Regeling eenmalige financiële tegemoetkoming slachtoffers ‘schildersziekte’
Slachtoffers van het OPS-syndroom de zogenaamde ‘Schilderziekte’, krijgen een eenmalige financiële tegemoetkoming van 20.730 euro. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Tweede Kamer heeft via een bijna kamerbreed gesteunde motie om deze regeling verzocht.
OPS-slachtoffers hebben gezondheidsschade opgelopen door veel te hoge blootstelling in hun werk aan vluchtige oplosmiddelen, met name in de schildersbranche, de woninginrichting en de grafische industrie. Staatssecretaris Van Ark gaat de tijdelijke en eenmalige regeling zo spoedig mogelijk uitwerken en verwacht dat deze nog dit jaar in werking kan treden. Dan wordt ook aangegeven waar de OPS slachtoffers een aanvraag kunnen indienen.
De regeling gaat gelden voor een vastgestelde groep van ongeveer 350 slachtoffers met een officiële CTE-diagnose, die tijdens blootstelling in Nederlandse loondienst waren en eerder geen of een lagere vergoeding hebben ontvangen dan deze financiële tegemoetkoming. De Tweede Kamer zal over de hoofdlijnen van de regeling worden geïnformeerd.
Het feit dat de overheid voor deze unieke groep een financiële coulanceregeling opstelt is uitzonderlijk. De overheid heeft hier immers geen aansprakelijkheid vanuit een werkgeverschap. In de meeste gevallen bestaan voormalige werkgevers niet meer om de schade op te verhalen of is sprake van verjaring. Ook zit tussen blootstelling en diagnose vaak veel tijd waardoor slachtoffers weinig of geen mogelijkheden hebben om hun schade te verhalen op de werkgever.
De hoogte van de vergoeding is gelijk aan die voor asbestoseslachtoffers. Slachtoffers van OPS (organopsychosyndroom) zijn namelijk in ernst van de gezondheidsschade, levensverwachting en mate van arbeidsongeschiktheid met asbestoseslachtoffers vergelijkbaar.