Oplossing voor terugvorderen huurtoeslag

Er is een oplossing gevonden voor huurders die begeleid wonen via een instelling en onterecht geen huurtoeslag hebben ontvangen of hebben moeten terugbetalen. Dat schrijft minister Ollongren (BZK) vandaag, mede namens staatssecretarissen Blokhuis (VWS) en Snel (Financiën), in een brief aan Nationale Ombudsman en de Tweede Kamer. Deze huurders leken eerst geen recht te hebben op huurtoeslag, maar volgens rechterlijke uitspraken moet ook gekeken worden naar de omstandigheden van de huur. De Belastingdienst gaat vergelijkbare zaken van mensen die geen huurtoeslag kregen of deze moesten terugbetalen, opnieuw beoordelen op basis van regels die beter aansluiten bij de praktijk.

Oorzaak

Huurders die zelfstandig begeleid wonen of huren via een zorginstelling gaan een huurovereenkomst aan die meestal gekoppeld is aan begeleidingsovereenkomst. In een aantal gevallen werden aanvragen voor huurtoeslag afgewezen, omdat uit de tekst van zo’n soort huurovereenkomst zou blijken dat het gaat om huurcontracten voor kort gebruik (niet voor wonen). Een huurder heeft in zo’n situatie geen recht op huurtoeslag. Daarbij werd er echter onvoldoende rekening mee gehouden dat ook begeleid wonen waar in deze gevallen sprake was, wonen is (en geen kort gebruik). Het komt ook voor dat de Belastingdienst de huurtoeslag in eerste instantie wel toekende, maar na beoordeling van het contract besloot tot herziening en terugvordering van de huurtoeslag.

Nationale Ombudsman

De huurders waar het om gaat zaten vaak eerst in de maatschappelijke opvang, in het beschermd wonen of de vrouwenopvang. Terugvorderingen zorgen bij hen voor problematische situaties, aldus de Federatie Opvang namens de opvanginstellingen. Ook de Nationale Ombudsman agendeerde dit als knelpunt in zijn recent verschenen publicatie “Vrouwen uit de knel? Het vervolg”.

Terugvorderingen huurtoeslag worden opnieuw beoordeeld

In de lopende en toekomstige zaken zal de Belastingdienst daarom niet alleen naar de tekst van de huurovereenkomst kijken, maar ook naar andere relevante factoren en omstandigheden zoals de intentie van de huurovereenkomst en de aard van het gebruik van de woning. Vergelijkbare al afgesloten zaken, waarbij een aanvraag om huurtoeslag is afgewezen of waarin de beoordeling van het contract tot een terugvordering heeft geleid, worden alsnog op deze nieuwe, juist wijze beoordeeld door de Belastingdienst. Die kan tot vijf jaar terug deze besluiten herzien in lijn met de nu verruimde uitvoeringsregels.

Om de huurders die het hier betreft te bereiken, zal de Belastingdienst/Toeslagen samenwerken met de Federatie Opvang.