Toespraak minister Hoekstra tijdens CFO Day
Minister Hoekstra (Financiën) sprak op woensdag 5 juni 2019 tijdens de CFO Day in Oosterbeek. Het thema van de bijeenkomst: Building bridges.
Het gesproken woord geldt.
Dames en heren,
Wat goed om hier vandaag te zijn op deze CFO Day en wat een eer om te mogen spreken over het thema ‘Building bridges’. Een thema dat naar mijn idee aangeeft dat u de tijdsgeest prima aanvoelt. U wilt vandaag een brug bouwen tussen het bedrijfsleven en de samenleving en dat is een belangrijke taak. Maar daarover later meer.
Want een brug die u vandaag ook legt, is die tussen de generaties. En een plek waar jong en oud – zelf zeg ik liever jong en iets minder jong - elkaar hoe dan ook tegenkomen is de werkvloer. De kruisbestuiving tussen groen en ervaren brengt naar mijn mening altijd het allerbeste naar boven. Ik heb toen ik zelf begon met werken veel gehad aan de adviezen van de senior collega’s. En andersom hoop ik dat ze zich ook aan mijn frisse blik konden laven.
Daarom vind ik het een uitstekend initiatief dat alle CFO’s vandaag een jongere collega hebben meegenomen: de CFO’s van morgen zogezegd. Ik vond het zelfs zo’n goed idee dat ik vandaag zelf ook een jonge, hardwerkende, slimme collega heb meegenomen.
Dat was nog lastig kiezen, want daar hebben we er veel van bij Financiën. Jonge mensen, die kansen krijgen. Op het departement praat iedereen mee – ook bij mij aan tafel. En natuurlijk zal iemand met meer werkervaring ook eerder een hogere positie bekleden. Maar je aantal strepen bepaalt niet hoe goed er geluisterd wordt. Het gaat om wat je zegt en of dat hout snijdt.
Graag stel ik u voor aan Ouafa Oualhadj. Zij heeft op jonge leeftijd al een hele carrière achter de rug – zoals dat gaat met high potentials. Ze was jongerenambassadeur, werkte bij PowNews en FunX en daarna als financial trainee bij verschillende afdelingen van het ministerie van Financiën. Nu is ze verantwoordelijk voor control op artikel 2 van de begroting, de financiële markten.
Ze maakte de overstap van media naar overheid, omdat ze zich meer wilde bezighouden met de lange termijn, in plaats van de – mag ik dat zo zeggen? - waan van de dag.
Het mooie van Ouafa is dat ze dus al op jonge leeftijd veel van de samenleving heeft gezien. Daardoor is ze zich ondanks de interne gerichtheid van haar werk continu bewust van de buitenwereld en van het effect van haar werk op het land. Het belang enerzijds dat beleid uitgevoerd kan worden, maar anderzijds dat het geld niet tegen de plinten klotst. Want de overheidsfinanciën zijn van ons allemaal, en zijn er voor ons allemaal.
Ik denk dat zo’n bredere blik als die van Ouafa helpt in je werk. Ikzelf heb ook een overstap gemaakt. Zoals u misschien wel weet ben ik de brug tussen politiek en bedrijfsleven overgestoken. Eerst met een paar voorzichtige passen, toen ik naast mijn werk bij McKinsey in de senaat plaatsnam. En sinds 2017 fulltime in deze prachtige baan.
Ik ben in die jaren tot de conclusie gekomen dat publiek en privaat elkaar enorm nodig hebben. Immers zonder geld van de private sector hadden we geen zorg, politie en onderwijs. Maar zonder opleiding, veilige straten en goede gezondheidszorg kunnen we ook geen geld verdienen. Politiek en privaat hebben elkaar dus nodig, maar ik heb ook gemerkt dat ze elkaar niet altijd begrijpen.
En juist het bedrijfsleven is de afgelopen tijd steeds dwingender op de maatschappelijke verantwoordelijkheid gewezen. De Maatschappelijke Imago Monitor bevraagt al tien jaar lang consumenten over bedrijven. In 2019 zei 66 procent van de respondenten dat bedrijven maatschappelijke doelen net zo belangrijk zouden moeten vinden als winst maken.
Voor de generatie van de jonge potentials hier is dit al helemaal vanzelfsprekend. De afgestudeerden van vandaag willen niet meer alleen bij de grote multinationals of advocatenkantoren werken, maar bij start-ups die de wereld willen veranderen en een bijdrage willen leveren aan morgen. En als ze er wel werken, stellen ze de mores ter discussie.
