Aangepast besluit gaswinning Pieterzijl-Oost vastgesteld
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft ingestemd met het winningsplan voor het gasveld Pieterzijl-Oost. Op grond van de uitgebrachte adviezen van onder andere het Staatstoezicht op de Mijnen, de Technische Commissie Bodembeweging, de Mijnraad en de betrokken overheden is er geen grond om de winning uit dit gasveld te weigeren. Wel is het instemmingsbesluit aangepast. Zo is de winningsperiode met een jaar verkort tot eind 2024.
Het instemmingsbesluit ligt van vrijdag 14 juni 2019 tot en met vrijdag 26 juli 2019 ter inzage bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de gemeenten Noardeast-Fryslân en Westerkwartier en op www.nlog.nl. Belanghebbenden die eerder een zienswijze hebben ingediend, kunnen eventueel nog beroep aantekenen tegen het besluit.
Gaswinning uit de kleine velden
Het gasveld Pieterzijl-Oost is een zogenaamd ‘klein gasveld’. In Nederland zijn er zo’n 240 kleine gasvelden waarvan ongeveer de helft op land ligt. De kleine gasvelden zijn belangrijk voor Nederland: hoewel Nederland langzaam van het gas af gaat, is gas de komende decennia nog nodig als energiebron. Het gebruik van gas uit eigen land leidt daarbij tot minder uitstoot dan geïmporteerd gas.
De risico’s en impact van gaswinning en kleine velden zijn veel kleiner dan bij de winning in het Groningerveld. Waar het gas uit kleine velden veilig gewonnen kan worden, zoals in Pieterzijl-Oost, wordt de winning dan ook toegestaan. De veiligheid is beoordeeld door onder andere het SodM en de Tcbb.
Hydraulische stimulatie
Pieterzijl-Oost is een klein gasveld waar de NAM van 255 miljoen Nm3 uit wil winnen. Voor een goede winning van het gas moet er eenmalig een zogenaamde ‘hydraulische stimulatie’ worden toegepast. Dit staat ook bekend als een ‘frack’. Daarbij wordt het gesteente in het gasveld poreus gemaakt om het gas goed uit het veld te kunnen krijgen. Het gebruik van deze techniek is meegenomen in de veiligheidsbeoordeling. Deze techniek wordt wereldwijd toegepast. In Nederland is de techniek sinds de jaren ’50 al meer dan 330 keer toegepast zonder nadelige gevolgen.
Behalve de inkorting van de winningsperiode is het besluit op een tweede punt aangepast. Voortaan is niet langer een bouwkundige nulmeting aan bouwwerken voorgeschreven. In plaats daarvan is ingezet op een voldoende netwerk van versnellingsmeters. Er blijken reeds voldoende versnellingsmeters aanwezig te zijn waardoor hier geen voorschrift voor is opgenomen.