Toespraak staatssecretaris Visser bij Dies Koninklijke Militaire Academie
Staatssecretaris Barbara Visser spreekt tijdens de 191e verjaardag van de Koninklijke Militaire Academie (KMA). Deze vond plaats op 25 november 2019. Het thema is sociale veiligheid.
Dames en heren, Docenten en instructeurs, En vooral natuurlijk: alle cadetten - en een aantal adelborsten!, Aan al diegenen die via de livestream meekijken: ik hoop dat jullie het allemaal goed kunnen volgen. Ik hoop dat we elkaar na afloop op de borrel nog even kunnen spreken.
Het voelt vreemd dat we niet allemaal in dezelfde ruimte zijn, maar ik ben blij dat ik dankzij de livestream de kans heb om jullie allemaal toe te spreken.
Van harte gefeliciteerd met de 191e verjaardag van de KMA. Eigenlijk was dat gisteren, maar we vieren het vandaag met onder andere een mars door de stad en… een toespraak. Ik heb begrepen dat het gebruikelijk is dat die toespraak 1 uur duurt... maar om de stemming een beetje feestelijk te houden, kan ik alvast beloven dat we dát niet gaan halen.
Ik ben hier omdat jullie commandant – Kolonel Joost Doense – mij heeft uitgenodigd. Hij deed mij een bijzonder verzoek: hij vroeg mij om 1 op 1 te herhalen wat ik heb gezegd in mijn toespraak bij de opening van het academisch jaar in augustus. Het kan dus zijn dat een aantal van jullie iets herkennen van wat ik vandaag ga zeggen… De kracht van de herhaling, zullen we maar zeggen Maar daar is dan ook wel een goede reden voor.
Want het thema waar ik de vorige keer over sprak, was: sociale veiligheid. En dat is overal in Nederland – en zeker hier op de KMA – een ongelofelijk belangrijk thema. Op deze unieke plek, binnen de poorten van dit prachtige kasteel leren jullie in een paar jaar tijd niet alleen de krijgsmacht, maar vooral ook jezelf beter leren kennen. Jullie leren hier dingen die je je hele leven met je mee zult dragen. Hier leggen jullie de basis voor de officier - de leider - die jullie later gaan worden. “Word de leider die je zelf zou willen volgen”.
Deze mooie slagzin van de KMA is méér waar dan jullie je nu realiseren. Dit zijn de jaren waarin je niet alleen fysieke en wetenschappelijke vaardigheden ontwikkelt, maar waar je je ook ontwikkelt als mens. Een heel aantal van jullie komen binnen als doorstromer, maar de meerderheid komt binnen als spijkerbroek… … die zullen merken dat ze zich langzaam maar zeker steeds meer militair gaan voelen.
En dat ze woorden gaan gebruiken die ze daarvoor nog nooit hadden gehoord. Woorden als ‘burgermaatschappij’. Als er 1 woord duidelijk maakt dat Defensie een aparte wereld is, dan is het dat wel Het is een bijzondere keuze, die jullie hebben gemaakt. Zeker op deze leeftijd. Want of je nu rechtstreeks van de middelbare school af komt, of al een vervolgopleiding hebt gedaan…
… ik blijf het ongelofelijk indrukwekkend vinden dat jullie ervoor hebben gekozen om je leven in dienst te stellen van een hoger goed. Dit jaar zijn wij gestart met de viering van 75 jaar vrijheid. 75 jaar waarin ons land heeft kunnen uitgroeien tot één van de meest welvarende en gelukkigste landen ter wereld.
Maar die vrijheid is niet vanzelfsprekend. Die moet iedere dag opnieuw bevochten worden. Die verantwoordelijkheid rust op de schouders van jonge mensen, die de keuze maken om militair te worden. Dat was zo in de tijd dat de Geallieerden ons bevrijdden. En dat is nog steeds zo. Jullie zijn het, die rust moeten kunnen brengen in chaos. Die conflict moeten kunnen omzetten in vrede en veiligheid. Dicht bij huis, of waar ook ter wereld. 365 dagen per jaar.
Daarmee zijn jullie hoeders van onze democratie en onze rechtsstaat. Ik heb diep respect voor het feit dat jullie de keuze hebben gemaakt om die taak op je te nemen. Want ik heb zelf gezien wat er gebeurt als vrede en stabiliteit wegvallen. Als het dunne laagje beschaving verdwijnt… … en groepen mensen tegen elkaar worden opgezet. Ik ben geboren in Šibenik, in Kroatië. Op mijn 3e ben ik naar Nederland verhuisd, maar mijn ouders en ik gingen ieder jaar terug naar onze familie.
