Toespraak door minister Grapperhaus tijdens Herdenking Twentse razzia

Toespraak van minister Grapperhaus tijdens de Herdenking Twentse razzia, in Enschede op 12 september 2019.

Dames en heren,

A million candles burning for a help that never came

You want it darker, we kill the flame.

Deze 2 zinnen schreef Leonard Cohen met zijn naderende dood op het netvlies. In het nummer echoot een kaddisj door. I’m ready my Lord, zingt Cohen. Hij was klaar voor de dood.

Dat gold niet voor de 105 Joodse mannen, die hier in Twente op 13 en 14 september 1941 als weerloze gijzelaars werden opgepakt. Midden in hun leven, weggerukt uit hun dagelijks bestaan om gedeporteerd te worden naar Mauthausen. De aanleiding? De sabotage van een paar kabels door onbekenden.

De Nazi-bezetter nam niet de moeite om eerst de dader of daders op te sporen. Nee, de Nazi’s besloten meteen een gemeenschap af te straffen. Vanwege haar identiteit. Vanwege uw identiteit.

Ik was niet bekend met de verschrikkingen die deze groep, meest jonge, mannen is overkomen. De Twentse razzia is geen vast onderdeel van de geschiedenisboeken, maar daardoor niet minder belangrijk. Toen ik over uw geschiedenis hoorde, raakte mij dat. Als minister van Eredienst. Maar ook als minister van Justitie en Veiligheid. En als mens, als vader, als opa.

Ik sta hier vandaag in al die hoedanigheden, maar met één gemene deler: dit - nooit - meer.

In Nederland gaan we uit van gelijkheid en dus ook van de gelijkwaardigheid van alle geestelijke stromingen. We maken geen onderscheid op grond van geloofsovertuiging of levensbeschouwing. Een ieder die in Nederland verblijft, moet zich hier welkom voelen. Zich veilig weten.

Daarom is de eredienst ondergebracht bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Een samenleving kan zich alleen als rechtsstaat manifesteren als de veiligheid van alle mensen gewaarborgd is. Als ieder individu zich veilig weet. In onveiligheid bestaat geen justitie. En daarom is er die sterke verbinding tussen justitie en veiligheid.

Ten tijde van de razzia was veiligheid een luxe goed. Geen vanzelfsprekendheid en zeker niet weggelegd voor mensen met het Joods geloof, Roma, Sinti of homoseksuelen. Iedere vorm van justitie was hiermee gewelddadig opzijgezet.

Vandaag de dag is veiligheid het fundament van onze rechtsstaat. Maar we moeten erop blijven toezien dat we recht doen aan die rechtsstaat. Want het is geen verworvenheid. En alleen samen houden we de grondbeginselen hoog.

Maar tegelijkertijd weet ik ook dat we hier nog niet 100% in slagen. Uw gemeenschap voelt zich nog steeds niet veilig genoeg. De religieuze onverdraagzaamheid, het antisemitisme is een veelkoppig monster. Ik kan het helaas niet anders verwoorden. Het is een walgelijk gegeven dat er nog altijd mensen zijn met antisemitische waanideeën.

Als mensen van de jongere generatie nu zeggen dat hun toekomst niet in Nederland ligt, omdat ze hun Joodse geloof niet durven te uiten, dan faalt onze samenleving.

Tijdens mijn ontmoetingen met verschillende Joodse belangenorganisaties en aan synagogen werd mij ook nog iets anders pijnlijk duidelijk; het vertrouwen in Justitie is onvoldoende. Want als ik hoor dat niet alle discriminatie-ervaringen gemeld worden, omdat men het gevoel heeft dat dat toch niets verandert, dan maak ik mij zorgen.

Hier ligt een taak voor mij weggelegd, maar ook voor onze samenleving. Want daar waar Justitie tekortschiet, moet ook de samenleving naar voren treden. Om uiting te kunnen geven aan de solidariteit. Een goed voorbeeld vind ik de keppel-op-demonstratie van afgelopen voorjaar. Jood of geen Jood, iedereen kon zich aansluiten om zich solidair te tonen. Die dag liet eens temeer zien dat de samenhang binnen onze Nederlandse samenleving nog steeds de troef is. De sleutel naar de vrijheid om je fundamentele rechten uit te kunnen oefenen.

Hiermee zeg ik niet dat ik die verantwoordelijkheid afschuif op de samenleving. Als minister ben en blijf ik daarvoor verantwoordelijk. U mag mij daarop aanspreken. Maar als de weerbaarheid van de Joodse gemeenschap kan worden vergroot door inspanningen vanuit de maatschappij, dan is er meer draagvlak. Dan is er meer kans van slagen.

Denk aan een verdere dialoog tussen verschillende geloofsgemeenschappen. Educatieve projecten op scholen of de campagnes in het betaald voetbal en bij amateurclubs.

Van overheidswege denk ik aan het al bestaande Joods politienetwerk. Of het onafhankelijk onderzoek dat het WODC, het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, uitvoert naar de voor- en nadelen van een wettelijke strafverzwaringsgrond bij delicten met een discriminatoir motief.

U merkt, de herdenking van vandaag is veel meer dan alleen stilstaan bij die vreselijke donkere dagen in 1941. Deze dag zet ons ertoe om alert te blijven. Om discriminatie te herkennen en tegen te gaan. Dit moeten we in gezamenlijkheid blijven doen. Want het antisemitisme is een probleem van ons allemaal.

Maar vandaag is ook een dag waarop u mag rouwen. Rouw heeft een functie. Het brengt u verder. Het creëert ruimte voor licht aan de horizon. Het overbrugt de kloof tussen intellect en emoties. Niet alleen om verder te kunnen leven, maar ook om het verdriet uit te kunnen spreken van het gemis. En om het onrecht te onderstrepen dat deze jonge Joodse mannen niet verder mochten. Hun levensbelofte niet mochten waarmaken.

Dankzij rouw kunnen we weer vooruit en er zijn voor de mensen om ons heen. Laten we er samen voor zorgen dat de jongere generatie zich weer helemaal veilig voelt en ook de justitie ervaart - en er weer zin in heeft om in Nederland te blijven. Dat ze niet meer aarzelt om uiting te geven aan haar Joodse identiteit.

Leonard Cohen hield zich ook met deze thema’s bezig. Hij bleef altijd geloven in verlossing, maar wist ook dat hij niet voorbij kon aan het heden.

There is a crack in everything. That’s how the light gets in.

Omhels het nu, omhels uw littekens en luid elke bel die u nog kunt luiden.