Toespraak Minister van Defensie, Ank Bijleveld-Schouten, bij uitreiking aan de heer Struijs in Groesbeek
Toespraak van minister Bijleveld-Schouten ter gelegenheid van de uitreiking van een civiele dapperheidsonderscheiding aan de heer Struijs, op 14 augustus 2019 in het Gemeentehuis te Groesbeek.
Dames en heren,
Veel dank dat ik hier te gast mag zijn. In het Rijk van Nijmegen, de omgeving die mij zo bekend is uit mijn jeugd. Het voelt iedere keer weer een beetje als ‘thuiskomen’. En dat komt, vandaag in het bijzonder, mede dankzij u allen. De bijzondere mensen die het Rijk rijk is.
Vandaag vormt het mooie, – en met militaire historie doordrenkte – Groesbeek, het toneel voor een heel speciale gelegenheid. Ik vind het fijn dat u er allemaal bij bent. En hier nu deel van uitmaakt. Want het is geen gewone dag. Geen dag als alle andere. Vandaag zijn wij hier om iets unieks te verankeren in ons geheugen. Iets wat het leven van een aantal mensen voorgoed veranderde. Iets wat het toonbeeld is van omkijken naar een ander, zonder eigen belang.
Iets wat een grootse, en zeer moedige daad bleek van iemand.
Die iemand is de kapitein buiten dienst Struijs. Die iemand is Henk. Hij deed iets waar ik ongelofelijk veel bewondering voor heb. Als mens voor zijn medemens.
En dat... terwijl hij zelf ook het nodige persoonlijke leed in zijn leven heeft meegemaakt, zelfs nog in de afgelopen weken. Wat kan een mens aan... Henk, wat kan jij veel aan. Die omstandigheden maken dat wat jij voor anderen hebt betekend, nog uitzonderlijker.
We denken bij een heldendaad vaak aan oorlogsomstandigheden, een natuurramp of grote brand. Maar ook in het alledaagse leven thuis, op straat of in de winkel staan helden op. Zoals Henk.
Ik vertel u nu graag zijn verhaal. Ga met mij mee terug in de tijd, bijna 13 jaar om precies te zijn. Naar Havelte, een plaats 150 kilometer ten noorden van hier, op een avond in november.
Henks deurbel gaat en hij opent de voordeur. Voor hem staat zijn buurvrouw, die hem vraagt of Henk zijn andere buurvrouw, Carla, wil helpen. Carla vertrouwt de situatie bij haar thuis niet en heeft daar alle reden toe.
Zij heeft net haar 2 kinderen opgehaald bij haar ex. Dat ging, die bewuste dag, anders dan anders. De sfeer was dreigender, grimmiger, onbestemd... en ging gepaard met ongewenst fysiek contact.
Onderweg krijgt Carla een waarschuwing van de nieuwe echtgenote van haar ex. Carla’s ex-man is buiten zinnen in de auto gesprongen en vertrokken richting haar huis in Havelte. Haar angst geeft haar in om niet meteen naar huis te rijden, maar eerst bij haar moeder haar buurvrouw te bellen met het verzoek om Henk te informeren.
Henk, zelf sinds kort weduwnaar met de zorg voor zijn 2 hulpbehoevende tieners, kent de situatie en weet hoe onveilig zijn buurvrouw Carla zich voelt. Dat doet Henk besluiten om haar, zonder enig moment van aarzeling, te willen helpen. Een aanbod dat hij Carla al vaker had gedaan, maar waar zij niet eerder gebruik van heeft gemaakt. Hij voelt echter aan zijn water dat het deze keer anders is… Menens is.
Geen haar op zijn hoofd denkt eraan zijn bange buurvrouw in de steek te laten. Hij wordt niet voor niets gebeld. Hij is nodig.
Wanneer Carla arriveert, wacht Henk haar buiten op. Er brandt licht in de berging. Dat is gek, want Carla is ervan overtuigd dat ze alle lichten voor vertrek heeft uitgedaan. Henk gaat voor de zekerheid daarom voorop, het huis binnen, Carla en haar oudste kind – [hier vandaag ook aanwezig] – vlak achter zich.