Tijdens 1 van die bezoeken – in 1991 – maakten wij de start van de burgeroorlog mee. Omdat de meesten van jullie toen nog niet eens geboren waren, heb ik wat nieuwsbeelden meegenomen uit die tijd.
FILM: NIEUWSBEELDEN START BURGEROORLOG 1991
Jullie zien hier 2 foto’s van mijn geboortegrond in Kroatië. 1 uit de goede tijd: met mijn hele familie in ons huis. En 1 waarop mijn grootmoeder kijkt naar de restanten van dat huis. Zo snel kan het dus gaan… Van het ene op het andere moment kan je buiten de groep worden geplaatst. De ene dag ben je nog beste vrienden of buren… je eet samen… gaat naar het strand… doet 's avonds een borrel… en een dag later doen mensen hele gekke dingen… En moet je bang zijn om je baan, je huis of überhaupt je leven te verliezen.
Het woord ‘vrijheid’ heeft voor mij dan ook echt betekenis. Ik gebruik het niet te pas en te onpas. Het heeft waarde. Voor mijn familie. En zeker ook voor mij. (…) Het was voor mij ook de reden om in de politiek te gaan. Ik zie de vrijheid en welvaart in Nederland bepaald niet als vanzelfsprekend.
Ik heb hier heel veel kansen gekregen. En ik wil iets terug doen. Ik denk dat dat een gevoel is dat we hier allemaal met elkaar delen. Het doel van de opleidingen van de NLDA is om te zorgen dat je ook echt iets kúnt doen. Dat je de bagage hebt om daadwerkelijk te beschermen wat ons dierbaar is. De komende jaren wordt daar een belangrijke basis voor gelegd. Je gaat je ontwikkelen als mens. En als militair.
Jullie krijgen als militairen zware verantwoordelijkheden. Nederland vertrouwt erop dat jullie in crisis- en gevechtssituaties goed zullen handelen. Dat betekent dat je een sterk normbesef moet hebben. Onze krijgsmacht vecht immers voor Nederlandse normen en waarden. Normen en waarden die ook in onze eigen organisatie gelden. Dat normbesef is wat ons bindt. Het gaat over de manier waarop we met elkaar omgaan. Als je mensen vraagt: waarom werk jij bij Defensie? Dan zegt men onmiddellijk: vanwege de kameraadschap. De verbondenheid. De solidariteit. Kortom: de manier waarop we met elkaar omgaan. Dat is ons grootste goed. Dus als we onze kernwaarden schenden, dan beschadigen we ons kostbaarste bezit.
De kameraadschap is uniek aan Defensie. Daar mogen we trots op zijn. Wat je hier vindt, vind je nergens anders. Ik heb de afgelopen twee jaar ontzettend veel verschillende kanten gezien van Defensie, maar de sfeer die je hier treft… de gezelligheid… de verbondenheid… de loyaliteit aan elkaar… daar ben ik iedere keer weer van onder de indruk. …
En toch kan het ook bij onze mooie grote organisatie soms flink mis gaan. Dat weten jullie ook. Omroep Brabant heeft laatst een overzicht gepubliceerd van de meest recente incidenten. Als je die lijst ziet, dan word je daar best even stil van… Seksuele mishandeling… racisme… homofobie… Het zijn allemaal dingen die rechtstreeks indruisen tegen alles wat we hier zo hoog in het vaandel hebben staan: respect… eer… saamhorigheid… Ik kan me voorstellen dat jullie veel reacties krijgen van jullie familie en vrienden als er weer een bericht in het nieuws komt over misstanden bij de KMA. Ouders die zich zorgen maken… … of vrienden die vragen: is dit normaal bij jullie? Is dit die KMA waar jij zo hoog over opgeeft…? Ik kan me best voorstellen dat je dan wel eens in de verdediging schiet. Omdat je het gevoel hebt: dit is niet hoe ik het beleef. Dit is niet hoe ik de KMA ken. Zo zal de gemiddelde FC Den Bosch supporter zich ook gevoeld hebben, na de racistische uitlatingen tegen Excelsior-voetballer Ahmad Mendes Moreira.
