Wijziging Grondwet over aanstellingswijze van de burgemeester en Commissaris van de Koning
De ministerraad heeft op voorstel van minister Ollongren ingestemd met een grondwetswijziging. Het gaat om het ter bekrachtiging aan de Koning voordragen van het initiatiefvoorstel-Jetten tot deconstitutionalisering van de aanstellingswijze van de burgemeester en de Commissaris van de Koning (CdK). De wetgever is na een zogenoemd contraseign per direct bevoegd om te besluiten over de aanstellingswijze.
De Eerste Kamer stemde hier op dinsdag 20 november mee in met de vereiste twee derde meerderheid. Het voorstel schrapt de grondwettelijke Kroonbenoeming van de burgemeester en de CdK, maar draagt de wetgever op hun aanstellingswijze in de gewone wet te regelen.
Na de inwerkingtreding verandert er in beginsel niets aan de huidige procedure van benoeming. Burgemeesters blijven vanwege de Gemeentewet benoemd door de Kroon op aanbeveling van de gemeenteraad. CdK’s blijven volgens de Provinciewet benoemd door de Kroon, op aanbeveling van Provinciale Staten. In de praktijk wordt door de Kroon niet van de aanbeveling afgeweken.
Deze benoemingsprocedure blijft van kracht totdat de wetgever op enig moment in de toekomst aanleiding voor verandering ziet. Tijdens het debat in de Eerste Kamer is een motie-Rombouts aangenomen die richting geeft aan toekomstige discussie over eventuele verandering van positie en aanstellingswijze van de burgemeester. Minister Ollongren heeft de motie omarmd en schreef er vorige week een brief over aan de Eerste Kamer.