Koningspreek door minister Sigrid Kaag in de Remonstrantse kerk Bussum
Koningspreek door minister Kaag in de Remonstrantse kerk Bussum op zondag 9 februari 2020.
Recht doen, trouw betrachten en wandelen met God
Gemeente,
Afgelopen week was ik op bezoek in het Heilige Land.
Ik leidde een economische missie in Israël en de Palestijnse Gebieden, waaronder Gaza. Ik mocht een krans legggen bij Yad Vashem ter nagedachtenis van de slachtoffers van de Shoa. Dat was veelbetekend – ook voor mij persoonlijk -, ook in het licht van de herdenking van 75 jaar Holocaust.
In de Palestijnse gebieden verkenden we de kansen voor meer samenwerking in de landbouw en op het gebied van water.
U weet misschien dat mijn man en ik een huis in Jeruzalem hebben. Mijn oudste dochter is er geboren. Ik denk dat het een van de plekken is waar ik mij het meeste thuisvoel, waar ik het meeste ‘thuiskom’.
Ik geniet er van onze vrienden, van onze tuin en van de stad zelf, die, zoals Simon Sebag Montefiore zo mooi zegt, ‘het huis van God is, de hoofdstad van twee volken, de tempel van drie godsdiensten en de enige stad die twee keer bestaat: op aarde en in de hemel.’
Iedereen die Jeruzalem heeft bezocht, weet wat ik bedoel als ik zeg dat het goddelijke hier dichtbij voelt. Niet voor niets reizen ieder jaar 3,5 miljoen mensen naar Jeruzalem voor reflectie, bezinning en contemplatie. Velen met de vraag: hoe moet ik goed leven? Hoe moet ik wandelen met God?
Zojuist lazen wij uit het boek van de profeet Micha, die 2500 jaar geleden leefde in het stadje Moreset, ten zuidwesten van Jeruzalem. Micha leeft dan in roerige tijden. Hij kondigt aan dat Samaria, de hoofdstad van het rijk Israël, zal worden belegerd en zal worden ingenomen.
Ook Jeruzalem en het koninkrijk Juda zullen dat lot ten deel vallen. Micha voorspelt de verwoesting van de tempel, een ondenkbare gebeurtenis in die tijd.
De profeet verzet zich tegen ‘de leiders van Jacobs nageslacht’, de ‘hooggeplaatsten onder het volk’, zo zei hij. Zij leven in zonde en zij hebben de Heer hun rug toegekeerd. Zij willen niets weten van gerechtigheid en zij verdraaien het recht. Als het volk vraagt wat ze kunnen doen om hun zonden goed te maken, geeft Micha een van de prachtigste antwoorden denkbaar. Het is een van de mooiste passages uit de Bijbel.
‘Je weet, mens, wat de Heer van je wil’, zegt de profeet. ‘Niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig te wandelen met je God.’
Recht te doen. Trouw te betrachten. En nederig te wandelen met God. Kent u een mooiere samenvatting van het Bijbelse verhaal?
De filosofen hebben ons door de eeuwen heen bedolven met gedachten over gerechtigheid. De Grieken zochten niet voor niets via het Schone, het Ware énhet Goede naar het ideale leven. De zoektocht naar het goede is al millennialang het leitmotief van de ethiek, de politicologie, de staatsvorming en de denkwijze waarop wij ons tot elkaar verhouden.
Hoe moeten wij rechtvaardig met elkaar omgaan? Hoe moeten wij rechtvaardig leven? Hoe zorgen wij voor een rechtvaardige wereld? Het is soms moeilijk om zo’n begrip precies uit te leggen – rechtvaardigheid -, maar je voelt wel wat je ermee bedoelt.
Iedereen wordt vrij en gelijk in waardigheid en met dezelfde rechten geboren. Iedereen heeft het recht op een menselijk bestaan. De gouden regel, die in alle religies terugkeert, leert ons: Iedereen wil behandeld worden zoals anderen zelf behandeld zouden willen worden.
Hoe houden wij ons aan deze belofte? Brengen wij de gouden regel in de praktijk? Nu, 2500 jaar na Micha, is het leven van de gemiddelde mens er ontegenzeggelijk beter op geworden.
Maar rechtvaardigheid blijft werk in uitvoering. We moeten in de spiegel blijven kijken. Het is een waarde die wij moeten blijven voeden, anders dreigt het betekenisloos te worden.
Veel generaties voor ons waren ervan overtuigd dat zij leefden in een bijzondere tijd, in een overgangstijd. Achteraf nemen historici zulke claims vaak met een korrel zout. Met het risico om in dezelfde valkuil te stappen, zeg ik nu toch: ik geloof dat wij, in het jaar 2020, voor enkele belangrijke keuzes staan, die bepalend zijn voor het leven in de 21e en 22e eeuw. En in die keuzes spreekt het appel door van Micha: hoe willen wij recht doen?
