Tong en Schol in de Noordzee ontwikkelen zich goed
De Europese visserijministers en de Europese Commissie hebben de afgelopen dagen in Brussel een akkoord bereikt over de nieuwe vangstquota voor 2020. Als gevolg van jarenlang zorgvuldig beheer gaat het met veel andere bestanden goed. De commerciële visbestanden tong en schol in de Noordzee, het belangrijkste terrein voor Nederlandse vissers, ontwikkelen zich goed.
Minister Schouten: “De ontwikkeling van een deel van visbestanden in de Noordzee laat zien dat rentmeesterschap op de lange termijn loont. Ik ben blij met de ruimere vangstmogelijkheden voor een groot deel van onze commerciële vloot.”
Vangstmogelijkheden Noordzee
Tong en schol zijn de belangrijkste commerciële soorten voor Nederlandse kotters. De Europese visserijministers zijn voor tong een toename van 39,8% en schol een toename van 17,1% overeengekomen. Dit is een positieve ontwikkeling, die laat zien dat rentmeesterschap op de lange termijn, waar Nederland zich voor inzet, loont. Op advies van wetenschappelijk advies is het quotum voor tarbot en griet dit jaar naar beneden bijgesteld. Op deze manier blijven de bestanden duurzaam bevist. Mede op verzoek van Nederland is deze korting minder zwaar uitgevallen dan oorspronkelijk voorgesteld, rekening houdend met het wetenschappelijk advies.
Met kabeljauw in de Noordzee gaat het minder goed, net als in veel andere wateren. De visserijministers hebben een reductie van 50% voor kabeljauw afgesproken. In de eerste maanden van 2020 worden meerdere gebieden gesloten om paaiende kabeljauw te ontzien. Een speciale werkgroep zal verder werken aan maatregelen, zodat het bestand kan herstellen.
Maatregelen zeebaars
Voor de zeebaars geldt al geruime tijd een forse vangstbeperking voor alle methodes van zeebaarsvisserij (kottervisserij, staand want-visserij en haken-en-lijnen). Haken-en-lijnen krijgen in het komende jaar iets ruimere vangstmogelijkheden, conform Nederlandse inzet. Ook voor de kotters zijn de vangsthoeveelheden verruimd. Nederland heeft daarbij met succes ingezet op meer flexibiliteit voor de trawlers en een uitzondering voor een bepaald type staand wantvisserij (het “GNC” net).
Recreatieve vissers mochten volgens de zogenoemde bag limit in 2019 alleen in de periode april-oktober maximaal 1 zeebaars per dag meenemen. In de andere maanden moest de gevangen zeebaars weer teruggezet. De Europese visserijministers hebben nu afgesproken dat deze bag limit voor recreatievissers op 2 per dag komt te liggen voor de periode 1 maart t/m 30 november 2020. In de overige maanden geldt nog steeds dat alle gevangen zeebaars moet worden teruggezet.
Makreel en Horsmakreel
De basis van de wetenschappelijke adviezen voor makreel en horsmakreel zijn beide herzien. Dat heeft gezorgd voor een andere analyse van deze bestanden. Voor makreel betekent dit een forse toename in vangstmogelijkheden (+41%), voor horsmakreel juist een forse afname (-41%).
Systematiek visquota
De Europese visserijministers en de Europese Commissie beslissen elk jaar in december over de totale vangsthoeveelheden (total allowable catches, TAC’s) voor het komende jaar. De TAC’s zijn gebaseerd op wetenschappelijk advies van onder andere de International Council of the Exploration of the Sea (ICES), het principe van maximale duurzame opbrengst (MSY) en op de meerjarige beheerplannen. De quota voor de Nederlandse visserijsector en voor de individuele vissers worden vervolgens met een vaste verdeelsleutel afgeleid van de totale vangsthoeveelheden.
Belangrijkste Noordzeequota voor 2020 (ten opzichte van 2019)
Vissoort | EU Quotum |
---|---|
Tong | + 39,8 % |
Schol | + 17,1 % |
Tarbot, griet | - 20 % |
Kabeljauw | - 50 % |
Rog | + 5 % |
Haring (Noordzee) | 0 % |
Makreel | + 41 % |
Horsmakreel (Westelijke wateren) | - 41 % |