Toespraak van minister Van Engelshoven bij wetenschapsfilmfestival InScience, op 7 november 2018, te Nijmegen

Toespraak van minister Van Engelshoven bij het wetenschapsfilmfestival InScience over het belang van samenwerking tussen verschillende disciplines, en goede communicatie over wetenschap.

Beste mensen,

Het raadselachtige…

Het raadselachtige is de bron waaruit alle kunst en wetenschap voortkomt.

Althans, dat zei Albert Einstein.

En wie ben ik om Einstein tegen te spreken?

Zeker als het gaat om wetenschap.

Ik kan me er ook wel iets bij voorstellen:

Het raadselachtige leidt tot vragen.

Het prikkelt de nieuwsgierigheid.

En het draagt een zekere belofte in zich,

Van een antwoord op de vraag, of een oplossing van het raadsel.

Kunst en wetenschap, samen op een festival is dus helemaal niet zo gek als je misschien wel zou denken.

Ze putten immers uit dezelfde bron.

Maar er is meer dat hen verbindt.

Eerder vanavond nam ik het culturele profiel van de regio Arnhem-Nijmegen in ontvangst.

Ik heb hier gestudeerd dus  ik ken de sentimenten een beetje.

Voor de Randstedelingen in de zaal:

Arnhem-Nijmegen is als 020 en 010 maar dan zonder dat er 80 kilometer tussen ligt.

Het is als Ajax-Feyenoord en dan bovenop elkaars lip.

Een gezamenlijke cultureel profiel ligt dus niet meteen voor de hand.

Zo’n gezamenlijk profiel vraagt van beide partijen dat ze over hun eigen schaduw heen moeten springen.

En hun grenzen moeten opzoeken om samen meer te bereiken dan ze in hun eentje zouden kunnen.

Het is die bereidheid om over schotten heen te kijken en disciplines met elkaar te verbinden, waardoor je meer gaat zien.

In de natuur geldt het ook: waar biotopen bij elkaar komen, vind je veel soorten.

Op de grens van bos en veld,

Of aan de rand van het water.

Precies op dat raakvlak ontstaat een bijzondere vruchtbare dynamiek.

Net zoals hier, bij InScience.

Op de grens van film en wetenschap.

Een van de belangrijkste opbrengsten van de kruisbestuiving die hier plaatsvindt is: communicatie.

Want film helpt om wetenschap begrijpelijk te maken.

Het uit te leggen.

Misschien de vonk te laten overspringen naar jongeren.

Maar er in elk geval draagvlak voor te creëren bij het grote publiek.

Ik vind dat echt van groot belang.

Zeker in deze tijd, waarin nepnieuws aan de orde van de dag is,

Waarin feiten het moeten opnemen tegen halve waarheden en hele leugens.

En wetenschap soms wordt weggezet als ‘ook maar een mening.’

U hoeft op de sociale media maar in een discussie over het klimaat of over vaccinaties verzeild te raken, en u begrijpt precies wat ik bedoel.

Beste mensen,
 

Afgelopen vrijdag heb ik het KNAW-advies ‘Maatschappelijke impact in kaart’ in ontvangst genomen. De KNAW bepleit in dat advies het gebruik van narratieven, verhalen om te laten zien wat wetenschap betekent voor de samenleving.

Dit festival – en met name de film die we zo gaan zien - is daar een prachtig voorbeeld van.

Je kunt ernaar kijken als naar een bloedstollende wedstrijd tussen twee teams,

Gewoon lekker ontspannen achterovergeleund in de bioscoopstoel.

En als de aftiteling straks over het scherm rolt, hoop ik dat u ervan hebt genoten.

Maar ik hoop ook dat het u aan het denken heeft gezet.

Want de film is meer dan de tweestrijd tussen Lee Sedol en AlphaGo.

Het gaat ook over de klassieke strijd tussen mens en machine.

Er komen vragen achter weg over de grenzen van kunstmatige intelligentie.

En over de morele grenzen van de wetenschap.

Het kan dus zomaar zijn dat de zoektocht die vanuit het raadselachtige begon met vragen, ook zo eindigt:

Met vragen.

En dat is goed.

Want alleen door te vragen komen we nóg meer te weten.

Ik wil de organisatie van InScience van harte complimenteren met het prachtige programma.

Ik weet zeker dat het ons weten vergroot,

Dat het nieuwe vragen oproept.

En dat u ervan gaat genieten.

Dank u wel!