Geopolitieke spanningen zorgen voor een bemoeilijking van mondiale afspraken over mondiale problemen. Ook wel genoemd ‘problemen zonder paspoort’. Een existentiële klimaatcrisis bedreigt de basis van het leven op aarde. Een vertrouwenscrisis van mensen in overheden, in grote ‘systemen’ – en misschien soms tussen mensen onderling – zorgt voor rafels aan het sociale contract. De digitale wereld kan een feest zijn, maar krijgt steeds donkerdere randen.
We gaan naar een nieuw type samenleving, waarin we anders communiceren, werken en voor onszelf - en elkaar - zorgen. De samenleving wordt dynamischer en door vervagende grenzen wordt de wereld kleiner. Meer dan ooit is een virus in een provincie in China een risico voor de inwoners van Jakarta of Dublin of Haarlem.
Die nieuwe samenleving biedt veel kansen, maar leidt ook tot ongemak, onzekerheid, en soms tot conflicten. Wij kunnen niet anders dan op een nieuwe manier kijken naar de verhoudingen in de samenleving, naar internationale samenwerking, naar onze impact op de planeet, naar financiële systemen, naar de wereldhandel, naar de invloed van grote bedrijven, en naar onszelf en naar onze buren.
Dit alles stelt ons voor vragen, die ons in het hart plaatsen van de oproep van Micha. Vragen over recht, en trouw aan elkaar.
Want is het eerlijk als het besteedbare inkomen van huishoudens veertig jaar lang nauwelijks toeneemt?
Is het goed dat de levensverwachting in de Centraal Afrikaanse Republiek nu 52 jaar is, terwijl deze in Japan 84 jaar is?
Is het wenselijk dat komende generaties een planeet nalaten waar bijna de helft van alle ecosystemen ernstig zijn aangetast, soorten in steeds hoger tempo uitsterven, vervuiling toeneemt en natuurgebieden verdwijnen?
Is het verdedigbaar in deze eeuw dat ongeveer 68 miljoen mensen op de vlucht of intern ontheemd zijn, door conflicten en oorlogen?
Is het humaan dat de armste helft van de wereldbevolking sinds 1980 inderdaad rijker is geworden, maar dat het vermogen van de rijkste 1 procent twee keer zo snel is gestegen als dat van de onderste 50 procent?
Dit zijn politieke vraagstukken. Dit zijn maatschappelijke vraagstukken. Maar het zijn in de eerste plaats ook menselijke vraagstukken. Politici moeten hier vanzelfsprekend mee aan de slag. Maar het zou niet goed zijn om de problemen daarmee als “gedekt” te beschouwen.
Natuurlijk is het de taak van politici mensen in staat te stellen die ontwikkelingen aan te kunnen. Zodat we goed werken aan de verdeling van middelen, het verzoenen van verschillende ambities en verlangens, het beschermen van zwakkeren, het bieden van mechanismen voor het oplossen van politieke tegenstellingen. Maar het is ook iets waar wij voor onszelf, als mens, denkend aan Micha, bij stil moeten staan.
Stilstaan bij elkaar en bij onze rol in de wereld, kan niet zonder dat we solidariteit naar elkaar voelen, en vertrouwen in de ander hebben. Zonder een diep vertrouwen dat de meeste mensen van goede wil zijn, zijn we verloren. Dan is er geen menselijk contact. Dan is er geen gezamenlijke ruimte. Dan is er geen hoop.
Wij horen van bepaalde experts – sommigen echt gerenommeerd – dat er sprake is van een “vertrouwensrecessie.” Veelal is de gedachte dan dat steeds meer mensen elkaar wantrouwen, dat er weinig fiducie is in maatschappelijke instellingen, en dat het vertrouwen in de politiek op een dieptepunt is beland. Daarbovenop zouden de tegenstellingen en spanningen tussen bevolkingsgroepen toenemen.
De onderbouwing hiervoor is niet altijd even sterk. De meeste mensen hebben vertrouwen in gezaghebbende instituties, zoals de rechtspraak, de krijgsmacht, de politie, en zelfs de politiek. Maar zij maken zich zorgen over de toekomst. Een meerderheid van de Nederlandse bevolking denkt er over vijf jaar niet beter voor te staan dan nu.
Gelovigen hebben de relatieve ‘luxe’ om in ieder geval te kunnen vertrouwen op God. Ik moet hierbij denken aan de volgende woorden uit Jeremia, die mij dierbaar zijn:
“Gezegend wie op de Heer vertrouwt, wiens toeverlaat de Heer is. Hij is als een boom geplant aan het water, zijn wortels reiken tot in de rivier…zijn bladeren blijven altijd groen, steeds weer draagt hij vrucht.”