Dat een paar supporters dit doen, wil niet zeggen dat de hele club niet deugt. …Maar we moeten er wel wat mee. Generaliseren is niet goed. Maar bagatelliseren ook niet. Ik heb de afgelopen jaren meermaals aan cadetten en adelborsten de vraag gesteld: “wat vind je van de cultuur op de KMA? Voel je je veilig?” En heel eerlijk gezegd schrok ik van het antwoord… Het blijft niet alleen bij mijn persoonlijke perceptie. Er zijn meerdere onderzoeken die dit bevestigen.
Zo is er dit jaar een onderzoek gedaan naar de werkbeleving onder adelborsten en cadetten, waarbij specifiek is gekeken naar sociale veiligheid. Daaruit blijkt dat het onderling aanspreken op incorrect gedrag onvoldoende gebeurt en dat opleiding en vorming op dit punt moeten worden verbeterd. Het niet aanspreken op incorrect gedrag komt breder voor bij Defensie. Mensen zijn bang om buiten de groep geplaatst te worden of een negatieve beoordeling te krijgen, als ze iets aankaarten wat niet in de haak is. Dat wil niet zeggen dat het overal bij Defensie mis is - sterker nog er gaat heel veel goed - maar het is wel iets waar we wat mee moeten. En dat kan ook. Wij kunnen namelijk zelf een cultuur creëren waarin medewerkers zich vrij voelen om twijfel of kritiek te uiten... en waarin geleerd wordt van fouten uit het verleden, zonder angst voor negatieve consequenties.
Een cultuur is niet iets abstracts. Cultuur zijn wij zelf. Wij kunnen daar zelf dus ook wat aan doen.
En dat begint hier op de KMA: de start van jullie vorming. Sociale veiligheid maakt steeds meer onderdeel uit van opleidingen en trainingen. Daar ben ik blij mee. We hebben de Gedragscode Defensie van onderop herzien. Jullie krijgen op de faculteit lessen en presentaties over ethiek, leiderschap, integriteit en morele professionaliteit. Defensiebreed zijn we er ook volop mee bezig. Er is een plan van aanpak gekomen om commandanten hier beter in te ondersteunen en wij hebben onze gedragscode herzien. Maar we zijn er nog niet.
Sociale veiligheid is niet iets wat je op papier kunt regelen.Het gaat over ons dagelijkse gedrag.
Het moet in onze harten en hoofden gaan zitten. Het gaat over ONS. Over de manier waarop we met elkaar omgaan. We zullen samen – iedere dag opnieuw – moeten bepalen waar de grens ligt tussen acceptabel en onacceptabel gedrag. En vooral niet vergeten om te bespreken wat er goed gaat. Als je een open, veilige bespreekcultuur wilt, dan moet je elkaar niet telkens affakkelen. Maar dan moet je elkaar ook complimenten geven. En vooral: telkens het gesprek aan blijven gaan. Want er zijn heel veel situaties denkbaar waarbij het echt niet meteen duidelijk is wat ‘de juiste weg’ is. Als het gaat om sociale veiligheid, is er veel grijs gebied. Dat komt omdat iedereen situaties anders interpreteert.
Wat voor de 1 een onschuldig geintje is, is voor de ander kwetsend. Wat voor de 1 een argeloze opmerking is, is voor de ander bedreigend. Het brengt dus behoorlijk wat dilemma’s met zich mee. (…)
Het afgelopen jaar heeft de Landmacht samen met Productiehuis Plezant een voorstelling ontwikkeld die een aantal dilemma’s heel goed in beeld brengt. De voorstelling is door de Landmacht ontwikkeld, maar is ook voor de andere krijgsmachtonderdelen heel herkenbaar. De voorstelling heet Vuurdoop. Ik heb het gezien en ik was er diep van onder de indruk.
Ik weet dat een aantal van jullie het binnenkort gaan zien, en ik hoop dat jullie uiteindelijk allemaal gaan bekijken. Ik ben er zó enthousiast over, dat ik de regisseur heb gevraagd een paar fragmenten op te sturen zodat ik die aan jullie kan laten zien. Het gaat bijvoorbeeld over besluitvorming in Den Haag, over relaties op de werkvloer of over terugkomen van uitzending en op zoek gaan naar zingeving in Nederland. En dus ook over sociale veiligheid. Alle verhalen uit de voorstelling zijn gebaseerd op de eerlijke verhalen uit de organisatie. Verhalen van onze mensen, van jullie.
De schrijvers hebben met tientallen militairen gesproken en hebben hun eigen praktijkervaringen opgedaan door mee te gaan op oefening en door een missiegebied te bezoeken. Op basis daarvan hebben zij een script gemaakt.
