Aanpak kinderarmoede hoger op de agenda van gemeenten
Kinderen horen niet op te groeien met geldzorgen. Ze moeten zich in vrijheid kunnen ontwikkelen, los van de financiële draagkracht van hun ouders. Het kabinet heeft aandacht voor armoede onder kinderen en stelt sinds 2017 extra geld ter beschikking aan gemeenten en maatschappelijke organisaties voor de aanpak ervan. Uit een eerste evaluatie blijkt dat zij hier stappen in zetten.
Gemeenten besteden het merendeel van het geld direct aan beleid gericht op kinderen in armoede. Negen van de tien gemeenten bieden voorzieningen aan in natura, zoals een sportabonnement of deelname aan een schoolreisje. Ze weten daarbij meer kinderen in armoede te bereiken dan het jaar ervoor. Staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de evaluatie vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Kinderen die leven in arme gezinnen hebben mijn speciale aandacht. Elk kind dat opgroeit in armoede is er wat mij betreft één te veel. We weten dat jongeren die opgroeien in een gezin met schulden later vaak zelf in de financiële problemen komen. Ik wil dat voorkomen, want we mogen hun talenten niet verloren laten gaan. Gemeenten zijn goed bezig met hun aanpak, het onderwerp staat hoog op de agenda. Maar er is nog verbetering mogelijk, zeker als het gaat om het lokaal bereiken van alle kinderen in armoede. Samen met de VNG roep ik gemeenten op om alle jongeren in beeld te krijgen en de verbinding te zoeken met andere terreinen, zoals sport, gezondheid en jeugdzorg.
Staatssecretaris Tamara van Ark
Extra geld
Een op de negen kinderen leeft in een gezin dat het niet breed heeft. Het kabinet trekt sinds 2017 jaarlijks € 100 mln. extra uit om de armoede onder kinderen aan te pakken. Ook als er thuis weinig geld is moeten kinderen namelijk kunnen meedoen, met sport, muziek of een schooluitje.
Gemeenten zijn lokaal verantwoordelijk voor het armoedebeleid en krijgen het grootste deel van het geld, € 85 mln. De rest van de middelen gaat naar landelijke armoedeorganisaties (€ 10 mln) en naar projecten gericht op kinderen in arme gezinnen, zowel in Europees Nederland als in Caribisch Nederland (€5 mln.).
Gerichtere aanpak
Vier samenwerkende armoedepartijen, Leergeld Nederland, Nationaal Fonds Kinderhulp, Stichting Jarige Job en Jeugdfonds Sport & Cultuur, krijgen samen jaarlijks € 10 mln. om kinderen in armoede te bereiken. Uit de evaluatie blijkt dat zij intensief samenwerken, zowel landelijk als op lokaal niveau, en het afgelopen jaar meer kinderen hebben bereikt. Een voorbeeld is het online platform Sam& waar ouders en professionals per gemeente kunnen zien welke voorzieningen beschikbaar zijn voor kinderen die opgroeien in armoede. Dankzij de motie Segers krijgen de vier armoedeorganisaties vanaf 2019 € 4 mln. extra voor hun aanpak.
Nog eens € 5 mln is als subsidie beschikbaar voor projecten gericht op kinderen in arme gezinnen, waarvan € 4 mln. in Europees Nederland en € 1 miljoen in Caribisch Nederland. De evaluatie laat zien dat de gesubsidieerde projecten in Europees Nederland een beperkte meerwaarde hebben ten opzichte van bestaand armoedebeleid. Bovendien hebben aanvragers niet het volledige bedrag aan subsidie gebruikt. Voor de staatssecretaris is dit reden om het geld per 2019 gerichter in te zetten. Ze gaat in gesprek met partijen over de concrete invulling.
Caribisch Nederland
In Caribisch Nederland is grote behoefte aan financiering van projecten om armoede onder kinderen te bestrijden. De aanpak is echter erg versnipperd. Vanaf 2020 worden de financiële middelen daarom onderdeel van het programma BES(t) 4 kids, dat gericht is op het verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van de kinderopvang. Met het geld kunnen schoolmaaltijden en naschoolse activiteiten volledig worden gefinancierd. In 2019 hebben organisaties in Caribisch Nederland nog de mogelijkheid om volgens de huidige regeling subsidie aan te vragen.