En de consumenten? Die eisen dat bedrijven duurzaam zijn, sociaal rechtvaardig opereren en hoge ethische normen hanteren. Zo niet, dan lopen ze weg. De voorbeelden zijn overal om ons heen: mensen die van reguliere banken naar een groene bank overstappen, de plofkip die uit de schappen verdwijnt, protesten tegen fast fashion en ophef als de zoveelste witte man als CEO of lid van de raad van bestuur is benoemd.
Het is een ontwikkeling die naar mijn stellige overtuiging alleen maar toe zal nemen. De lat voor het bedrijfsleven op het gebied van transparantie, duurzaamheid, diversiteit en normen en waarden zal steeds verder omhoog gaan. Het is een logisch gevolg van onze welvaart, we staan op de volgende trede van de piramide van Maslow. We hebben het geld om producten aan te schaffen en daardoor ook de ruimte om kritischer te zijn over die producten.
Door internet kan de individuele consument zich bovendien veel makkelijker organiseren. Bedrijven die de plank misslaan, worden onmiddellijk afgestraft. Dan kom je niet meer weg met een groen logo of een verantwoorde reclamecampagne. Hypertransparantie wordt de norm. Het is een nieuwe werkelijkheid waar u als bedrijfsleven mee hebt te dealen en die we volgens mij ook moeten toejuichen. De ondernemer van vandaag dient na te denken over wat hij of zij voor het land, voor Nederland, kan betekenen.
En gelukkig pakt het bedrijfsleven de handschoen op. Laat me twee actuele voorbeelden geven. De financiële sector zat aan tafel bij het klimaatakkoord, om de plannen mede vorm te geven. De sector ziet dus het belang van de lange boven de korte termijn. En – tweede voorbeeld - de belangstelling voor de groene staatsobligaties die de Nederlandse staat sinds kort aanbiedt was werkelijk overweldigend. Commerciële partijen willen dus heel graag bijdragen aan het klimaat.
Dames en heren, dat is bemoedigend, en tegelijkertijd kan er nog veel meer. Laten we een voorbeeld nemen aan Ouafa en haar leeftijdsgenoten en de wereld om ons heen niet uit het oog verliezen. Bij de overheid betekent dat dat je je voortdurend bewust moet zijn van het feit dat je geld van alle Nederlanders uitgeeft. En dat je bovendien niet alleen verantwoordelijkheid draagt voor een leefbare samenleving vandaag, maar ook voor de volgende generaties.
In het bedrijfsleven betekent het dat je continu beseft dat er meer in het leven is dan winst maken: goed werkgeverschap, zo min mogelijk troep achterlaten, divers, eerlijk en transparant opereren.
Tot slot richt ik me graag nog even speciaal tot de young potentials met een paar ongevraagde adviezen. Allereerst: vraag hulp. Bijvoorbeeld aan de CFO naast je, die je vandaag mee op sleeptouw heeft genomen. Je zal verbaasd zijn hoeveel mensen het leuk vinden om zonder dat ze daar wat voor terug willen, hun ervaringen te delen en carrièreadvies te geven.
Mijn tweede advies is: zoek iets waar jij energie van krijgt, los van wat je ouders ervan vinden en of je baas zegt dat het goed voor je is.
Derde advies: neem de regie, zeker als het gaat om het vinden van de juiste balans tussen werk en privé. Ook daar geldt: het gaat er niet om wat anderen een goede work-life balance vinden, het gaat erom wat voor jou werkt. Dus als jij altijd ’s ochtends wil sporten, ’s middags bij de kinderen wil zijn of nooit in het weekend wil werken, dan moet je dat regelen. Mijn secretaresses kijken me soms met opgetrokken wenkbrauwen aan als ik weer een sportsessie in een drukke agenda wil inplannen, maar voor mij is dat dé manier om fit te blijven in een veeleisende werkweek.
Als laatste: Trek je van alle adviezen, zoals ook die van mij van zojuist, alleen iets aan als je denkt dat het zinvol is. Zo niet: negeer ze dan. Kort gezegd: wees onorthodox, wees eigenwijs en trek je eigen plan. Dan zit het met de toekomst van dit land wel goed.
Dank u wel.