Toespraak minister Ollongren denktank Carnegie Endowment in Washington
Toespraak minister Ollongren bij de denktank Carnegie Endowment in Washington, 10-13 februari
Dames en heren,
“Wij zijn hier om de fundamenten te leggen waarop de staatslieden van de westerse democratieën zich kunnen baseren en om een klimaat te scheppen dat gunstig is voor de besluiten die zij kunnen nemen.”
U denkt wellicht dat dit voor vandaag een vrij ambitieuze taak is. Dit zijn echter niet mijn eigen woorden, maar die van Winston Churchill. Churchill was een van de grondleggers van Europa en zijn hoofddoel in 1948 was om Europa duidelijk te maken dat samenwerking essentieel was. Na de rampzalige gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog was er vooral behoefte aan bereidheid om samen te werken.
In de loopgraven, onder vijandelijk vuur in de Eerste Wereldoorlog, in concentratiekampen, in platgebombardeerde steden, in de goelagkampen en in de rij voor voedsel, overal droomden mannen en vrouwen van een onverdeeld en vrij Europa.
Dankzij de offers die Amerikaanse jongens van slechts 18 of 19 jaar oud hebben gebracht op de Normandische stranden en de hulp van het Marshallplan na de oorlog, is dat vrije Europa niet langer alleen maar een droom, maar realiteit.
Dankzij mensen als Churchill, die ons, door hun kracht, tekenen van hoop lieten zien, ontstond er een onverdeeld Europa om ons heen.
Het Europese project is echter nooit af.
Het is een werk in uitvoering.
Dames en heren,
De samenwerking in Europa is opmerkelijk vanwege de ambitie en volharding. Het is een taak die onze niet-aflatende aandacht en onverminderde inspanning vereist. Het is een vorm van samenwerking waarover velen voortdurend hun verbazing en zelfs ook bewondering uiten.
Hoe is het mogelijk dat landen bereid zijn hun eigen valuta op te geven voor een nieuwe eenheidsmunt? Hoe is het mogelijk dat een groep landen vrijwillig een deel van hun nationale soevereiniteit opgeeft? Hoe is het mogelijk dat een groep landen die ooit zo verscheurd waren door oorlog, zo nauw kan samenwerken? De wederopbouw van Europa is verbazingwekkend snel voltrokken. Het is nu, met zijn 500 miljoen consumenten, een van ‘s werelds grootste handelspartnerschappen.
De fundamenten waarnaar Churchill verwees, zijn echter niet louter economisch van aard. Het moet verder gaan dan dat. Door die verwoestende oorlog en de schrikbewinden die ermee gepaard gingen, begrijpen wij als geen ander wat het betekent om verstoken te zijn van de meest elementaire grondrechten en fundamentele menselijke waardigheid. Daarom hebben wij ons in de afgelopen zeventig jaar bij de woorden van Churchill aangesloten door te stellen dat de grondrechten van elke burger in Europa beschermd moeten worden.
Dit is echter niet vanzelfsprekend. Het vergt een voortdurende inspanning, zeker in het huidige tijdperk waarin interne en externe krachten de democratie en haar intrinsieke waarden bedreigen.
We staan voor de grote uitdaging om die waarden in het hedendaagse digitale domein te handhaven.
Ik zal een aantal voorbeelden geven.
Sinds afgelopen mei is de Europese Algemene verordening inzake gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Het is het doel van Europa om - ook in de digitale wereld - de privacy van de Europeanen te blijven beschermen. Dit is een grondrecht waarvan de grondleggers van Europa zich in hun tijd van telegrammen en vaste telefonie waarschijnlijk niet eens bewust waren.
Wij willen niet alleen het voortouw nemen bij het waarborgen van de privacy in het digitale domein. We hopen ook het voortouw te nemen bij het bestrijden van cyberdreigingen en desinformatie, twee verschijnselen die duidelijk een bedreiging vormen voor het vertrouwen van het publiek in eerlijke en vrije verkiezingen. Recente voorvallen hebben dat heel duidelijk aangetoond.
Voor het brexitreferendum gingen sommige mensen met de pen in de hand naar het stembureau. Zij waren bang dat een met potlood uitgebrachte stem kon worden weggegumd. En als je wel een potlood gebruikte, was de boodschap 'zorg ervoor dat je hard doordrukt'. Op die manier bleef het kruisje dat je had gezet namelijk zichtbaar.
Vorig jaar werden er in Italië verkiezingen gehouden. Via social media werd veel nepnieuws verspreid. Politici werden beschuldigd van nepotisme op kosten van de belastingbetaler. Het bleek allemaal onjuist te zijn, maar het heeft het wantrouwen van de burgers in de politiek vergroot.
En tijdens de Franse presidentsverkiezingen meldde de toenmalige kandidaat Macron dat de websites van zijn partij het doelwit waren van cyberaanvallen.
Dames en heren,
Mijn bezoek tot nog toe heeft me ervan doordrongen dat de dreigingen aan beide zijden van de oceaan reëel zijn. We moeten er een schepje bovenop doen.
Zorgen voor vrije en eerlijke verkiezingen is een kerntaak van de overheid. Het gebeurt echter op een scheidslijn. Als regering wil je de vrijheid van meningsuiting beschermen. Maar de regering bepaalt niet wat waar is en wat niet waar is. Je wilt het debat niet censureren of beperken.
Onze aanpak is tweeledig.
In de eerste plaats intensiveren wij onze inspanningen om ervoor te zorgen dat de technologie in het belang van de democratie wordt ingezet. Vertegenwoordigers van onder andere Google, Facebook en Twitter hebben de Europese gedragscode tegen desinformatie ondertekend. Naar onze mening is dit type zelfregulering een zinvolle eerste stap van deze bedrijven om hun verantwoordelijkheid te nemen. We volgen de ontwikkelingen op de voet. We hebben meer nodig. Transparantie en betrokkenheid in het licht van de komende verkiezingen.
Ten tweede versterken wij de veerkracht van onze democratische systemen. De Nederlandse overheid gaat een campagne om het bewustzijn over mediageletterdheid te vergroten opzetten. In de campagne wordt geen oordeel geveld over de waarheidsgetrouwheid van content. Het is aan de burgers om zelf te beslissen.
Ik ben vandaag in de VS, omdat deze problemen niet alleen in de EU spelen. Juist daarom ben ik zo geïnteresseerd in uw opvattingen over deze kwesties en ben ik zo benieuwd naar uw aanpak. We zullen elkaar nodig hebben over de oceanen heen, all of us!
Dames en heren,
Wij zijn het resultaat van een gemeenschappelijke geschiedenis die zich uitstrekt van Jeruzalem en Athene tot Amsterdam en Washington. Wij delen eenzelfde beschaving. Die eenheid van waarden en wensen stelt ons voor nieuwe taken en uitdagingen. De waarden van die beschaving zijn universeel en onze geschiedenis en onze solidariteit zijn er op een unieke manier van doordrongen.
De belangrijkste les van de vorige eeuw, namelijk dat als Europa en Amerika verdeeld zijn, het resultaat over het algemeen tragisch te noemen is, maar dat als we gezamenlijk optreden, we elke calamiteit kunnen overwinnen, dan kunnen we er vandaag misschien weer in slagen om de fundamenten te leggen waarop, in de woorden van Churchill, onze "westerse democratieën zich kunnen baseren"; maar dan nu in het digitale tijdperk.