Vrijwilligers en kunstmatige intelligentie ingezet bij cold cases
De inzet van vrijwilligers, toegang tot oude politiegegevens en inzet van kunstmatige intelligentie kunnen bijdragen aan het oplossen van cold cases. Dat is belangrijk, voor zowel nabestaanden als de samenleving. Het gaat om ernstige en ingewikkelde misdrijven die in het verleden niet zijn opgelost. Dat schrijft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid, mede namens minister Dekker voor Rechtsbescherming, vandaag aan de Tweede Kamer.
Op dit moment zijn ruim 1.700 zaken door politie en Openbaar Ministerie aangemerkt als cold case. Het gaat dan om onopgeloste moorden of doodslag, of zeer ernstige delicten waarvoor twaalf jaar of meer straf op staat. Nieuwe informatie, inzichten en het toepassen van nieuwe technieken kunnen leiden tot een doorbraak in het opsporingsonderzoek.
Vrijwilligers
Politievrijwilligers kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het onderzoek in een cold case, onder meer bij de digitalisering van opsporingsdossiers. Het digitaliseren is noodzakelijk om een zaaksdossier naar moderne inzichten te ordenen en digitaal doorzoekbaar te maken. Hierdoor wordt het ook makkelijker om verbanden te leggen tussen verschillende politiegegevens.
Verder wordt het mogelijk om vrijwilligers met een specifieke kennis en vaardigheden op het gebied van cold cases in te zetten. Het Besluit algemene rechtspositie politieambtenaren wordt aangepast, waardoor specialisten van buiten sneller ingezet kunnen worden. Het gaat dan bv om notarissen en cyberspecialisten.
Kunstmatige intelligentie
De politie voert een experiment uit waarbij kunstmatige intelligentie wordt ingezet om beter in kaart te brengen in welke zaken van de 1.700 cold cases nieuw forensisch onderzoek kansrijk is. Dat gebeurt nu handmatig en kost vier tot zes weken per zaak. Het doel van het experiment is tot een ranglijst van cold cases te komen die waarschijnlijk de meest kansrijke sporen voor nader onderzoek bevatten. De eerste fase van het experiment had positieve voorlopige resultaten. Aan de hand van de uitkomsten van het gehele experiment gaat de politie samen met het OM onderzoeken of en hoe deze techniek kan worden doorontwikkeld om toegepast te worden in de praktijk
Oude politiegegevens
De korpschef van de politie heeft aangegeven dat de huidige bewaartermijnen voor oudere politiegegevens uit de Wet politiegegevens (Wpg) te kort zijn voor cold case onderzoeken. Het gaat om oudere politiegegevens die nog niet eerder in het opsporingsonderzoek zelf waren betrokken. Als deze gegevens volgens de huidige Wpg zouden worden vernietigd dan gaat mogelijk relevante informatie, die kan bijdragen aan het oplossen van een cold case, verloren. De korpschef heeft besloten deze gegevens niet te vernietigen en heeft maatregelen genomen die de toegang tot deze gegevens beperken tot het strikt noodzakelijke. Er zijn een beperkt aantal zogenaamde poortwachters aangewezen; alleen zij hebben toegang tot deze afgeschermde politiegegevens.
Minister Grapperhaus steunt deze aanpak van de korpschef. Eerder is aangekondigd dat de Wpg herzien wordt om een beter evenwicht te vinden voor het belang van een goede taakuitvoering en het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Op dit moment is het beter om deze onvolkomenheid in de naleving van de wet te accepteren en genoegen te nemen met de maatregelen van de korpschef om de toegang tot de data te beperken tot het strikt noodzakelijke. Het alsnog voldoen aan de letter van de wet zou alleen kunnen via een grove selectiemethode waardoor ook gegevens worden vernietigd die kunnen bijdragen aan de opsporing in cold case zaken. Het oplossen van deze zaken zal hierdoor ernstig worden belemmerd. Dat wordt nu voorkomen.