Dekker informeert Tweede Kamer over voortgang maatregelen forensische zorg
Dit voorjaar zijn er naar aanleiding van de kritische onderzoeken naar het detentieverloop van Michael P. verschillende maatregelen genomen in de forensische zorg. Daarnaast heeft minister Dekker (Rechtsbescherming) in juni aangekondigd een Programma Forensische Zorg in te richten. Vandaag informeert de minister de Tweede Kamer over de voortgang van deze maatregelen en het programma Forensische Zorg.
Dekker:
“Forensische zorg levert een belangrijke bijdrage aan een veilig Nederland. De kans dat een gedetineerde met een stoornis na zijn straf weer de fout in gaat, is mét behandeling kleiner, dan zónder behandeling. Maar het kan op onderdelen beter. We hebben inmiddels flinke stappen gezet door bijvoorbeeld de informatie-uitwisseling en risico-inschatting te verbeteren. Met het Programma Forensische Zorg leggen we samen met de sector een nieuw fundament onder het stelsel.”
Programma Forensische Zorg
Om direct en gestructureerd aan de slag te kunnen met de belangrijkste uitdagingen binnen de sector is het Programma Forensische Zorg gestart. Dit Programma gaat o.a. aan de slag met de verdere implementatie van de verbetermaatregelen. Daarnaast moderniseert het Programma samen met de sector en de samenleving de visie op de forensische zorg. Hierbij wordt opnieuw gekeken naar de balans tussen veiligheid en zorg. Ook ontwikkelt het Programma kwaliteitsnormen om de kwaliteit van de forensische zorg een verdere impuls te geven. Veiligheid krijgt hierbij een belangrijke rol. Verder gaat het Programma aan de slag om de regie in de keten te versterken, waarbij rollen en taken nog duidelijker worden voor alle betrokken partijen.
Informatie-uitwisseling
Informatie-uitwisseling was een van de grootste knelpunten binnen de sector. Dit is verbeterd. Sinds 1 januari 2019 is het mogelijk om ook zonder toestemming van de gedetineerde gegevens uit het penitentiaire dossier te delen met de instelling voor forensische zorg waar een gedetineerde wordt geplaatst. Met het Besluit forensische zorg is sinds eind juni meer informatiedeling verplicht. Om dit ook in de praktijk te realiseren is samen met DJI, GGZ Nederland, reclasseringsorganisaties en andere ketenpartners vanuit het Programma Forensische Zorg het project ‘informatie-uitwisseling’ gestart. Zodat er geen misverstanden meer bestaan over de verplichting tot het delen van informatie.
Risico’s
Verder bleek er te weinig zicht op de risico’s die gepaard gingen met uitplaatsing naar een forensische kliniek en de vrijheden die in dat kader werden toegekend. In mei liet Dekker al weten dat sinds eind maart veroordeelden van ernstige gewelds- of zedenmisdrijven daarom niet meer worden uitgeplaatst zonder dat daar een delictanalyse en risicotaxatie aan vooraf is gegaan. Dat ligt nu ook vast in regelgeving. Op dit moment worden psychologen die werkzaam zijn in de penitentiaire inrichtingen bijgeschoold om delictanalyses en risicotaxaties af te nemen. Eind dit jaar moet dit zijn afgerond. Vanwege het ontbreken van de benodigde deskundigheid voor risicotaxatie en delictanalyse kwamen er tijdelijk geen gedetineerden uit de doelgroep ernstig geweld en zeden meer in aanmerking voor uitplaatsing. Dit is nu opgelost, onder andere door externe krachten in te huren.