De 1e scène die ik jullie wil laten zien, gaat over een cadet die net gestart is met de Algemene Militaire Opleiding en een melding heeft gemaakt van een misstand in het team. Dit is wat dan gebeurt:
FILM: MONDJE DICHT
Uiteindelijk hield mijn sergeant een groepsgesprek. Dat er een aantal klachten waren binnengekomen en of iemand daar iets over wilde zeggen. Hij keek me aan… iedereen hield z’n mond. En ik ook. Ik durfde niet meer, voor het eerst. Een paar dagen later stond ik een paar uur te koukleumen in de houding bij een ceremonie. Waarom? Waarvoor? Werd niet uitgelegd. “Jij hoeft niet alles te weten, jij moet gewoon doen: zandhaas!” Bij de ontgroening kreeg ik alleen maar water over me heen. Alleen jammer dat ‘ie er schoonmaakmiddelen in had gedaan… De blaren staan nog op m’n rug. “Word je groot van, papa’s kindje. Voortaan mondje dicht, hè?“ Rule number one… als je het vol wilt houden binnen Defensie.
Herkenbaar? Waarom ik dit fragment zo belangrijk vind, is omdat het iemand is die nèt begonnen is en gelijk al moet meemaken dat dat er niet integer wordt omgegaan met zijn melding. Dat is een les die je de rest van je carrière met je meedraagt. De volgende keer dat je iets ziet wat niet in de haak is, zal je eerder geneigd zijn om je mond te houden. En dat willen we nou juist niet.
De Landmacht heeft naar aanleiding van deze voorstelling een programma gestart, waarmee twee jaar lang sociale veiligheid iedere dag op de kazernes worden besproken. Bij iedere eenheid spelen andere dilemma’s.
Dilemma’s bespreken… Dat is ook het doel van de Vuurdoop-app die in oktober is gelanceerd. Deze app is ontwikkeld als vervolg op de voorstelling om zo het gesprek blijvend te voeren. In die app zitten dilemmafilmpjes, die je kunt gebruiken om samen het gesprek te voeren over hoe jij een bepaalde situatie zou aanpakken. In één van de filmpjes wordt een dilemma geschetst van iemand die net opvolgend pelotonscommandant is geworden en hoort dat een goede vriend zich heeft misdragen nadat zijn collega’s pillen in zijn drankje hadden gedaan. Zij overweegt om dit te melden, maar hij wil dat niet…
FILM: DILEMMA: MOET IK HET DAN DOEN?
“Je vertelt nix, omdat ik WIL dat je nix vertelt. Er is gewoon nix gebeurd, begrepen? Ik heb al problemen genoeg.” De gasten waren dronken geworden: hij en z’n maten. Die gasten hadden hem ook nog een pilletje toegestopt en daar kan hij niet tegen. Hij zegt zelf ook altijd dat ze hem geen pillen of andere troep moeten geven. 'Geintje…'
Hij is compleet uit z’n dak gegaan. Vechten. Echt vechten. Met een gast die hij nog van de voetbal kende. En die jongens lachen natuurlijk. En nu baalt hij.
Kijk, hij wil er wel wat van zeggen, maar hij durft het niet. Ik ben de enige aan wie hij iets heeft verteld. Ja ik eeh… ik trek het gewoon niet. We moeten sowieso een keer kappen met al die pillen en die coke en die shit. Is ook zwaar verboden binnen Defensie trouwens. Dat weten ze. En bij hem hebben ze het hem ook nog eens tegen z’n zin gegeven.
Hij wil er wel wat van zeggen, maar hij durft het niet… dus moet ik het dan doen? En bij wie: de leidinggevende… de vertrouwenspersoon? Als ik dat doe, dan heb ik hem weer over de zeik. En daar heb ik ook geen zin in.
Hij wil gewoon absoluut niet dat ik er iets van zeg. En het is ook een vriend van me. Ik vind dit gewoon echt too much… dus wat moet ik doen?