Het is donker binnen. In de gang hangt een ongewone geur van sigarettenrook. Wanneer Henk de deur van de woonkamer opent, ziet hij door het schemerlicht van de lantaarnpaal buiten de ex van Carla zitten, verscholen achter twee planten.
En dan plotseling… Eén klik. Het enige dat de stilte in huis doorbreekt. Wat Henk vermoedt, dankzij zijn jarenlange kennis en ervaring als militair, blijkt waar... De klik is het geluid van een wapen dat weigert. Hij herkent het inmiddels uit duizenden. En de loop is op Henk gericht. Henk twijfelt geen moment en duwt Carla uit de vuurlinie de keuken in. Het licht gaat daarbij aan.
Hij loopt vervolgens op de ex af, die tevergeefs verwoede pogingen onderneemt om de storing van het wapen op te lossen. Henk overmeestert de man en neemt het wapen af. Hij houdt de man in de houdgreep totdat de politie arriveert. 30… minuten… lang.
Eén klik was genoeg om over te gaan tot actie. Eén klik die zorgde dat in het hoofd van Henk ook een klik werd gemaakt…
Hij moest en zou de dader stoppen. Hij moest en zou voorkomen dat die avond zou eindigen in een vreselijk familiedrama. …In een bloedbad. De ex van Carla had 3 kogels in zijn wapen. Voor haar en hun 2 kinderen, zo zei de man zelf. Het had niet veel gescheeld of de krantenkoppen hadden er de volgende dag heel anders uit gezien.
Of Henk had hier nu niet voor mij gestaan.
Of Carla en haar kinderen hadden het niet meer kunnen navertellen.
Eén klik veranderde alles. Henk..., jij haperde niet. Jij weigerde je buurvrouw aan haar lot over te laten. En al voelde dat voor jou op dat moment heel natuurlijk… vanzelfsprekend is het zeer zeker niet.
Je bent voor ons allemaal een voorbeeld van onvoorwaardelijk burgerschap en naastenliefde. Jij speelde de hoofdrol, die allesbepalend was voor het leven van anderen. Voor het gezin dat naast je woonde. In een hoofdrol die je jezelf toe-eigende zonder eigen belang. Die jou je eigen leven had kunnen kosten.
Ik heb diep respect voor wat je hebt gedaan. Iedereen zou zich zo’n buurman wensen als jij.
Op dit toneel, in jouw mooie woonplaats vandaag, krijg je nu de tastbare erkenning voor jouw moedige daad. Een hoge civiele dapperheidsonderscheiding, die in Nederland zelden wordt uitgereikt... en daarom exclusief en extra bijzonder is.
Henk krijgt de onderscheiding voor een inzet die wij hier allemaal niet gauw zullen vergeten. En sommigen van u zelfs nooit meer. Het staat in ons geheugen gegrift.
In het bijzonder noem ik in deze ook Henks partner Bertie. Bertie, bij jou kwam alles weer boven op het moment dat Henk hoorde dat hij een hoge onderscheiding zou krijgen. Ineens merkte je hoezeer het ook jou heeft aangegrepen. En nog steeds aangrijpt. Op het moment van het verontrustende voorval hield jij het hoofd koel... Ving jij buiten op vakkundige wijze omstanders op en nam jij de zorg voor hen op je. En dat, terwijl je niet wist wat daarbinnen gebeurde... Hoe Henk, Carla en haar zoon eraan toe waren... En de situatie nog zodanig kon escaleren, dat jij en de mensen waarover jij je had ontfermd, eveneens gevaar liepen. Daarom zijn wij hier ook voor jou. Wat fijn dat je er bent, naast jouw geliefde Henk.
Tot slot richt ik me als laatste nog eenmaal tot jou, Henk. Vanwege jouw moedige inzet heeft het Zijne Majesteit De Koning behaagd jou de Eerepenning voor menschlievend hulpbetoon in zilver toe te kennen.
Het is mij een eer om deze bijzondere dapperheidsonderscheiding bij je op te mogen spelden. Het is zo verdiend! Voor ik dat doe, zal mijn adjudant eerst het besluit voorlezen. Dank u wel dat u hier vandaag allemaal getuige bent van deze speciale gebeurtenis.