Toespraak minister Bijleveld bij de Veteranenlezing 2018 in Ede
Dames en heren,
Heel fijn om vanmiddag aanwezig te zijn bij de Veteranenlezing 2018! Zeker ook omdat deze lezing in het teken van het thuisfront staat.
In 2016 is het veteranenbeleid geëvalueerd. Daaruit bleek onder meer dat er meer aandacht voor het thuisfront moet komen. Ik vind het daarom mooi dat het Veteraneninstituut en de Stichting Nederlandse Veteranendag dit als onderwerp hebben gekozen voor deze jaarlijkse Veteranenlezing. Bedankt daarvoor.
En ik zag tot mijn genoegen dat ook de laatste uitgave van het fraaie veteranentijdschrift Checkpoint vol staat met thuisfrontverhalen. En nu we het er toch over hebben: op de achterkant van Checkpoint vindt u tegenwoordig een bijzondere rubriek, met de naam 'Ereplek'. Het gaat hier om een foto van een voorwerp dat de veteraan herinnert aan een bijzonder moment tijdens zijn of haar missie. Ik begreep dat dit veel reacties oproept. En ik kan mij daar wel iets bij voorstellen. Ik denk overigens dat bepaalde voorwerpen ook voor het thuisfront veel waarde hebben.
Vorige week heb ik even met de 13-jarige Anna de Oude gebeld. Haar vader André werkt als geestelijk verzorger bij Defensie en ging 2 keer op missie. Naar Afghanistan en naar Mali. Zij vertelde bijvoorbeeld dat haar vader af en toe souvenirs stuurde. Dat was voor haar van grote waarde. En nog steeds koestert ze die voorwerpen. Bijvoorbeeld deze sleutelhanger met een houten schildpadje. "Dat legde ik als motivatie op mijn tafel als ik een schooltoets had", zo vertelde ze.
Ik denk dat het verhaal van Anna heel herkenbaar is voor veel kinderen van veteranen. Het afscheid van haar vader in Eindhoven vond Anna destijds heel moeilijk. Die eerste avond zonder haar vader was ook lastig. Iedereen moest nu zelf voor het eten bidden. Normaal deed hij dat altijd. En de grapjes die hij altijd maakte probeerde ze nu zelf te maken. Maar dat lukte niet echt. Een lekke band was opeens een probleem. Niemand behalve haar vader kon 'm plakken. Ook vond Anna het spannend dat haar vader in oorlogsgebied zat en was ze bang dat hem iets zou overkomen. Dan fantaseerde ze dat hij ergens gewond op de grond lag. Helemaal alleen in de woestijn.
Wat haar hielp was om piano te spelen, te volleyballen en vooral om er veel over te praten. Anna vertelde mij dat 'jongensvrienden beter luisteren dan meisjesvrienden'. Want, zo zei ze "jongens houden gewoon hun mond en luisteren alleen maar"…
Overigens is haar vader vandaag hier ook aanwezig. Zou je even willen gaan staan André? Dank je wel, ik was onder de indruk van het verhaal van jouw dochter. En ik begreep dat het voor jou ook heel dubbel was. Aan de ene kant was het een fantastische uitzending. Aan de andere kant was de impact van het gemis voor jullie beide misschien groter dan gedacht.
Dames en heren,
Ik vertel het verhaal van Anna ook omdat Defensie er ook voor het thuisfront wil zijn. 'Zonder thuisfront geen missie', zo is al jaren ons motto. We organiseren daarom allerlei activiteiten voor het thuisfront. Maar we weten eigenlijk maar ten dele of deze activiteiten wel goed aansluiten bij de behoefte van het thuisfront. En sommige doelgroepen daarbinnen zijn maar weinig in beeld. We doen bijvoorbeeld veel voor gezinnen met jonge kinderen, maar voor tieners zoals Anna hebben we weinig activiteiten.
Ook als het gaat om onze informatievoorziening is er verbetering mogelijk. Uit recent onderzoek van Defensie onder het thuisfront van veteranen in werkelijke dienst, blijkt bijvoorbeeld dat men heel tevreden is over de informatievoorziening, maar dat die tevredenheid gedurende de missie minder wordt. Dan heeft het thuisfront de behoefte om meer inhoudelijk én frequenter te horen hoe het nou gaat in het missiegebied. En ook na de missie zouden ze graag meer van Defensie horen. Overigens denken we nog wel na over de reikwijdte van wat we wel en niet kunnen doen. Het is verder de vraag of het wenselijk is om rechtstreeks contact te hebben met het thuisfront. En niet via de militair wanneer deze gewoon in Nederland is.
Hoe dan ook, er is meer maatwerk nodig in de dienstverlening aan het thuisfront. Daarom gaan wij de komende tijd in gesprek met de vertegenwoordigers van het thuisfront op lokaal niveau. We kijken hoe we op het schaalniveau van kazernes en vliegbases de activiteiten voor het thuisfront kunnen verbeteren. En hoe we kunnen komen tot een doelgroepgericht aanbod.
Ik ben ook zeer benieuwd welke tips en aanbevelingen vandaag voorbij komen. Ook als het gaat om het thuisfront van veteranen die al lang de dienst hebben verlaten. Veteraan ben je immers je leven lang. Maar thuisfront ook!
Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat er ook na de missie zorg is voor veteranen én hun thuisfront. Wanneer een veteraan problemen heeft, dan kijken we ook of er zorg nodig is voor het thuisfront. Bovendien kan het thuisfront zelf contact leggen met het Veteranenloket als zij zien dat het met de veteraan niet goed gaat.
Zo kloppen er bijvoorbeeld nog regelmatig kinderen van Indië-veteranen aan bij het Veteranenloket. Deze veteranen zijn inmiddels op zeer hoge leeftijd. Bij sommigen komen dan de ervaringen uit het uitzendgebied weer sterk naar boven. Dat kan voor verdriet en onrust zorgen, wat ook voor hun kinderen confronterend is. We kijken dan welke zorgvraag er bij de veteraan is, maar bieden zeker ook een luisterend oor aan het thuisfront. Of we geven meer informatie over de uitzending.
In dit kader vind ik het ook goed om te melden dat het Veteraneninstituut sinds 2 jaar een mooi thuisfrontprogramma aan het ontwikkelen is. Met bijeenkomsten, een facebook-groep en voorlichting.
Dames en heren,
Ik wens u allemaal een hele genoeglijke, inspirerende en leerzame middag. Geweldig dat vandaag het thuisfront centraal staat. Zij verdienen net zo goed onze waardering en steun!
Dank u wel.