Nieuwe wet om straffen effectiever uit te voeren treedt in werking
Om ervoor te zorgen dat daders hun straf hebben uitgezeten, de taakstraf is uitgevoerd of de geldboete is betaald, moet de uitvoering van straffen goed zijn georganiseerd. Door straffen sneller en beter uit te voeren worden knelpunten in de praktijk weggenomen. De wet van minister Dekker (voor Rechtsbescherming) die dat mogelijk maakt, treedt op 1 januari 2020 in werking.
Zo komt het voor dat tussen de uitspraak van de rechter en de uitvoering van de straf te veel tijd zit.
Dekker:
‘De samenleving vertrouwt erop dat een straf op tijd en volledig wordt uitgevoerd. Daarom is effectief straffen belangrijk voor ons rechtssysteem.’
Door bijvoorbeeld veroordeelden sneller op te roepen om hun straf uit te zitten of het toezicht van de reclassering sneller te starten, wordt de termijn korter. Ook kan niet te lang met een reactie worden gewacht als bijvoorbeeld een veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid is gesteld, maar zich niet houdt aan de afspraken.
Juist dan komt het aan op goede samenwerking tussen alle partners die betrokken zijn bij de uitvoering van straffen. Daarom moeten bijvoorbeeld de politie, het gevangeniswezen en de reclassering tijdig over alle noodzakelijke informatie beschikken om slagvaardig te kunnen werken. Maar ook gemeenten, slachtoffers en nabestaanden moeten correct worden geïnformeerd over de veroordeelde en de tenuitvoerlegging van zijn straf.
Om de samenwerking in de keten te bevorderen komt de regie over de tenuitvoerlegging van straffen in handen van de minister in plaats van het openbaar ministerie (OM). Zo krijgt de minister meer zicht op de uitvoering. Het OM kan zich dan meer richten op zijn kerntaken, te weten de opsporing en vervolging van strafbare feiten.
In de nieuwe opzet stuurt het OM alle uit te voeren strafrechtelijke beslissingen naar het Administratie- en Informatiecentrum voor de Executieketen (AICE) dat namens de minister de administratieve logistiek verzorgt. Het AICE is onderdeel van het CJIB in Leeuwarden.
Verder is de nieuwe wet een belangrijk onderdeel van de lopende modernisering van het Wetboek van Strafvordering met als doel een nieuw wetboek dat eenvoudigere regels bevat, beter aansluit bij onze digitale samenleving en toegankelijker is voor rechtspraktijk en burger.