Spreektekst staatssecretaris Van Veldhoven bij Nationale Milieudag VVM

“Ik vind het tijd voor een nieuwe milieuvisie die een schone, veilige en gezonde leefomgeving centraal zet. Ik wil dit jaar tot zo’n visie komen. Ik ben ervan overtuigd dat dit leidt tot meer samenhang in ons beleid, dat we beter in staat zijn om pro-actief schade te voorkomen in plaats van achteraf te herstellen, en dat we effectiever onze leefomgeving kunnen beschermen.”  Dat zei de staatssecretaris op 14 mei bij de Nationale Milieudag, een jaarlijkse  bijeenkomst van de VVM, in het Provinciehuis van Zuid-Holland.

Dank voor deze uitnodiging. Een mooi gezelschap om te reflecteren op het begrip transities.
We zijn hier met milieu-professionals onder elkaar. Daarom durf ik het aan om meteen de diepte in te gaan.
[vraag aan publiek] Wie kent “de onzichtbare hand” van Adam Smith?
De Onzichtbare-hand-theorie gaat ervan uit dat door vraag en aanbod alles in evenwicht komt. Maar die onzichtbare hand zorgt niet voor schone lucht, veiligheid of schoon water.
Mijn conclusie is: niet alles gaat vanzelf.
Het actief beschermen van gedeelde waarden is een kerntaak van de overheid. Denk aan het voorkomen van milieurisico’s, het zorgen voor schone lucht, goede bodemkwaliteit, biodiversiteit, gezondheid.

De vraag is of we dit op de goede manier doen.
Op de goede manier: dan denk ik aan de trits: voorkomen – beheersen - saneren.
Er zijn veel voorbeelden uit het verleden waarbij we moesten saneren als het leed al geschiedt was.   
Denk aan de bodemkwaliteit. In Nederland is de bodemkwaliteit op vele plaatsen verbeterd door de verontreinigde grond schoon te maken.
Ook de waterkwaliteit is fors verbeterd sinds 1990 door steeds betere kennis van waterzuivering.
Internationaal gezien kunnen we zeggen dat we het gat in de ozonlaag met succes hebben gedicht. De zure regen is met succes aangepakt. En hopelijk lukt dit ook met plastic soup.
De vraag is nu: moet je het zo blijven doen? Is dit houdbaar, met alle nieuwe milieurisico’s?
Moeten we ons milieubeleid niet nadrukkelijker naar de voorkant sturen? Moeten we ons niet meer inspannen om de slag te slaan van saneren achteraf naar het voorkomen en beheersen van milieuvraagstukken?
Ik ben overtuigd van wel!
Het vraagstuk van de plastic vervuiling of het verspreiden van gevaarlijke stoffen zoals GenX, kunnen we in mijn ogen alleen oplossen als we veel meer inzetten op principes als ‘safe by design’. Waarbij we nadelige gevolgen voor ons milieu voorkomen door er in het ontwerp al rekening mee te houden.
Bovendien drukken de beelden ons met de neus op de feiten: ik heb het alleen al over walvissen met plastic in de maag en duikers in de plastic soup.  

Klimaatverandering, plastic soup, luchtverontreiniging hebben effect op ons leven. Wij hebben aan den lijve ondervonden dat zelfs de lucht en de oceanen niet eindeloos zijn. En we worden ons steeds meer bewust van dat “het milieu” niet iets op afstand is, maar dat het letterlijk gaat om het beschermen van onze eigen gezondheid en economische kansen.
We zien dat het schuurt.
In mijn ogen moet de overheid duidelijke kaders stellen die deze maatschappelijk belangen en waarden reflecteren en beschermen. Die kaders bepalen dan de ruimte voor de markt. Want natuurlijk kan de overheid niet alles en hebben we de markt nodig. Alleen al voor technologische oplossingen voor de vraagstukken.

Dit alles overziend, vind ik het tijd voor een nieuwe milieuvisie die een schone, veilige en gezonde leefomgeving weer centraal zet.
Ik wil dit jaar tot zo’n visie komen.
Ik ben ervan overtuigd dat dit leidt tot:
- meer samenhang in ons beleid,
- dat we beter in staat zijn om pro-actief schade te voorkomen in plaats van te herstellen en
- dat we effectiever onze leefomgeving kunnen beschermen.


Waarom meer samenhang?   
Graag deel ik een paar ervaringen met u.
Zo breng ik als staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van alle bewindspersonen heel veel - misschien wel de meeste! - vlieguren door in de Kamer.
Maar het zegt wel iets. Want vaak gaat het over milieu. Soms zijn de debatten incident-gedreven.
Van asbest tot kunstgrasveld.
Van ontsnapt gas tot een afvalberg bij TaTa Steel.
Van trillingen door het spoor tot statiegeld.
De vraag is nu: hoe kunnen we los komen van incident-gedreven milieupolitiek? Wat zijn de onderliggende structurele of stelselvragen? Daar wil ik graag de vinger achter krijgen. En dat kan beter als we terug kunnen vallen op vastgestelde uitgangspunten.
Op die manier zijn we beter in staat om incidenten pro-actief te voorkomen en meer grip te krijgen op milieuvraagstukken. Een nieuwe visie helpt ons om meer aan de voorkant te komen.  Van genezen naar voorkomen!

