De uitstroom van het Centrum voor Creatief Leren (CCL): Met vallen en opstaan. Een retrospectief verkennend onderzoek
Het Centrum voor Creatief Leren (CCL) is in 2000 opgericht als zorginstelling, waar ook onderwijs gegeven werd. Tot 2014 heeft deze instelling (hoog)begaafde kinderen en jongeren opgevangen die uit het onderwijssysteem waren geraakt.
In opdracht van het ministerie van OCW hebben onderzoekers van het Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling (SLO), CBO Talent Development (CBO), Radboud Universiteit (RU) Nijmegen en het Instituut Hoogbegaafdheid Volwassenen (IHBV) inzicht proberen te krijgen in de problematiek van schooluitval onder (hoog)begaafde leerlingen. De belangrijkste factoren voor schooluitval waren de mismatch tussen de behoeften van de leerling en de mogelijkheden van de onderwijssetting. Er waren veel ernstige psychiatrische problemen, zoals depressie en suïcidaliteit. Tijdens de periode op het CCL konden de respondenten zichzelf zijn, voelden ze zich begrepen, vonden ze steun en verbeterde hun kwaliteit van leven. Na het CCL heeft ongeveer 80 procent van de respondenten wel één of meer terugvallen gehad. Over het algemeen ging het op het moment van invulling van de vragenlijst in 2018 met het merendeel van de toenmalige schooluitvallers goed: zij waren bezig met studie of werk en gaven een voldoende voor de kwaliteit van hun leven. Met een deel van de (hoog)begaafde respondenten ging het echter niet goed. Zij hadden geen werk of diploma, ontvingen een uitkering en/of waren (zeer) ongelukkig. Om deze leerlingen passend onderwijs te kunnen bieden, is meer kennis nodig over hun kenmerken en behoeften en over de positieve effecten van versnelling in het onderwijs. Het Nederlandse schoolsysteem is lang niet altijd ondersteunend, en soms zelfs belemmerend, voor deze leerlingen.