Speech van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, bij 120 jaar Staatsbosbeheer, Almere, 11 september 2019.

Speech van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, bij 120 jaar Staatsbosbeheer, Almere, 11 september 2019.

[Het gesproken woord geldt]

Gefeliciteerd met deze honderdtwintigste verjaardag. Dank dat ik deze mijlpaal mag meevieren. Tussen de vrienden van Staatsbosbeheer.

Minister of ‘vriend’, dat loopt bij mij door elkaar. Als minister kreeg ik bij de oprichting van mijn ministerie het verzoek een boom te planten. Boswachter Jenny heeft me daarna meegenomen op ontdekkingsreis in het postzegeltje groen dat ‘Haagse Bos’ heet. Geweldig!

En iedere keer als ik mijn kamer binnen kom, kijk ik - met dank aan Sylvo Thijssen - naar een foto waarop twee koeien grazen in Munnikenland. Het is het gebied vlakbij slot Loevestein, waar ik ben opgegroeid. De houten lijst is gemaakt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een mooie manier, vind ik, om die mensen nieuwe kansen te geven én bij de natuur te betrekken. Ik voel mij dus bijna iedere dag via die ingelijste foto verbonden met mijn wortels, onze vaderlandse geschiedenis én met de stille helden van Staatsbosbeheer.

Staatsbosbeheer heeft de afgelopen 120 jaar nooit precies dezelfde rol gehad. De navelstreng met het departement is wel eens bijna doorgeknipt. Dat heeft Staatbosbeheer niet belet bijna net zoveel verschillende medewerkers als vrienden te verbinden. Die medewerkers, dat zijn behalve de mensen die ik noemde, ook zesduizend (!) vrijwilligers. Het zijn onder andere de boswachters die altijd buiten zijn, en de ‘binnenmensen’, experts, ecologen, onderzoekers. Bijna zonder uitzondering bevlogen mensen, en allemaal maken ze talloze overuren. Ik heb groot respect voor uw inzet.

Dat, en de gerespecteerde leeftijd van honderdtwintig jaar maken dat u zoveel meer bent dan een beheersorganisatie voor ons groene erfgoed. Daar mag u trots op zijn.

Wie midden in de samenleving staat, die staat ook op de wind. Die wordt geconfronteerd met mensen die afval of drugs dumpen, brand stichten of rustgebieden negeren. Die heeft ook niet alleen maar vrienden. Als je werkt vanuit een passie, en groepen mensen verwijten jou het tegenovergestelde, raakt je dat. Ik noem de commotie rond de houtkap, het afschieten van dieren, de Oostvaardersplassen. Mijn besluiten rond onze natuur hebben impact op u. De wind die u van voren krijgt is het directe gevolg van beslissingen die ik als bestuurder aan de achterkant neem. Daarmee vraag ik veel van u. Dat maakt het voor u niet altijd eenvoudig. Ik snap dat en loop daar niet voor weg. Tegelijkertijd komen er dilemma’s op mijn pad. Ik besluit daar nooit lichtvaardig over.

Juist in de wind, in die maatschappelijke controverse, moet je op zoek durven gaan naar de gemene deler. En ontdekken wat voor mensen werkelijk belangrijk is. Wat is onze taak? Begrip van gedeelde waarden zorgt dat we naar andersgestemden kunnen luisteren. Daarmee overbruggen we tegenstellingen. Dat is ook voor de toekomst belangrijk, als we een ander voedselproductiesysteem neerzetten, en de natuur en het klimaat meenemen in ons handelen. Daar moeten we ook elkaar in meenemen.

En dan natuurlijk een enorm voordeel als je, zoals u, al veel contact hebt met al die grote en kleine bedrijven, organisaties en overheden, en vooral met al die mensen: wetenschappers, leraren, boeren, bestuurders, dorpelingen, stedelingen, kampeerders, mountainbikers, wandelaars, kinderen, jongeren of ouderen. Dat is bijna al een dwarsdoorsnede van de samenleving.

Dames en heren,

Met de afstand van de tijd kunnen we stellen dat Staatsbosbeheer honderdtwintig jaar geëvolueerde veelzijdigheid is. Het begon praktisch. Met voornamelijk buitenmannen: planters, jagermeesters, houtvesters en opperhoutvesters. Het gaat verder met u en ons.  

Ik hoop dat Staatsbosbeheer alle vrienden en alle activiteiten blijft koppelen. En niet alleen die bijzondere, unieke organisatie blijft, maar ook outside the box en uit het bos blijft treden. En natuurlijk meester in verbindingen blijft.

Ik kom graag nog eens met u de mouwen opstropen als er bijvoorbeeld moet worden opgeruimd, vlinders geteld of weer een boom moet worden geplant.