Blokhuis bij herdenking liniecrossers: 'Ze zijn onze helden'

De toespraak van staatssercretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij de herdenking van de Liniecrossers in Lage Zwaluwe. De liniecrossers waren een groep mannen die tussen november 1944 en de bevrijdingsdag goederen, medicijnen en mensen vervoerde tussen het bezette noorden en bevrijde zuiden van Nederland.

Beste mensen,

En beste kinderen van basisschool De Grienden.

Wat geweldig dat jullie hier allemaal zijn.

Ik wil allereerst zeggen dat ik hartstikke trots ben op jullie. Op de kinderen die afgelopen jaar zo goed voor dit monument hebben gezorgd. En op de nieuwe 8ste-groepers, die straks het stokje overnemen.

Ik heb begrepen dat hetzelfde gebeurt bij het monument in Sliedrecht. En dat jullie de kinderen van basisschool Henri Dunant daar straks ook gaan ontmoeten.

Daar zal ik zelf niet bij zijn, maar ik hoop dat jullie tegen die kinderen willen zeggen dat ik ook op hun supertrots ben. Ook zij zorgen voor een liniecrossersmonument, net zoals jullie dat doen.

En ik vind dat echt prachtig. Want dank zij jullie worden 21 dappere mannen – de liniecrossers – niet vergeten. Nooit vergeten.

Want ja mensen, wat waren ze dapper!

Het is moeilijk voor te stellen nu we hier zo staan, maar in het najaar van 1944, na de bevrijding van Limburg en Brabant, is de Biesbosch, inclusief de grote rivieren, de nieuwe frontlinie.

Het is het laatste oorlogsjaar. En hier, waar wij nu staan, zijn de mensen vrij. Maar heel dichtbij, aan de andere kant, is de bezetter nog heer en meester. Aan de andere kant heersen nog angst, honger en verdriet.

En de Biesbosch – die wirwar van kreken, grienden en rietvelden waar je zo makkelijk verdwaalt - is verboden gebied. Wachtposten en patrouilleboten houden het gebied onder controle. De Duitsers zitten overal. En ze schieten met scherp.

Nee, dáár ben je je leven niet zeker. Geen denken aan dat je je daar nog zou begeven.

En toch…

Toch zijn er mannen – geen soldaten, maar gewone mannen, burgers – die dat wél doen.

Niemand die het weet, zelfs buren, vrienden en kennissen hebben vaak niet in de gaten dat de mannen ’s nachts, als iedereen slaapt, stilletjes hun huis verlaten. Om op pad te gaan voor een geheimzinnig en levensgevaarlijk karwei.

De liniecrossers. 21 onbevreesde mannen. 374 keer maken zij bij nacht en ontij de oversteek tussen bezet en bevrijd gebied en andersom. Tussen Drimmelen en Werkendam. Tussen Lage Zwaluwe en Sliedrecht.

Vier tot vijf uur peddelen. Vaak in kou en regen. Ook, nee júist als het aardedonker is. Want dan kan het maanlicht hen niet verraden. Met informatie, met medicijnen waar in bezet gebied groot gebrek aan is. Met mensen.

Met militairen, zoals de Britse generaal John Hacket, commandant van de 4de Britse parachutistenbrigade tijdens Operatie Market Garden. Hij is tijdens de gevechten zwaar gewond geraakt. In het diepste geheim is hij verzorgd. En als hij voldoende hersteld is, zetten de liniecrossers hem tijdens een levensgevaarlijke tocht vanuit Sliedrecht over naar bevrijd gebied. Naar hier.

In de nacht van 5 op 6 februari 1945 komt de generaal hier in Lage Zwaluwe aan. Eindelijk veilig.

Twee dagen later is hij thuis bij zijn vrouw in het Engelse graafschap Rutland. Dezelfde avond komt er via de BBC-radio een bericht: "De grijze gans is gevlogen". Het is een gecodeerd bericht aan zijn helpers dat de missie is geslaagd. Hun gevaarlijke werk is niet voor niets geweest.

Hoeveel meer mensen zijn gered door de liniecrossers? We weten het niet. Maar het moeten er velen zijn geweest. Niet alleen degenen die zijn overgezet naar veilig gebied, ook de mensen die overleefden dankzij gesmokkelde medicijnen. 6 en een half miljoen eenheden insuline werden door de liniecrossers overgezet naar bezet gebied. Waarmee zo’n 10.000 diabetespatiënten geholpen werden.

Of dankzij voedsel. Want honger teisterde de steden ten noorden van de rivieren in die laatste, barre oorlogswinter. En dan was er natuurlijk de geheime informatie - ongetwijfeld hebben ook de inlichtingen die de liniecrossers overbrachten, hun deel bijgedragen aan de uiteindelijke bevrijding van héél Nederland.

21 mannen, gewone mannen. Ze hadden dit levensgevaarlijke werk niet hóeven doen. Ze hadden ook thuis kunnen blijven. Sommigen hadden een gezin. Zoals Koos Hoevenaar. Vader van 13 kinderen. Waarom nam hij het risico? Waarom ging hij toch weer het water op, zelfs na een tocht die hij ternauwernood overleefde omdat hij onder vuur kwam te liggen? Martin, de zoon van Koos Hoevenaar – hij is ook hier aanwezig – heeft het zich vaak afgevraagd.

Was het omdat Koos met eigen ogen had gezien hoe een buurtgenoot, net als hij vader van een groot gezin, genadeloos was doodgeschoten, toen hij op het land werkte? Simpelweg omdat hij niet op tijd in de gaten had dat een Duitser hem wenkte om te komen; het gebaar in de verte niet op tijd had herkend?

Misschien.

Ze hadden allemaal hun eigen redenen, de 21. Maar één ding is zeker: ze zijn onze helden. Omdat ze niet wegkeken. Omdat ze niet kozen voor hun eigen comfort, niet kozen voor hun eigen veiligheid. Maar hun nek uitstaken voor de veiligheid van anderen. Wat een voorbeeld voor ons allemaal!

Twee liniecrossers hebben voor hun dapperheid de hoogste prijs betaald: Arie van Driel, of Aaike, zoals de mensen hem noemden. Viel tijdens zijn 54ste crossing in handen van de Duitsers. En Kees van der Sande, na 22 crossings thuis opgepakt. Beiden werden afgevoerd naar Utrecht. Beiden werden vlak voor de capitulatie gefusilleerd.  Aaike 40 jaar oud. Kees 27 jaar oud.

19 crossers overleefden. Ze hebben na de oorlog zonder veel bombarie het gewone leven weer opgepakt. Hun missie was geheim geweest. Velen spraken er niet over. Ja met elkaar, maar niet met anderen. Wie zou ze geloven?

Wat ben ik blij dat hun verhaal toch in leven is gehouden! Dank zij hun kinderen en kleinkinderen. Dankzij de kinderen van de twee basisscholen, De Grienden en De Henri Dunant. Dank zij u allemaal.

Ik vind het een eer dat ik hier vandaag mocht zijn en ik wil jullie kinderen, en u allemaal vragen: houd deze mooie traditie vooral in ere. Zodat we deze bijzondere mannen, deze gewone mannen, deze helden nooit zullen vergeten.

Dank u wel.