Principe-akkoord over versterking Eurozone
De Europese ministers van Financiën zijn het in Brussel op hoofdlijnen eens geworden over een pakket aan maatregelen om de Eurozone verder te versterken en om op die manier Europa beter te wapenen tegen toekomstige crises. Het gaat daarbij onder andere om meer bevoegdheden voor het noodfonds ESM en substantiële nieuwe risicoreductie bij het vangnet voor banken ('backstop'); twee voor Nederland cruciale punten. Medio december zullen de EU-regeringsleiders een definitief besluit nemen over de uitkomst van de Eurogroep.
De conclusies van de Eurogroep leiden ertoe dat het noodfonds ESM een grotere rol krijgt bij het houdbaar maken van schulden. Landen die in aanmerking willen komen voor een hulpprogramma moeten eerst hun schuld houdbaar maken. Pas daarna - en onder strikte voorwaarden - kan worden overgegaan tot steun vanuit het ESM. Ook wordt het aanslaan van investeerders en beleggers (schuldherstructurering via 'single limb CACs') vanaf 2022 vergemakkelijkt. Verder zal het ESM fungeren als extra vangnet voor het Europese resolutiefonds voor banken. Deze 'backstop' treedt in 2024 in werking; mogelijk eerder. Voorwaarde voor inwerkingtreding is dat de buffers van banken in de tussentijd verder worden opgebouwd en dat probleemleningen voldoende zijn afgenomen.
Minister Hoekstra spreekt van een goed resultaat. "Met deze afspraken zorgen we voor een stabiel Europa op de lange termijn. Tegelijkertijd bieden we mensen in Nederland en de rest van Europa betere bescherming tegen de gevolgen van een volgende crisis. Het waren lange en stevige onderhandelingen, maar dit pakket is in lijn met de Nederlandse inzet. Onze punten, waarover ik de afgelopen maanden zeer nauw contact had met in het bijzonder de collega's uit Duitsland, Frankrijk, de Benelux, Scandinavische landen en de Baltische staten, zijn onderdeel van het pakket."
Het plan voor een Europees depositogarantiestelsel (EDIS) wordt het komend half jaar door een high-level werkgroep nader uitgewerkt. Het meewegen van overheidsobligaties en oninbare leningen op bankbalansen is daarbij voor Nederland een belangrijke voorwaarde. Risicodeling in de vorm van een Europees depositogarantiestelsel kan alleen als eerst de risico's worden verkleind, zo luidt het Nederlandse standpunt.
Regeringsleiders zullen verder spreken over de vraag of en zo ja onder welke voorwaarden er binnen de kaders van de Europese meerjarenbegroting ruimte moet komen voor instrumenten die lidstaten moeten aanzetten tot hervormingen en meer concurrentiekracht. Er komt geen stabilisatiefunctie en ook komen er geen middelen buiten de kaders van de meerjarenbegroting, conform de Nederlandse inzet.