Toespraak van minister Van Engelshoven bij het jubileum van Waag
Toespraak van minister Van Engelshoven bij het jubileum van Waag, op 30 november 2019, te Amsterdam
Beste mensen,
Het is altijd fijn om hier te zijn, in het Trippenhuis.
Het huis van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
De plek waar de grenzen van het mogelijke worden opgezocht en verlegd,
en waar nieuwe terreinen worden betreden.
U had geen betere locatie kunnen kiezen voor het jubileum van Waag.
Want dat is precies wat u ook heeft gedaan de afgelopen 25 jaar.
En wat u nog steeds doet:
U laat uw nieuwsgierigheid de vrije loop,
U prikkelt de verbeelding,
En u brengt onverwachte verbindingen tot stand,
op het grensvlak van kunst, wetenschap en technologie.
U denkt, kortom, in mogelijkheden.
Marleen (Stikker) heeft wel eens gezegd dat er twee soorten mensen zijn:
Werkelijkheidsmensen en mogelijkheidsmensen.
‘Werkelijkheidsmensen verhouden zich tot de wereld zoals die is en proberen daar heel creatief mee om te gaan’, aldus Marleen.
U denkt, kortom, in mogelijkheden
‘Maar mogelijkheidsmensen creëren de mogelijke wereld.’
De wereld van de verbeelding,
van hoe het er in de toekomst uit kan komen te zien.
Misschien ook wel van hoe we hopen dat het er in de toekomst uit komt te zien.
Ik neem u mee naar 1982.
Het jaar waarin de Rubiks kubus een rage werd,
Philips introduceert de eerste CD: ‘Visitors’ van ABBA.
De eerste emoticons worden bedacht.
Het is ook het jaar waarin Chriet Titulaer in een interview aan het stripblad EPPO een beeld schetst van hoe ons leven er tien jaar later zou uitzien.
In 1992 zal er in de meeste huizen een computer zijn, verwacht hij.
Ik citeer –
denkt u er zelf zijn karakteristieke Limburgse tongval bij:
‘Je zult ook wel een vorm van computer in huis krijgen die een heleboel dingen overneemt. Je kunt ook op een beeldscherm zien hoe laat de bus weg gaat, en wat de er bij de kruidenier in de aanbieding is.’
Einde citaat.
Alsof hij voorzag dat het internet met de oprichting van De Digitale Stad in 1994 voor heel veel mensen binnen bereik zou komen.
In 1992 zal er in de meeste huizen een computer zijn, verwacht hij
Titulaer ziet in hetzelfde interview een grote toekomst voor satellieten.
‘Je kunt door de satelliet een systeem ontwikkelen waardoor je op ieder moment kunt zien waar iedereen is.
Je kunt zien waar ze met de auto zijn maar je kunt ze ook privé zien.’
Alsof hij in 1982 al voorkennis had van Amsterdam RealTime. U weet het misschien nog wel, dat experiment uit 2002 waarmee Waag en kunstenaars Esther Polak en Jeroen Kee vrijwilligers uitrustten met een zogeheten ‘tracer’.
De sporen die deze Amsterdammers over de kaart van de stad trokken vormden samen een beeld,
dat niet bestond uit gebouwen en infrastructuur maar uit de bewegingen van de bewoners.
Op de vraag of er niet een enorme dreiging uitgaat van al die nieuwe ontwikkelingen, antwoord Titulaer in 1982 bevestigend:
‘Ja’, zegt hij.
‘Maar je zult met nieuwe dingen moeten leren leven.
Ik ben ook niet gelukkig met al die ontwikkelingen.
Maar ik bekijk wel alles wat er gebeurt.’
Maar niet alles wat kan, móet ook
En dat brengt me bij de boodschap die Marleen (Stikker) verkondigt in haar boek, ‘Het internet is kapot’.
Dankzij internet is heel veel mogelijk geworden wat de meeste mensen in 1982 voor onmogelijk hielden.
Maar niet alles wat kan, móet ook, zei ze vorig jaar bij Zomergasten.
Dat geldt voor de wetenschap
En in zekere zin ook voor de kunst,
maar het geldt zeker voor de technologie.
Om twee uitspraken van Marleen te verenigen in één zin:
Het is goed om te denken in mogelijkheden maar niet alles wat mogelijk is, hoeft.
Dat is een belangrijke boodschap - zeker in een tijd waarin Artificial Intelligence een grote vlucht neemt.
Beste mensen,
Waag loopt al een kwarteeuw voorop,
bij het ontdekken van de mogelijkheden,
en het verkennen van de grenzen.
Maar ook – en dat is minstens zo belangrijk – bij het onderkennen van de consequenties van die mogelijkheden voor de samenleving.
Ik hoop van harte dat Waag dat ook de komende 25 jaar blijft doen!
Dank u wel!