Kabinet stuurt wetsvoorstel vliegbelasting naar de Raad van State
Het kabinet wil per 1 januari 2021 een vliegbelasting invoeren. Daarbij gaat de voorkeur uit naar een Europese belasting op luchtvaart. In het kabinet is afgesproken dat staatssecretaris Snel van Financiën alvast een voorstel voor een nationale vliegbelasting uitwerkt voor het geval een Europese vliegbelasting te lang op zich laat wachten. Het kabinet heeft ingestemd met een wetsvoorstel daarvoor dat voor advisering naar de Raad van State wordt gestuurd.
Het kabinet wil, zoals in het Regeerakkoord is vastgelegd, de belastingen vergroenen en de luchtvaartsector verduurzamen. Het kabinet zet volop in op Europese afspraken over belastingen op luchtvaart in het kader van de klimaatdoelen van Parijs. Volgend jaar organiseert Nederland samen met andere landen een internationale conferentie voor de introductie van een dergelijke belasting. Daarnaast wordt gekeken naar de haalbaarheid van een Europese heffing op kerosine. Voor het geval het Europese spoor onvoldoende oplevert is een wetsvoorstel voor een nationale vliegbelasting gemaakt.
Het kabinet heeft in dit wetsvoorstel gekozen voor een belasting voor passagiers en vracht. Transferpassagiers worden uitgezonderd. Voor vrachtvliegtuigen geldt dat vliegtuigen die minder geluid produceren minder worden belast. Voor vracht wordt in een onderzoek eerst de impact van een dergelijke belasting voor de vrachtsector in kaart gebracht.
Het voorstel voorkomt mogelijke nadelige gevolgen voor de hub-functie en het internationale netwerk van verbindingen van Schiphol. Bovendien sluit een belasting per passagier aan bij de belastingen op luchtvaart van andere Europese landen, wat Europese harmonisatie ten goede komt. Het voorstel maakt deel uit van de maatregelen van het kabinet om milieuvervuilend gedrag door consumenten en bedrijven te beprijzen.
De tekst van het wetsvoorstel en het advies van de Raad van State worden naar verwachting in het voorjaar van 2019 openbaar, als het naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.
De inwerkingtreding van het wetsvoorstel vliegbelasting vindt plaats op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dit geeft de nodige flexibiliteit. Als in 2019 of 2020 blijkt dat er Europese afspraken over een vliegbelasting komen, hoeft een wetsvoorstel voor een nationale vliegbelasting niet in werking te treden.