Voorstel vroegpensioen politiemedewerkers
Het kabinet wil met de politievakbonden een aanvullende regeling voor vroegpensioen van politiemedewerkers bespreken. Dat schrijft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid in een brief aan de vakbonden. Het pensioenakkoord dat kabinet en sociale partners in juni 2019 hebben gesloten geeft sectoren de ruimte een tijdelijke regeling te treffen voor medewerkers die niet gezond kunnen doorwerken tot hun AOW. Zij kunnen dan de mogelijkheid geboden worden om eerder te stoppen met werken.
Het voorstel van de minister van Justitie en Veiligheid en de korpsleiding is een tijdelijke regeling open te stellen voor politiemensen die tijdens de periode 2021-2022 ontslagen worden en op dat moment tenminste 65 jaar oud zijn, minimaal een half jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd zitten met minimaal 40 politiedienstjaren, als ook werkzaam zijn in een operationele functie. Zo kunnen de medewerkers met een zwaar of hoogrisico beroep vervroegd met pensioen als zij dat willen. Zij krijgen dan een overbruggingsuitkering van €1.765,67 per maand bij een voltijds dienstverband van 36 uur of meer. De regeling is op circa 3.000 mensen van toepassing, zo’n 5% van het totale personeel.
Minister Grapperhaus en de korpsleiding hebben de vakbonden uitgenodigd om hier spoedig met hen over in overleg te treden. Zij vinden het belangrijk dat mensen eerder kunnen stoppen als het niet meer gaat, maar willen ook de inzetbaarheid van het korps op peil houden en voorkomen dat collega’s overbelast raken. De komende jaren staat de politie voor een groot vervangingsvraagstuk.
In aanvulling op bovenstaande voorgestelde regeling bestaan er nu al mogelijkheden voor politiemedewerkers om eerder te stoppen met werken. Ook is er een regeling om fiscaal voordelig extra verlof te sparen. Verder wordt er gewerkt aan versnelde instroom van nieuwe medewerkers, bijvoorbeeld door versnelling van het politieonderwijs en sturen op betere inzetbaarheid van mensen.