Wob-verzoeken openbaarmaking stukken/informatie inzake avv cao's en dispensatieverzoeken
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 6 december 2018 een besluit genomen over een verzoek in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur. Het verzoek heeft betrekking op openbaarmaking van de stukken/informatie zoals hieronder opgesomd.
- Met betrekking tot de algemeenverbindendverklaring (avv) van cao’s en verzoeken om dispensatie van avv zijn Bedenkingenrapportages verschenen. Voor zover verzoeker kan nagaan zijn de laatste die van 2012 en 2016. Het eerste verzoek is of er nadien of tussentijds ook Bedenkingenrapportages zijn verschenen.
- In zowel de rapportage van 2012 en als die van 2016 wordt onder punt 6 melding gemaakt van 3 na behandeling van bezwaar alsnog toegewezen dispensatieverzoeken. Genoemd is o.m. het dispensatieverzoek van Medi Expresse. Het tweede verzoek is een afschrift te krijgen van de drie beslissingen op bezwaar waarbij in bezwaar de dispensatieverzoeken alsnog zijn toegewezen.
- In de Rapportage 2012 wordt onder punt 5, de samenvatting, en in de Rapportage 2016 onder punt 5 (laatste zin) gesteld: “In 3 toegewezen dispensatieverzoeken is geoordeeld dat sprake is van zwaarwegende argumenten zonder dat sprake was van specifieke bedrijfskenmerken van dispensatieverzoeker.” Het derde verzoek is afschriften te ontvangen van de betreffende 3 besluiten tot toewijzing van de gevraagde dispensatie.
- In de Monitor 2012 is vermeld dat in de periode 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012 144 dispensatieverzoeken zijn ingediend. Onder punt is aangegeven dat in die periode 109 primaire beslissingen zijn genomen. Dat impliceert dat per 31/12/2012 144 -/- 109 = 35 verzoeken nog in behandeling waren. Onder punt 1 van de Rapportage is evenwel aangegeven “was 1 verzoek eind 2012 nog in behandeling”.
- Het vierde verzoek is of Het Ministerie SZW kan bevestigen, dan wel aangeven hoe dit verschil in aantallen is te duiden.
- Uit de monitor 2012 resp. 2016 blijkt van in 2012 gecumuleerd 144 aanvragen, en in 2016 209 aanvragen, een toename van 65. In 2013 zal daarnaast op de aanvragen die nog in behandeling waren per 31 december 2012 zijn beslist. Op pagina 3 (bovenaan) van de Monitor 2016 zijn de aantallen primaire beslissingen weergegeven, namelijk in 2013: 10; in 2014: 8; in 2015: 8 en in 2016: 35, tezamen 51. Gegeven het aantal aanvragen zal het aantal nog in behandeling zijnde verzoeken per 31 december 2016 ten minste 65 -/- 51=14 bedragen. Het vijfde verzoek is of het ministerie SZW dit kan bevestigen, en: als zesde verzoekt verzoeker of het ministerie SZW kan aangeven wat in 2017 op de verzoeken tot dispensatie is beslist, enerzijds voor de per 31 december 2016 nog in behandeling zijnde aanvragen en anderzijds de in 2017 ingediende en al besliste aanvragen.
- In de Rapportage 2012 is onder punt 5 (samenvatting) aangegeven dat van de 34 toegewezen dispensatieverzoeken, “2 maal een verzoek (is) toegewezen omdat partijen die avv hebben verzocht geen bezwarende zienswijzen hebben in gediend en schriftelijk te kennen hebben gegeven dat zij met dispensatieverlening in te stemmen” alsmede “In de overige 29 gevallen is geoordeeld dat sprake was van specifieke bedrijfskenmerken van de gedispenseerde.”. Een soortgelijke toelichting ontbreekt in de rapportage 2016. Hiermee komt verzoeker tot het zevende verzoek: Kan het ministerie SZW voor de toegewezen dispensaties over de periode 2013 – 2016 alsmede over 2017 aangeven hoeveel toewijzingen in genoemde tijdvakken vallen in de categorie “omdat partijen die avv hebben verzocht geen bezwarende zienswijzen hebben ingediend en schriftelijk te kennen hebben gegeven dat zij met dispensatieverlening instemmen” en hoeveel in de categorie “dat sprake was van specifieke bedrijfskenmerken van gedispenseerde”?
- In de samenvatting van de Rapportage 2012 is gesteld “In de periode van 1 januari 2007 t/m 31 december 2012 zijn na behandeling in bezwaar 37 dispensatieverzoeken toegewezen (…)”. Het achtste verzoek is om verstrekking van afschriften van de betreffende 37 besluiten na bezwaar. In de Rapportage 2016 is een dergelijke vermelding niet opgenomen. Het negende verzoek is om toezending van de beslissingen na bezwaar in de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017 waarbij de dispensatieverzoeken zijn toegewezen.
- Naar het begrip van verzoeker worden dispensatieverzoeken ‘in primo’ gehonoreerd in het geval door de avv-aanvragende partijen geen bezwarende zienswijzen worden ingediend, dan wel na een inhoudelijke beoordeling na ingediende zienswijzen dan wel na bezwaar. De numerieke en inhoudelijke onderverdeling tussen de categorieën wordt echter uit de stukken niet duidelijk. Als tiende verzoek wordt gevraagd om de betreffende onderverdeling aan te geven alsmede de afschriften van alle beslissingen in primo in de periode 1 januari 2007 tot en met 31 december 2016 te verstrekken waarin de Minister –in welke fase van de dispensatieprocedure dan ook- een ingediend dispensatieverzoek heeft toegewezen. In het bijzonder gaat het daarbij om de verzoeken waarbij het verzoek is toegewezen op grond dat sprake is van zwaarwegende argumenten op grond waarvan toepassing van de bedrijfstak-cao door middel van avv redelijkerwijze niet kan worden gevergd.
- Tot slot: in een aantal van de aan verzoeker bekende beslissingen waarbij dispensatie is verleend zonder dat bezwarende zienswijzen zijn ingediend, is aangegeven dat die beslissingen ‘ambtshalve’ zijn getoetst. Het gaat daarbij naar verzoeker veronderstelt om toetsing aan de doelstellingen van de Wet AVV. Doch ook dit laatste wordt niet geheel duidelijk. Als elfde verzoek wordt gevraagd om aan te geven of en zo ja op welke wijze en aan de hand van welke maatstaven het verzoek wordt getoetst aan de doelstellingen van de Wet AVV in de gevallen dat geen bezwarende zienswijzen zijn/worden ingediend. Als er stukken zijn waaruit dit blijkt of richtlijnen dienaangaande zijn aangegeven dan ontvangt verzoeker daarvan ook graag een afschrift.
Bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn 59 document aangetroffen.