Toespraak van minister-president Mark Rutte bij de herdenking van minister van Staat dr. J.A. van Kemenade in de Tweede Kamer
Mevrouw de voorzitter,
Journalisten die Jos van Kemenade vroegen wat hem als minister van Onderwijs dreef, kregen soms een kort, maar veel vaker een iets langer antwoord.
Het korte antwoord was: ‘Meer mensen mondig maken.’
In die vier woorden schuilde een maatschappijvisie die hij met iets meer tekst ooit als volgt verwoordde:
‘Waar het in feite om gaat, is de mensen te leren de maatschappij te veranderen, om dat zelf te bepalen. Dat betekent zelf leren besturen – niet door mij – maar door praten, weten, doen. Wij zijn verantwoordelijk voor de democratie over twintig jaar. Zonder mondige mensen zal er geen democratie zijn. (…) Als het echt gaat om vrijheid en zelfstandigheid: dan zullen we de mensen beter moeten toerusten.’
Einde citaat.
Voor Jos van Kemenade was onderwijs hét instrument voor een democratische, open en gelijkwaardige samenleving.
Een samenleving waarin iedereen gelijke kansen krijgt.
Dat was zijn ideaal, daarin geloofde hij een leven lang; als sociaaldemocraat en als kind van zijn tijd, maar zeker ook als de eerste uit zijn familie die het tot het gymnasium en de universiteit schopte.
En hoe!
Nog in 2006, vier jaar na zijn pensionering als commissaris van de Koningin, pleitte hij in een artikel voor een tweejarige onderbouw in het middelbaar onderwijs, voor een zesjarige havo en voor het samengaan van vmbo en mbo.
Er is weinig voor nodig om daarin de echo terug te horen van de middenschool uit de jaren ’70, waarmee zijn naam voor altijd verbonden zal blijven.
De jonge onderwijssocioloog Jos van Kemenade kwam in 1973, als hooggeleerde specialist de landspolitiek in en verliet Den Haag in 1984 als generalist.
In de tussenliggende jaren was hij gepokt en gemazeld als minister, als parlementariër, als prominent lid van zijn partij en niet te vergeten als informateur in 1982.
Die laatste rol betitelde hij zelf ooit als:
‘Mijn allermooiste ervaring. Omdat ik daar werkelijk heb moeten functioneren op de toppen van mijn tenen. Intellectueel in hoge mate bevredigend.’
Het is een uitspraak die past bij het beeld dat ik ook persoonlijk van hem heb.
Want de keren dat ik hem als minister van Staat mocht ontmoeten, was ik steeds onder de indruk van zijn erudiete en analytische geest.
Zijn werklust is legendarisch.
Zeker als jong minister nam hij het liefst het hele onderwijssysteem ineens op schop.
Een partijgenoot schijnt hem ooit te hebben gezegd: ‘Jos, wat 2000 jaar christendom niet tot stand heeft gebracht, hoef jij niet in vier jaar te doen.’
Maar dat was nu eenmaal de aard van het beestje.
Of in ieder geval voor een deel.
Want naast bevlogen en onvermoeibaar was Jos van Kemenade ook vriendelijk en benaderbaar.
Naast de zakelijke man van de inhoud was hij ook idealist.
En naast de analytische bestuurder was hij ook de gedreven politicus, die niet voor niets Joop den Uyl als zijn leermeester beschouwde.
Ooit wees hij een topfunctie in de financiële wereld af met het argument dat hij in het openbaar bestuur meer kon bijdragen aan ‘een samenleving waarin de mensen fatsoenlijk met elkaar omgaan’, zoals hij dat noemde.
Ik geloof dat daarmee zijn levensloop wel is verklaard.
Een leven in dienst van de publieke zaak, van een man op wie nooit tevergeefs een beroep werd gedaan voor een volgende functie of nog een voorzitterschap.
Als oud-minister, Kamerlid, burgemeester en commissaris van de Koningin kende hij alle hoeken en gaten van het huis van Thorbecke.
Dat ministerschap van Staat kwam hem toe en zat hem als gegoten.
Mevrouw de Voorzitter,
Jos van Kemenade typeerde zichzelf ooit als ‘een pendelaar tussen wetenschappelijke en bestuurlijke activiteiten’.
In die voortdurende beweging heeft hij in veel verschillende functies ongelooflijk veel voor ons land gedaan en betekend.
Daarvoor blijven wij hem dankbaar en wij herdenken hem met het diepste respect.
Namens het kabinet wens ik zijn familie en andere nabestaanden alle kracht toe bij de verwerking van dit grote verlies.