Bij het effectiever beschermen van de leefomgeving speelt ook het bestuurlijke aspect een belangrijke rol.  Hoe organiseren we de bescherming?
Sommige casuïstiek is complex omdat het over de bestuurlijke grenzen heen gaat. Soms ga ik er niet over maar moet ik er wel verantwoording over afleggen.
Sommige onderwerpen raken aan beleidsterreinen van collega’s, denk aan de Arbo. Of ze liggen op het gemeentelijke of provinciale terrein.
Mijn vraag is of dit nog wel past bij de terechte behoefte aan duidelijkheid - mensen maken zich zorgen over hun leefomgeving. Ontstijgen onderwerpen als bodemkwaliteit of gezondheid niet de lokale of regionale grenzen?
Als grond door het hele land verhandeld wordt, is het dan wel een lokale kwestie? Het is één van de punten die om een nieuwe weging vraagt.
Binnen het stelsel van vergunningverlening en toezicht spelen de Omgevingsdiensten een belangrijke rol. Dit stelsel werpt zeker zijn vruchten af, maar kent ook zijn beperkingen. Het stelsel wordt tweejaarlijks geëvalueerd.
Het mooie is dat die evaluatie parallel loopt met de opstelling van deze milieuvisie. Ik zal vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke ook de vraag willen meenemen of we voor complexe situaties naar een andere vorm van bestuurlijke samenwerking en regie moeten komen.


Zo’n visie helpt ons ook in de transitie die we hebben ingezet. Niet voor niets heeft u transities als thema van deze dag gekozen! Ik noem de transitie naar een circulaire economie.
Een terrein waar nu heel veel gebeurt, op heel veel plekken in Nederland.
Maar ook steeds meer mondiaal. Dat moet ook. We groeien naar 10 miljard mensen. Hopelijk in welvarende omstandigheden. En dat zal een groot beslag doen op grondstoffen.
En er is geen overheid die méér speelgoed zal verbieden.
Er is geen overheid die zal verbieden om meer voedsel te kopen of huizen te verwarmen.
Daarom is er maar één keuze: we moeten het zo organiseren dat het effect op het milieu kleiner wordt. Dat is een enorme opgave. Maar het kan wel met de huidige stand van onze kennis.

Nationaal gezien hebben we begin dit jaar een nieuwe stap gezet. De uitvoering en het meten van de voortgang staan nu centraal.
Er zijn hele mooie verhalen van mensen die met nieuwe ogen naar hun omgeving keken en dachten: het kan slimmer, beter, met minder verspilling van grondstoffen.
-    Duurzamer asfalt. Circulair viaduct.
-    Iemand ontdekte dat sinaasappelschillen een prima grondstof kan zijn voor voedingsmiddelen of parfum.
-    Ik zie dat veel grote bedrijven kleur bekennen en hun bedrijfsprocessen aanpassen om het plastic terug te dringen. Ik heb daarover in februari een Plastic Pact gesloten met het Nederlandse bedrijfsleven, tegelijk met onze Franse collega´s. Intussen sluiten steeds meer landen zich aan met een eigen pakt, van het Verenigd Koninkrijk tot in Chili aan toe.

Eén paar aspecten verdienen meer aandacht. Ook hier kunnen cowboys immers kansen zien. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze het niet verpesten?
En wat doen we met de schadelijke stoffen in een circulaire economie? Bijvoorbeeld asbestplaten, vlamvertragers, persistente stoffen (POPs) in drinkwater zoals GenX en pyrazool. Of medicijnresten waardoor we struviet uit het riool nog niet kunnen hergebruiken als nutrient op het land.
Ook hier ligt het antwoord niet in één Kamervraag of één reactie op een incident. Ook hier hebben we een breder antwoord nodig op nationaal niveau.

Zo’n visie zal ook moeten aangeven wat de randvoorwaarden zijn van een circulaire economie, denk aan veiligheid en gezondheid.
Juist door deze milieu-aspecten direct mee te nemen in beslissingen kom je tot een beter beleid. Daar ben ik van overtuigd.
Die integrale werkwijze is bovendien ook de kern van de nieuwe Omgevingswet die over 2 jaar van kracht gaat.  
Milieu is hierbij niet langer de sluitpost bij afwegingen maar wordt direct, vanaf het begin meegewogen. Dat worden de nieuwe spelregels bij de inrichting van onze ruimte.
Als de spelregels er al zijn, dan wordt het tijd om de uitgangspunten van het spel te delen met elkaar!

Ik nodig u dan ook uit om mee te helpen aan de ontwikkeling van een nieuwe milieuvisie. Ik heb hier de deskundigheid van andere overheden, wetenschap en maatschappelijke organisaties hard bij nodig. U dus met al uw expertise!
Mijn opzet is om dit jaar nog een nieuwe visie te kunnen presenteren. De grote lijnen heb ik u zojuist geschetst.
Het effect is wat mij betreft: activerend, stimulerend en sturend. Van genezen naar voorkomen: dát is de slag die we willen maken. En daar kunt u ons bij helpen! Dank u wel.