Commissie buigt zich over de zorg voor ouderen thuis in 2030

Wat is er nodig om de zorg voor thuiswonende ouderen ook in de toekomst op peil te houden? Om die vraag te beantwoorden stelt het kabinet een commissie in die wordt voorgezeten door Leon van Halder, bestuursvoorzitter van het Radboudumc te Nijmegen. De commissie zal uiterlijk eind 2019 advies uitbrengen. 

Langer thuis

Eerder dit jaar presenteerde minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het programma ‘Langer thuis’. Het programma is erop gericht te bevorderen dat zelfstandig wonende ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen, met de juiste ondersteuning, zorg en in een woning die aansluit bij hun persoonlijke behoeften. De focus ligt daarbij allereerst op  goede zorg en ondersteuning voor thuiswonende ouderen binnen de grenzen van de huidige stelsels. Maar het programma wil ook fundamenteler kijken naar hoe trends als vergrijzing, het ontstaan van tekorten op de arbeidsmarkt en de toename van het aantal kwetsbare ouderen met verschillende chronische aandoeningen het hoofd kan worden geboden. 

Commissie 

Het kabinet stelt daarom de commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen in. In de commissie hebben deskundigen zitting uit verschillende domeinen: gemeenten, zorgverzekeringen, sociaal domein, eerstelijnszorg, medische zorg, stelsel, innovatie. Aan de commissie wordt gevraagd te beschrijven hoe de zorg thuis voor ouderen er nu uitziet en welke ontwikkelingen zij ziet die gevolgen hebben voor de zorg voor ouderen thuis. Vervolgens wordt de commissie verzocht zich uit te spreken over wat deze ontwikkelingen betekenen voor de organisatie en de betaalbaarheid van de zorg thuis in 2030. Moeten ondersteuning en zorg anders worden ingericht om te zorgen dat ze ook in 2030 op niveau zijn? Die vraag zal de commissie voor het eind van volgend jaar beantwoorden.