Ze wéét dat het absoluut niet door de beugel kan… maar ze kan eigenlijk geen kant uit. Ook hier spelen hiërarchie en loyaliteit een belangrijke rol. Als opvolgend pelotonscommandant heeft zij de plicht om dit te melden. Maar de persoon om wie het gaat is een vriend van haar. Ze hebben misschien zelfs samen de opleiding gedaan… Het komt immers vaak voor bij Defensie dat mensen uit dezelfde lichting toch ineens hiërarchisch onder elkaar komen te staan. Dat is moeilijk. Want je hebt geleerd om loyaal te zijn aan elkaar. En dan botst dat met hiërarchische verhoudingen. (…)
Sociale veiligheid is lang niet altijd zwart-wit. Zeker niet in een militaire setting. Eva van Baarle, docent militaire ethiek aan de NLDA, heeft een proefschrift geschreven over hoe hiërarchie en loyaliteit doorwerken op morele dilemma’s. Zij is nu ook bezig met een onderzoek op het KIM om te kijken hoe Defensie kan leren van incidenten en structureel verbeteringen kan doorvoeren. In haar proefschrift schrijft Van Baarle dat uniformiteit het moeilijk maakt om elkaars persoonlijke waardes te herkennen.
Tel daarbij op: een gebrek aan privacy, groepsdruk en een ideaal van de warrior hero die nauwelijks persoonlijke emoties heeft… … en je hebt allemaal elementen die het mensen niet makkelijk maken om kritische vragen te stellen, twijfels te uiten of misstanden aan de kaak te stellen. We hebben misschien ook wel een cultuur opgebouwd waarbij je je eerst moet bewijzen voordat je je mond open mag trekken. Maar is dat het soort militaire leiders dat we willen…?
Vorige maand heeft Marenne Mei Jansen een proefschrift gepubliceerd over militair leiderschap. Jansen heeft 18 maanden lang mogen meelopen op de KMA en 1 de dingen die uit haar onderzoek kwam, was de tegenstelling tussen wat we zeggen dat we doen en wat er feitelijk gebeurt. Ze beschrijft ook een proces dat ‘secundaire adaptatie’ wordt genoemd. Eerst leer je wat de regels zijn en vervolgens leer je of – en wanneer – je je aan die regels moet houden.
Het zijn 1 van de vele paradoxen van de militaire opleiding. Zo word je aan de ene kant gestimuleerd om authentiek te zijn… maar tegelijkertijd wordt er ook van je gevraagd om je aan te passen. Dit kun je samenvatten als: “Wees jezelf, maar doe wat ik zeg.” Als cadet is het moeilijk om je daarin staande te houden. En wat het ook niet makkelijk maakt, is dat je steeds meer identiteiten ontwikkelt. Je bent zoon/dochter, vriend/vriendin, maar nu dus ook militair… je bent academicus… je bent leider… maar ook collega… je bent soldaat… maar ook diplomaat…
Met al die identiteiten, kan ik me best voorstellen dat het fijn is om binnen dit grote geheel een groep te vinden waar je je thuis voelt. Waar je je veilig voelt. Daar is niets mis mee. Maar realiseer je wel dat je straks in operationele omstandigheden al die identiteiten nodig zult hebben. En dat je uiteindelijk nooit zelf veilig zult worden, door telkens anderen buiten te sluiten of door te denken dat alleen jouw groep de waarheid in pacht heeft. Het doel van een militaire opleiding is niet om iedereen hetzelfde te maken. Dat is niet waar jullie uniform voor staat. Jullie uniform staat voor de kracht van het collectief. En die kracht bereik je pas, als je je realiseert dat niet iedereen hetzelfde is. Dat niet iedereen hetzelfde kan. De truc is dat je dat van elkaar herkent. Dat je de verschillen leert waarderen. En dat je samen een manier vindt om het beste uit de groep te halen. Werk samen om te slagen. Dat is de kameraadschap die je hier op de KMA gaat ontdekken en ontwikkelen. Ik wil jullie daar nog 1 fragment over laten zien.
FILM: KAMERAADSCHAP Dat is het enige dat telt: risico’s durven nemen voor elkaar. Kameraadschap. Broederschap. Het gevoel dat je niet alleen bent. Het gevoel van steun. Verbondenheid. Het gevoel van trots. En compleet zijn. Een veilige haven in vijandig gebied. Met je navelstreng vast aan je buddy. Niets is belangrijker dan je wapenbroeders. Je verraadt elkaar niet. Je dekt elkaar. En je laat je maten nooit in de steek.
