De keerzijde van deeltijdwerk
Een sterkere positie voor vrouwen op de arbeidsmarkt biedt kansen en voordelen voor individuen, bedrijven, sectoren en de algehele economie. Veel Nederlandse vrouwen zijn financieel niet zelfstandig en werken vaak in kleine deeltijdbanen. Hun talent blijft hierdoor onbenut, kansen op ontwikkeling worden beperkt en het is ook een groot gemis voor de Nederlandse economie, zeker in tijden van grote krapte op de arbeidsmarkt. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het rapport Het potentieel pakken, een studie van McKinsey Global Institute dat vandaag door minister Van Engelshoven (emancipatie) en minister Koolmees (sociale zaken en werkgelegenheid) aan de Tweede Kamer is gestuurd. Met dit rapport voegt McKinsey een nieuwe dimensie toe aan het debat over deeltijd werken en financiële zelfstandigheid. De onderzoekers hebben gekeken naar de economische voordelen van gendergelijkheid op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Nederland scoort in het onderzoek op belangrijke indicatoren het laagst van West-Europa. Zo maken Nederlandse vrouwen het minste aantal betaalde arbeidsuren, is het gemiddelde maandinkomen het laagst, zijn vrouwen heel erg ondervertegenwoordigd in managementposities en kiezen er nergens in de omliggende landen zo weinig meisjes voor beta-opleidingen.
Het onderzoek toont ook aan dat er 230.000 vrouwen financieel zelfstandig kunnen worden als ze gemiddeld tussen de twee en de vijf uur per week meer zouden werken. En meer gelijkheid op de arbeidsmarkt kan zorgen voor een substantiële toename van het bbp van Nederland, McKinsey berekent dat op meer dan €100 miljard.
Minister van Engelshoven bepleitte bij de in ontvangstname voor een nieuwe stap in de emancipatie: “De hoge arbeidsparticipatie onder Nederlandse vrouwen is een mooi gegeven, sinds de jaren ’70 is dit flink toegenomen. Alleen lijkt het erop dat we blijven hangen in het model van toen. Zorg en werk worden nog altijd ongelijk verdeeld. En zo lijken vrouwen te vaak voor een kleine deeltijdbaan te kiezen. Belangrijk daarbij is dat we de vraag stellen of dit wel een vrije keuze is.”
Om te zorgen voor een gelijkere verdeling en grotere deeltijdbanen heeft dit kabinet een aantal maatregelen genomen. Zo wordt het met het nieuwe belastingstelsel financieel aantrekkelijker om meer uren te gaan werken, wordt er €248 miljoen geïnvesteerd in de kinderopvangtoeslag en wordt het geboorteverlof uitgebreid naar zes weken. “Nederland is kampioen deeltijdwerken. Ik wil weten hoe het komt dat Nederland hier zo in verschilt met de omliggende landen en welke maatregelen dit kunnen doorbreken. Daarom gaat het kabinet dit preciezer onderzoeken. Dit onderzoek moet laten zien hoe het anders zou kunnen. Het enige wat dan verandering in de weg kan staan, is de wil om te veranderen,” aldus de emancipatieminister.
Naast de maatregelen die het kabinet neemt om te streven naar een gelijkwaardige arbeidsmarkt ligt hier ook een opgave voor de werkgevers. Van Engelshoven: “Vooral de werkgevers in sectoren waar ze staan te springen om mensen, zoals zorg, onderwijs en techniek, moeten zich dit rapport aantrekken. Ga in gesprek met de werknemers en kijk samen hoe je het aantrekkelijk maakt om het aantal werkuren uit te breiden. In de techniek werken nog steeds erg weinig vrouwen, wat doe je daar als sector aan? Kun je wat flexibeler worden in werktijden en omstandigheden zodat een keuze voor de technieksector eerder wordt gemaakt?”