Toespraak van minister Van Engelshoven bij de opening van de tentoonstelling ‘Monet – Tuinen van Verbeelding’

Toespraak van minister Van Engelshoven bij de opening van de tentoonstelling ‘Monet – Tuinen van Verbeelding’, op 11 oktober 2019, in het Kunstmuseum te Den Haag

[Het gesproken woord geldt!]

Beste mensen,

Toen Claude Monet in 1886 niet ver hiervandaan, bij Rijnsburg, de bollenvelden aan het schilderen was, schreef hij een vriend het volgende:

‘Enorme velden van bloemen…

Wonderlijk mooi (…), maar wel om de arme schilder gek te maken.

Het is niet te doen met ons povere palet.’

Monet deed het tóch,

en nu - 133 jaar en vele hoofdstukken in de kunstgeschiedenis later - belooft datzelfde ‘povere palet’ een publiekstrekker van jewelste op te leveren.

Dat is natuurlijk in de eerste plaats een compliment aan Monet, wiens werk de tand des tijds glorieus heeft doorstaan,

Maar het is ook een groot compliment aan het Kunstmuseum,

dat er opnieuw in is geslaagd om een belangrijke Monet-tentoonstelling te organiseren.

67 jaar na het grote retrospectief van 1952.

Dezelfde schilder,

deels hetzelfde werk,

op dezelfde plek,

maar met een andere naam.

Want daar heeft de tijd zijn tanden wel in gezet.

Het gemeentemuseum heet nu Kunstmuseum,

Opdat iedereen weet wat hier gebeurt:

Hier worden geen rijbewijzen verstrekt,

hier wordt kunst getoond.

Kunst, zoals ‘Monet - Tuinen van Verbeelding’.

Deze prachtige tentoonstelling waarin Monet’s periode in Giverny centraal staat.

De periode waarin hij zich opnieuw uitvond, met tuinstukken.

Er zijn tal van redenen om deze tentoonstelling belangrijk te vinden.

Persoonlijk ben ik dol op bloemen en tuinen - als een ander ze maar onderhoudt…

En aan een kunsthistorische beschouwing zal ik me hier niet wagen,

Toch is er één reden die ik er hier wil uitlichten:

De tentoonstelling bewijst dat ons cultureel erfgoed niet iets is om ons mee achter de dijken te verschansen,

maar dat het onze horizon kan verbreden,

Dat we onze Rembrandts, Van Goghs en Mondriaans kunnen inzetten om over onze eigen grenzen heen te kijken.

Want deze tentoonstelling was niet tot stand gekomen als het Kunstmuseum niet zo’n formidabele collectie Mondriaans had gehad.

Door dat erfgoed uit te lenen, kon het de Monet-tentoonstelling hiernaartoe halen.

Door onze Mondriaans in het buitenland te laten zien, kunnen wij kennis nemen van erfgoed van elders.

Kunst gaat over het opzoeken van grenzen en het verkennen van nieuwe gebieden.

Monet en Mondriaan wisten daar alles van.

Ze verlieten het bekende terrein van de landschappen om te experimenteren met kleurexplosies en geometrische vormen.

Naast hun creativiteit en hun kunde, was het die nieuwsgierigheid naar het andere die hen zo groot maakte.

Nieuwsgierigheid naar een andere lichtval, een andere vorm, of zelfs een andere werkelijkheid.

Zo werd Mondriaan Nederlands erfgoed door eerst naar Parijs en later naar Londen en New York te gaan,

En verrijkte Monet zijn ‘povere palet’ in de bollenvelden bij Rijnsburg.

Beste mensen,

U zit te popelen om de tentoonstelling te bezoeken.

Ik ook.

Want naast een belangrijke tentoonstelling,

die ons confronteert met de grensoverschrijdende waarde van ons erfgoed,

is het natuurlijk ook een zintuiglijke ervaring.

Een unieke verzameling van ontstellend mooie schilderijen.

Waarvan ik trots kan zeggen dat mijn ministerie eraan heeft bijgedragen,

door de indemniteitsregeling in te zetten en het onderzoek naar de Blauweregen mede te financieren.

Ik rond dus af,

Maar niet voordat ik het museum, en iedereen die heeft geholpen deze tentoonstelling mogelijk te maken, hartelijk dank.

En daarbij wil ik Benno Tempel in het bijzonder noemen.

Met de prachtige verhalen die hij over kunst kan vertellen, opent hij ogen en laat hij bezoekers dingen zien die ze anders zouden hebben gemist.

Dank daarvoor, Benno.

Ik wens u allen heel veel genoegen wens bij het bekijken van ‘Monet - Tuinen van Verbeelding’.