Minister Slob: ‘Heel mooi dat leraren er geld bij krijgen’
Minister Slob is blij dat werkgevers en werknemers in het primair onderwijs vandaag een onderhandelaarsakkoord over een nieuwe cao hebben bereikt. “Het is heel mooi dat er nu een cao-akkoord is gesloten, waardoor het onderwijspersoneel er 4,5% op vooruit gaat”, zegt minister Slob. “Fijn dat in deze cao nu ook de schoolleiders en onderwijsondersteunend personeel er geld bij krijgen.”
Een gemiddelde leraar verdient nu ongeveer 4.200 euro bruto per maand, inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Dat stijgt per 1 januari 2020 naar ongeveer 4.400 per maand. Het kabinet heeft in 2019 structureel 285 miljoen euro beschikbaar gesteld voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden.
Eenmalige bonus
Daarnaast krijgen alle werknemers in het onderwijs in februari een eenmalige uitkering van 33 procent van het (verhoogde) maandsalaris. Ook krijgt het onderwijspersoneel in februari een eenmalige bonus van 875 euro, afhankelijk van de gewerkte uren in januari 2020. Dit vloeit voort uit het convenant ‘Aanpak lerarentekort’ dat minister Slob sloot met werkgeversorganisaties en vakbonden. Hierin was 150 miljoen euro voor de cao beschikbaar gesteld door het kabinet.
Geld voor scholing
Het individuele scholingsbudget, waarmee leraren zichzelf kunnen ontwikkelen, gaat omhoog met 100 euro per maand in zowel 2020 als 2021. De cao-partijen hebben ook afspraken gemaakt over van-werk-naar-werk begeleiding voor personeel dat wordt ontslagen op bedrijfseconomische gronden. In die gevallen vervalt de transitievergoeding. Verder zijn afspraken gemaakt over nieuwe functies van ondersteunend personeel en nieuwe loonschalen voor schoolleiders. De cao geldt tot 1 november 2020.
Extra waardering
Als de nieuwe cao definitief wordt, betekent het dat leraren er deze kabinetsperiode gemiddeld 14 procent bij krijgen.
Slob: “Dat gun ik leraren van harte, het is een extra waardering voor hun vak.”