Ik heb dat zelf ook ervaren, op momenten in mijn leven. Ik vertrouwde en werd gedragen, en wandelde niet alleen.
Ik zou wensen dat wij dat vertrouwen dat wij moeten hebben in God, ook in elkaar hebben. Op die plekken waar wij elkaar iedere dag tegenkomen en waar we met een oneindig aantal kleine daden bepalen hoe we samen leven. Thuis. Op kantoor bij de koffieautomaat. Op school. Langs het voetbal- of hockeyveld. In de kerk, synagoge, of moskee.
Want het is in de verbinding tussen mensen onderling waarin wij het meest zinvol zijn. De zoektocht naar de mens in de ander.
Want als we zekerheid en comfort zoeken, dan is het verleidelijk om vooral onze “eigen” stam op te zoeken. Maar dit kan nooit tot verwijdering van anderen leiden. Zoals Arendt zei, gaat het om fundamenteel vertrouwen in het menselijke in alle mensen. Anders is ons handelen niet mogelijk.
Micha heeft nog een derde boodschap voor ons, want een tafel met drie poten kan niet wankelen.
Wandel nederig met God…
Wandel nederig met God.
Een prachtig beeld.
Want wat doen wij tijdens een wandeling? We wijzen elkaar op allerlei mooie dingen die we zien. We helpen elkaar oversteken, of over een moeilijk stuk pad te komen. We spreken, we zwijgen wanneer nodig, we geven elkaar de ruimte, maar we zijn samen.
Het zijn de uitverkorenen die in alle nederigheid mogen wandelen met God. Zoals Henoch, die ‘300 jaar wandelde met God.’ Zoals Noach, die ‘wandelde met God, want hij ‘was rechtvaardig en deed volstrekt geen kwaad.’ Zoals Abraham, waar God aan vroeg om te wandelen voor Gods aangezicht, en oprecht te zijn.
Nederigheid heeft de connotatie van ondergeschiktheid, en als het om God gaat is dat zeker het geval. Maar in algemene zin is nederigheid geen zwakte. Juist zelfvertrouwen geeft de kracht om je nederig op te stellen. Om eigen fouten onder ogen te zien. Om open te staan voor anderen, en de inzichten van anderen. Om gelijkwaardigheid hoog in het vaandel te hebben.
Wanneer voelen wij ons nederig? Als wij worden geconfronteerd met een enorme ervaring, fysiek of mentaal. Als wij in de nacht naar de sterrenhemel kijken. Als wij op een oceaan of op een berg zijn. Bij een religieuze ervaring, en bij de geboorte of dood van een mens. In die situaties gaat het er niet om dat we onszelf klein en onbetekenend vinden. Het gaat erom dat we onszelf beschouwen als onderdeel van iets dat veel groter is dan alleen ons eigen wezen.
Om te ervaren dat ons eigen leven niet de maat bepaalt, maar dat er meer is. Ja, dat maakt nederig!
Dat is waarom de les van Micha zo mooi is, waarom wij er stil bij moeten staan. De les van Micha is een les voor het leven. Wij worden de wereld ingeworpen, alleen en onwetend, op een tijdstip, plaats, en met een achtergrond die wij niet zelf bepalen. Zoekend naar hoe te leven, zoekend naar de ander en naar onszelf.
Micha geeft ons een handvat. Wees rechtvaardig! Vertrouw elkaar! Wandel in alle nederigheid!
Gemeente,
U wandelt met elkaar door het leven. U vormt een gemeenschap waarin trouw en recht hoog worden gehouden. Wij hebben dit soort gemeenschappen nodig, die zich gevoed weten en die perspectief aanreiken.
In deze tijden, in deze dagen, moeten wij juist samen sterk staan in saamhorigheid. Ongeacht onze afkomst, ongeacht onze geboorteplek, ongeacht ons geloof. Samen maken wij ons land, niet in de uitsluiting maar in de zoektocht van de mens in de ander.
Dit is een wezenlijk onderdeel van de christelijke traditie. Wij worden opgeroepen om in beweging te blijven. En in die beweging, in die wandeling, weten wij God aan onze zijde.
In de woorden van het prachtige lied dat net is gezongen:
Ga met God en Hij zal met je zijn
jou nabij op al je wegen
met Zijn raad en troost en zegen
Ga met God en Hij zal met je zijn
Ga met God en Hij zal met je zijn
bij gevaar, in bange tijden
over jou Zijn vleugels spreiden
Ga met God en Hij zal met je zijn
Ga met God en Hij zal met je zijn
tot wij elkaar weer ontmoeten
in Zijn naam elkaar begroeten
Ga met God en Hij zal met je zijn
Amen.