Toespraak minister Grapperhaus bij de benoeming van Fred Westerbeke tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau
Beste Fred!
De omstandigheden leken samen te spannen om deze gebeurtenis onmogelijk te maken. Maar als jij in staat bent geweest om een strafzaak tegen verdachten van het neerhalen van vlucht MH-17 rond te krijgen, dan zou het mij toch moeten lukken jou daarvoor passend te bedanken? Vandaar deze uitzonderlijke setting, met slechts jouzelf, je echtgenote, Gerrit van der Burg, een van mijn medewerkers en mijzelf.
Hier hadden honderden mensen moeten en kunnen zitten. We hadden ze graag uitgenodigd en ze waren zeker gekomen. Maar de huidige Corona-crisis staat het niet toe. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het zoals het kan. Dat is de geest van deze bijeenkomst. En ik meen dat dat ook in jouw geest is.
Over wat dat precies is, de geest van Fred Westerbeke, daarover is de afgelopen weken wel enig debat geweest tussen de verschillende Westerbeke-duiders. En dan niet omdat je geen duidelijke eigenschappen zou hebben, maar juist omdat je de afgelopen jaren nogal veel uiteenlopende eigenschappen en talenten hebt getoond.
Je bent de zoon van een wijnhandelaar. Ik had je hier graag vergeleken met een mooie wijn. Maar er ontstond zelfs onenigheid over of dat rode of witte wijn zou moeten zijn. Koel en fris, de fitte atleet, altijd crispy en on the ball? Of toch rood, warm en vol, de gevoelsmens Fred Westerbeke?
Je hebt de afgelopen jaren naar verschillende kanten verschillende gezichten getoond. Je bent altijd authentiek, het zijn gewoon verschillende aspecten van je persoonlijkheid. Maar de veelzijdigheid daarvan heeft toch veel mensen gefrappeerd. Ik wil het over enkele van die aspecten hebben.
Niet iedereen heeft prettige ervaringen met je gehad. Met name in Rusland en in de Donetsk-regio lopen wat mensen rond die jouw bloed wel kunnen drinken. In je zoektocht naar de waarheid over de ramp met vlucht MH17heb je je door niets of niemand laten intimideren of tegenhouden.
Je bent ogenschijnlijk onverstoorbaar recht op je doel af gegaan: de waarheid over de toedracht en daarmee gerechtigheid voor de 298 slachtoffers en hun nabestaanden.
Desinformatiecampagnes, aanvallen op de integriteit van het onderzoek, pogingen om verwarring te zaaien, wilde beschuldigingen: alles leek van je af te ketsen.
Ik zeg ‘ogenschijnlijk onverstoorbaar’ en dat alles van je ‘leek’ af te ketsen.Want ik heb begrepen dat jij juist niet bent van de rechte lijn en de rotsvaste zekerheden. Integendeel: jij laat ruimte voor twijfel en tegenspraak, je zoekt die twijfel op en nodigt die tegenspraak uit. Die wordt dan onderzocht en zeer serieus gewogen, waar nodig wordt de koers aangepast. Met één groot voordeel: als jij dan eenmaal iets zeker weet, dan weet je het ook echt zeker. Dan is je verhaal hermetisch en vallen alle tegenwerpingen erop stuk.
Het moet moedeloos maken om jou achter je aan te krijgen. Ik zou niet rekenen op genegenheid in die kringen. Maar het zou mij niet verbazen als zelfs daar jouw naam inmiddels met ontzag werd uitgesproken.
Maar dat interesseert jou allemaal niet, dus ik hou erover op. Waarheid en gerechtigheid, daar is het jou de afgelopen 5,5 jaar om te doen geweest. Niets dan dat. In het openbaar liet je zelfs nauwelijks emotie zien. Altijd steil. Feitelijk. Afgemeten. Zakelijk. Professioneel.
Maar die emotie was er wel degelijk, zo hebben de nabestaanden geconstateerd. Al heel snel heb jij hen de belofte gedaan om alles in het werk te stellen om de waarheid te achterhalen en recht te doen zegevieren. Ook die belofte deed je weer zakelijk en professioneel, zoals je bent. Maar iedereen heeft het verzengende vuur achter die koel uitgesproken belofte gevoeld.
Alles doen: het is snel gezegd. Maar stap voor stap heb jij die belofte ook waar gemaakt. Gedurende het slepende onderzoeksproces heb je steeds grote betrokkenheid getoond bij de slachtoffers. Je was je steeds bewust van de gevoelens. Voor iedere nieuwe bekendmaking in het onderzoek zocht je contact met de nabestaanden. Bij ieder begin van onrust veegde je je agenda schoon en ging met hen om tafel. Je had altijd tijd, zeggen de nabestaanden. Zo’n uitspraak bewijst eerst en vooral jouw vermogen om vlijmscherp te prioriteren. Want tijd, dat heb jij natuurlijk al sinds 17 juli 2014 niet meer gehad. Maar voor hen wel.