Zoals ik al zei: de kameraadschap - de manier waarop we met elkaar omgaan - is ons grootste goed. Nu gaat het er om: hoe kunnen we die kameraadschap zó invullen, dat we ook een sociaal veilige werkomgeving creëren voor iedereen? Dit jaar is er een Taskforce sociale veiligheid aan het bekijken hoe we dat binnen de KMA kunnen bereiken. Hun aanbevelingen moeten nog komen, maar wat we wel weten, is dat zij vinden dat kameraadschap zich moet richten op drie dingen: steunen, versterken en beschermen. En dat we er op de KMA alles aan moeten doen om te zorgen dat jullie kunnen oefenen met voorbeeldgedrag. Want jullie hebben straks als leiders een cruciale rol. Ook dat blijkt uit alle onderzoeken over sociale veiligheid. De commandant is bepalend voor de sfeer en de cultuur in een eenheid. Mijn boodschap aan jullie vandaag, is dan ook: word de leider die je zelf zou willen volgen. Cultuur kun je zelf maken. Je kunt zelf met elkaar bepalen wat wel en wat niet OK is. Blijf dus kritisch. Ten opzichte van jezelf. En ten opzichte van wat je hier leert en meemaakt. Dus ook ten opzichte van het kader.
Formeel en informeel. Als je het gevoel hebt dat iets niet in de haak is, steek dan je hand op. Ook als het moeilijk is. JUIST als het moeilijk is. Je hebt deze kritische houding keihard nodig bij ons militaire optreden, bij het plannen en uitvoeren van onze operaties of oefeningen. En die houding moet je ook hier in Nederland hebben. Ook op de KMA. Want in mijn ogen is het stellen van kritische vragen, elkaar open benaderen en het uiten van twijfels de hoogste vorm van loyaliteit.
Loyaliteit aan je eigen team. Aan je officiers-eed. En aan de krijgsmacht als geheel. Want het betekent dat je betrokken bent. En dat je je organisatie, je team samen beter wilt maken. Dus het is ook een teken van professionaliteit. Jullie krijgen hier op de KMA een belangrijke wetenschappelijke basis. Het doel van iedere wetenschappelijke opleiding is dat het je leert om kritisch te denken. Het leert je om altijd de vraag te stellen: waarom werkt het zo? Zeker in een militaire context is dat cruciaal: doorvragen, iets vanuit een ander perspectief bezien. Er rust straks een zware verantwoordelijkheid op jullie schouders. Jullie kunnen er als officieren persoonlijk voor zorgen dat er een sfeer is waarin mensen dingen durven aan te kaarten. En waarin tegenspraak niet afgestraft wordt maar gestimuleerd. En dat er complimenten worden gegeven.
Iedere militair heeft daarin een verantwoordelijkheid te nemen. Dus blijf je gezond verstand gebruiken. Durf te zeggen waar het op staat. Bedenk je bij ieder beslissing: “kan ik dit later nog uitleggen en wat kunnen we hiervan leren?”
…
Cadetten en adelborsten, Ik vraag veel van jullie. En tegelijk weet ik: ik vraag het niet zomaar van iemand. Jullie zijn een hele bijzondere groep mensen. Mensen met toewijding, discipline en wilskracht. Daar mogen jullie heel trots op zijn. En jullie mogen ook weten dat ik trots op jullie ben. Jullie kiezen ervoor moed te tonen waar anderen niet meer durven. Door te gaan waar anderen stoppen. In het Cadettenlied wordt dit mooi samengevat: Wapenbroeders… Neêrlands zonen (en dochters, misschien kunnen we dat nog eens aanpassen) Door hetzelfde levensdoel verwant… met heilig vuur bezield… verknocht aan hetzelfde vaderland. Hier op de KMA worden jullie gevormd, maar onthoud: jullie vormen Defensie ook.
Dat gebeurt alleen al door wie jullie zijn. Door de kwaliteiten die je van huis uit mee brengt. Maar je vormt Defensie ook door vragen te stellen. Kritisch te blijven. En je hand op te steken als je ziet dat iets niet in de haak is en de waarom-vraag te stellen. Want dat is wat mij betreft de hoogste vorm van loyaliteit en professionaliteit. Dat is je verantwoordelijkheid als mens. En zeker als militair. Jullie kunnen als nieuwe generatie echt het verschil maken. Defensie heeft jullie keihard nodig. Nederland heeft jullie keihard nodig. Jullie hebben net op de beelden kunnen zien hoe het mis kan gaan, ook heel dichtbij in Europa. Onze vrede, onze veiligheid en onze vrijheid zijn kwetsbaar. Onderschat dus niet hoe groot jullie impact op de wereld is. Werk samen om te slagen. En bouw samen aan de kracht van jullie collectief: kameraadschap. Ik wens jullie een heel goed, leerzaam jaar toe.