleegkundigen, verkeersregelaars en gevangenispersoneel. Of een jeugdbeschermer die het gesprek aangaat met een ouder over de opvoeding van een minderjarige en een conducteur die de reiziger verzoekt een geldig vervoersbewijs te tonen. Omdat hun werk handelend optreden vereist, hebben zij niet de mogelijkheid een stap terug te doen en zichzelf in veiligheid te brengen. Zij verdienen bescherming tegen geweld.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.