Commissie De Leeuw: geen misstanden, wel verbeterpunten
De onafhankelijke onderzoekscommissie ‘vermoeden misstand bij de IND’ onder leiding van voormalig topambtenaar Johan de Leeuw heeft geen misstanden aangetroffen. De commissie doet wel een aantal verbetervoorstellen.
De commissie werd ingesteld nadat een IND-medewerker eind 2018 een melding van mogelijke misstanden binnen de IND kenbaar had gemaakt. De klokkenluider deed melding omtrent beoordeling van en beslissen op aanvragen om (voortgezette) toelating tot Nederland. De Commissie concludeert dat het incidenteel voorkomt dat medewerkers van de IND die een beslissing namen in eerste aanleg ook de beslissing hebben genomen op het in die zaak ingediende bezwaarschrift. De IND neemt maatregelen om deze administratieve misstappen in de toekomst tegen te gaan.
Op de vraag of medewerkers van de directie Juridische Zaken over het juiste mandaat beschikken om op bezwaarschriften te beslissen, concludeert de commissie dat de IND een sluitende mandaatregeling heeft.
Ten slotte heeft de commissie onderzoek gedaan naar de werkwijze omtrent het intrekken van verblijfsvergunningen. De commissie concludeert dat er bij intrekkingszaken niet veel procedurefouten worden gemaakt. Desondanks is de onderbouwing om niet tot intrekking van potentieel intrekkingswaardige gevallen over te gaan nog onvoldoende op orde, aldus de commissie. De IND neemt stappen om dit te verbeteren.
Uit het geheel van onderzoeksvragen concludeert de commissie dat zij geen situatie heeft aangetroffen die wijst op een misstand. De commissie doet op basis van het onderzoek nog wel een aantal aanbevelingen tot verbetering van werkprocessen en organisatie. Staatssecretaris Harbers neemt deze aanbevelingen over en heeft de IND gevraagd te bezien hoe de aanbevelingen uitgevoerd kunnen worden. Voorafgaand aan de begrotingsbehandeling wordt de Kamer geilïnformeer over de nadere uitwerking daarvan.