Toespraak minister Hoekstra bij de herdenking van Frans Andriessen
Minister Hoekstra sprak tijdens de herdenking van Frans Andriessen in de Tweede Kamer op dinsdag 9 april 2019.
Mevrouw de voorzitter,
‘Er is beweging nodig waar verstarring is, en er is ontwikkeling nodig waar stilstand dreigt. Daarmede moeten wij vanuit de politiek steeds bezig zijn.’ Het zijn de woorden van Frans Andriessen. Hij sprak ze uit in oktober 1972 tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in dit huis.
Vandaag herdenken wij hem. Een standvastig bestuurder, een nuchter en hardwerkend mens, en een messcherp politicus, die steevast een paar stappen op de troepen vooruit liep.
Franciscus Henricus Jacobus Johannes Andriessen werd in de lente van 1929 geboren in Utrecht. Hij was kind in de oorlog en die ervaringen tekenden hoe hij naar het leven keek. Hij zei daar later over: ‘De hongerwinter heeft me geleerd hoe betrekkelijk de materie is. (…) Gelukkig is de oorlog al lang voorbij, maar we hadden er iets van moeten meenemen. We hadden het besef van de betrekkelijkheid van de dingen beter kunnen doorgeven.’
Politieke interesse en maatschappelijke betrokkenheid werden hem met de paplepel ingegoten. Hij groeide op in Utrecht in een diepgelovig katholiek gezin, als vierde van tien kinderen. Zijn vader Jan schopte het met enkel lagere school tot invloedrijk Tweede Kamerlid en senator voor de KVP. Eén dag nadat hij, de vader, dit huis in 1967 verliet, nam Frans, de zoon, plaats in de Kamerzetel.
Frans Andriessen viel op in de Kamer. Na tien jaar werd hij fractievoorzitter van de KVP. In die rol was hij kritisch en gevreesd, maar ook loyaal en gerespecteerd. Tegelijkertijd was zijn nuchtere inborst opvallend, in een tijd van polarisatie en hooggestemde idealen. ‘Politiek, dat is geen getuigen,’ zei hij zelf. ‘Het is een praktische vertaling in daden van de visie die je hebt.’
Hij was mijn voorganger op het ministerie van Financiën, in het eerste kabinet-Van Agt. Andriessen waakte over de schatkist in tijden van torenhoge werkloosheid en economische malaise. Hij waarschuwde voor ‘een versneld afglijden’ van de Nederlandse economie, maar kwam in zijn roep om verregaandere bezuinigingen alleen te staan.
Ik zei het al, Andriessen was een standvastig mens. Hij bood zijn ontslag aan. In een brief waarschuwde hij zijn collega’s met de volgende woorden: ‘de gemakkelijkste weg op korte termijn, zal spoedig blijken de moeilijkste en een zeer schadelijke te zijn.’
Gaf de geschiedenis hem gelijk? Het volgende kabinet zou zware bezuinigingen doorvoeren.
Het vroegtijdig beëindigen van het ministerschap deed hem pijn. Wel bracht het hem uiteindelijk in Brussel. Daar was hij op zijn plek, hij voelde zich er thuis. Als eurocommissaris van Landbouw was hij overtuigd van de noodzaak tot hervormingen in de sector, die kampte met melkplassen en boterbergen. En hij hield stand, ondanks grote tegenwerking van verschillende lidstaten.
Hij zou 12 jaar eurocommissaris blijven. In die periode veroverde hij razendsnel terrein. Met dank aan zijn kennis van zaken, zijn reputatie als dossiervreter en zijn souplesse en geduld in het Brusselse onderhandelen.
Hij sloot handelsverdragen, stond vooraan bij de val van de Sovjet-Unie om de grens van West naar Oost mede te dichten, en nam als rechterhand van Commissievoorzitter Delors plaats aan de tekentafel voor het Verdrag van Maastricht.
Hij was en bleef zijn hele leven Europeaan. Vanuit de overtuiging dat er geen beter alternatief is. Want, zo zei hij: ‘Als Europa niet met één mond spreekt, zullen anderen die machtiger zijn dan wij, wel beslissen wat goed voor ons is.’
Mevrouw de voorzitter,
Andriessen was een man voor wie zaak en inhoud voorop stonden. Om de meerdere eer en glorie van hemzelf is het hem nooit gegaan. Hij vond het een taak van politici om de lange termijn te laten prevaleren boven de korte termijn, en zo nodig tegen de heersende publieke opinie in te gaan.
Solidariteit en samenleven waren voor hem de kern. Op de bres tegen het ik-denken, dat zag hij als het bestaansrecht van een christendemocratische politiek. Het maakte dat hij tot op hoge leeftijd zeer betrokken bleef bij de maatschappij. En in al die jaren met zijn vrouw Catherine aan zijn zijde. Samen vormden zij een hecht team.
Met het overlijden van Frans Andriessen verliezen wij een kundig, scherpzinnig en begeesterd bestuurder, die veel heeft betekend voor Nederland en Europa. Wij verliezen een realist vol idealen. Wij gedenken hem met het diepste respect en grote dankbaarheid. Namens het kabinet wens ik zijn vrouw, zijn kinderen en kleinkinderen, zijn familie en vrienden, alle sterkte toe.