De groep nabestaanden is groot en divers. Wat ze met elkaar gemeen hebben is intens verdriet om immens verlies. Ieder reageert daar op zijn eigen manier op, maar veel mensen zijn ook woedend. Zulke heftige gevoelens kunnen mensen onvoorspelbaar maken. Dat onder de nabestaanden eigenlijk altijd de rust bewaard is gebleven, moet voor een groot deel te danken zijn aan vertrouwen.
Aan vertrouwen in de overheid, hoop ik. Vertrouwen in de woorden van premier Rutte destijds, die beloofde dat de onderste steen boven zou komen.
Vertrouwen ook in het grote onderzoeksteam, dat zich vanaf het begin naar jou, hun onderzoeksleider, heeft gericht en heeft gehandeld in jouw geest: secuur, feitelijk, integer, behoedzaam maar vasthoudend en onverstoorbaar en onverbiddelijk, stap voor stap, koersend op de waarheid. En vertrouwen in jou, de verpersoonlijking, inspirator en belichaming van dat alles.
Je hebt veel mensen verrast met het kennelijke gemak waarmee je internationaal tot op het hoogste podium hebt geacteerd. Werk dat gewoonlijk is voorbehouden aan topdiplomaten. Jij lijkt het erbij te doen.Zo heb je ervoor gezorgd dat de eenheid binnen het Joint Investigation Team overeind bleef.
Het is een breed arsenaal aan vaardigheden dat je de afgelopen 5,5 jaar hebt tentoongespreid. Maar 1 van de mensen die jou goed kennen, wees er op dat dat toch ook weer niet al teveel verbazing mag wekken.De verklaring is eenvoudig: in essentie ben jij een politieman. Jouw gereedschapskist is die van de zeer goede politieagent op straat.
Ook die krijgt te maken met totaal verschillende mensen in zeer uiteenlopende situaties. Ook die moet voortdurend schakelen. Het ene moment moet hij beschermen, het volgend moment geweld gebruiken. Maar altijd moet hij in zijn rol blijven, professioneel, koel en resultaatgericht.
Het mag dan ook geen verbazing wekken dat je het politie-uniform weer aantrekt. Het zal voor jou een kleine stap zijn. Goed beschouwd heb je de afgelopen jaren je uitstekende pakken ook altijd als uniform gedragen.
Zo droeg je voor iedere gelegenheid met zorg uitgezochte, bijpassende manchetknopen. Dat mag met ingang van morgen weer voluit, van gala-uniform tot gevechtsuitrusting. Je bent topfit en voor alle onderdelen van het politiewerk geschikt bevonden, begreep ik. Ik benijd de criminelen niet.
Maar voor het zover is, gaan we de afgelopen jaren nog even nadrukkelijk markeren. Er is jou een koninklijke onderscheiding toegekend. Een hoge en zeer verdiende eer, in twee opzichten. Ten eerste, omdat het initiatief voor deze onderscheiding heeft gelegen bij de mensen voor wie jij de afgelopen jaren de grenzen van je kunnen hebt opgezocht: de nabestaanden van de slachtoffers van vlucht MH17. Je hebt voor hen gedaan wat je kon, dat hebben ze herkend en daar willen ze je voor eren. Een hogere eer lijkt mij nauwelijks denkbaar.
Dat initiatief moest vervolgens breder en voldoende ondersteund worden, zo is de procedure. Voorzitter Piet Ploeg van de Stichting Vliegramp MH17 deed 7 verzoeken tot ondersteuning de deur uit. Nog diezelfde avond had hij de eerste aanbevelingen binnen, soms zeer uitgebreid. Alle zeven reageerden meer dan positief. Ploeg heeft het daarbij toen maar gelaten. Maar hij had er met het grootste gemak vele tientallen en meer kunnen verzamelen, zegt hij.
Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft vervolgens het verzoek en jouw verdiensten besproken en gewogen en veel aanvullende informatie ingewonnen. Het beeld dat ik hiervoor schetste is het beeld dat breed over jou bestaat: een volstrekt integere en authentieke vakman die in uiterst moeilijke omstandigheden grootse prestaties heeft geleverd.
Dat heeft ertoe geleid dat Zijne Majesteit jou de volgende onderscheiding toekent: Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau.
Met het grootst mogelijke genoegen reik ik je deze onderscheiding nu uit. En ik wil je ook persoonlijk bedanken voor je enorme verdiensten.
Dank, Fred.