Invoering stroomstootwapens
De politie wordt uitgerust met stroomstootwapens. Dat heeft de ministerraad besloten op voorstel van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. De korpschef krijgt hiermee toestemming om circa 17.000 agenten uit te rusten met dit geweldsmiddel. Het gaat om agenten die door de meldkamer worden ingezet voor het afhandelen van incidenten. Het kabinet maakt hiervoor in totaal 30 miljoen euro vrij.
Uit de uitgebreide pilot van de politie en onderzoeken naar de veiligheid en gezondheidseffecten ervan blijkt dat het stroomstootwapen goed werkt om een gevaarlijke situatie te de-escaleren. Dreigen is in de meeste gevallen al afdoende. Waar dreigen met het wapen niet voldoende is en het toch ingezet moet worden, is door het toedienen van stroom een persoon enkele seconden niet in staat om controle over zijn spieren uit te oefenen. Hierdoor kan politie met minimaal geweld een persoon onder controle brengen. Hierdoor wordt minder letsel toegebracht dan bij het aanwenden van andere vormen van geweld, zoals zwaar fysiek geweld, hard slaan met de wapenstok, de inzet van de diensthond of het gebruik van het vuurwapen.
Ook wordt met het gebruik van het stroomstootwapen het risico op het oplopen van letsel voor de agent kleiner. Dit draagt bij aan het vertrouwen van politiemedewerkers die zich tijdens het uitoefenen van hun taak geconfronteerd zien met een situatie waar geweldgebruik noodzakelijk kan zijn en maakt dat zij daardoor doortastend en tegelijkertijd gematigd kunnen optreden.
De invoering van het stroomstootwapen zal 5 jaar duren. In deze tijd wordt onder meer de aanbesteding gestart en agenten opgeleid. Om deze uitrol te financieren ontvangt de politie in totaal 30 miljoen euro incidenteel vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid. De politie maakt vanaf 2021 5 miljoen euro structureel vrij uit de politiebegroting. Het stroomstootwapen is hierdoor tot 2025 alvast geheel gefinancierd.