Inlichtingenwet aangescherpt
Het kabinet heeft besloten om twee extra waarborgen in de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 op te nemen. Daarmee wordt enerzijds de wet op onderdelen verduidelijkt, anderzijds wordt de ruimte die de uitvoeringspraktijk biedt, nader ingekaderd. Het betreft twee waarborgen die al bij de inwerkingtreding van de wet als extra beleidsregel werden vastgelegd. Directe aanleiding daarvoor was de uitslag van het raadgevend referendum van 21 maart 2018.
In de eerste plaats gaat het om een verplichting voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten om hun bevoegdheden zo gericht mogelijk in te zetten. Daarmee worden de strikte voorwaarden voor de dienst, om gegevens te mogen verwerven, verder gewaarborgd. In de tweede plaats regelt de wetswijzing een versnelde weging van samenwerking met buitenlandse diensten. Deze weging wordt bijna anderhalf jaar vervroegd en moet op 1 januari 2019 zijn afgerond.
De ministerraad heeft er op voorstel van de ministers Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Bijleveld van Defensie mee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.