Speech Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen
Speech minister Bruins bij de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen in Nieuwspoort op 6 september 2018
Beste mensen,
Ik wil u allereerst hartelijk danken voor de uitnodiging om hier te spreken vandaag. Voor deze ontmoeting.
We weten allemaal dat de emoties soms hoog oplopen als het gaat om geneesmiddelen. Niet zo verwonderlijk. Het gaat uiteindelijk over mensenlevens.
Toen ik minister voor medische zorg werd – een jaar geleden nu – had ik een voornemen: elke redenering moet beginnen bij de patiënt.
Nou, het eerste patiëntje met wie ik te maken kreeg was Dirkje. Ze had een medicijn nodig dat zo extreem duur was dat je niet zo maar kunt zeggen: dat doen we wel even in het pakket. Al zou je niets liever doen dan dat.
En zo werd een van de grootste dilemma’s in de gezondheidszorg me onmiddellijk helder: een mensenleven is oneindig veel waard. Maar onze budgetten zijn niet oneindig.
En zo werd me ook onmiddellijk duidelijk dat er iets moet veranderen in de geneesmiddelensector. Simpelweg omdat het zo niet kan doorgaan.
De groei van de kosten van de gezondheidszorg moet worden beteugeld. Weet u wat we in deze kabinetsperiode extra gaan uitgeven voor de curatieve gezondheidszorg? [volgens de laatste cijfers van FEZ]: 9 miljard erbij. Zonder afspraken met de sector zou het 11 miljard zijn.
Dat ongemak over die groeiende kosten merk ik ook bij partijen die werken in de gezondheidszorg. Ook bij U.
Almaar stijgende prijzen, gebrek aan transparantie over de opbouw van die prijzen en het verdienmodel.
Tegelijkertijd zijn er bij registratie van weesgeneesmiddelen steeds meer vragen. Wordt de belofte waargemaakt? Bij welke patiënt gaat dit middel werken en bij wie niet?
Inzichten over oplossingsrichtingen verschillen; belangen lopen soms uiteen – maar de opvatting dat ‘het zo niet kan doorgaan’ leeft breed.
Daarom vind ik het belangrijk dat we over dit onderwerp niet slechts via de media communiceren en dat we niet via patiënten communiceren. Maar met elkaar.
Ik zoek uw commitment. Daarom ben ik ingegaan op uw uitnodiging. Om u te treffen. Om u te leren kennen. Om in gesprek te zijn.
Voor mij staat de vraag centraal of we samen vooruitgang kunnen boeken. Vooruitgang voor de patiënt én voor de premiebetaler. En uiteindelijk ook voor u.
Nieuwe geneesmiddelen kosten geregeld meer dan 100.000 euro per patiënt per jaar. Zijn ze belangrijk voor mensen? Vaak wel. Maken ze het leven van patiënten beter, aangenamer? Soms evident wel, soms niet, en soms weten we het gewoon nog niet
Wat ik wel weet is dat de zorgkosten nu al een te groot deel van onze begroting opslokken. Weet u hoeveel? 80 miljard! Dat is bijna een derde van de rijksbegroting, En dat wordt in deze kabinetsperiode dus – ondanks die kostenmatiging van meer dan 2 miljard in de curatieve zorg - alleen maar meer.
Als je dat vertaalt naar de portemonnee van mensen: daar gaat dat premiegeld ten koste van andere uitgaven.
Leuke dingen, zoals vakanties, maar ook noodzakelijke dingen, zoals kleding, schoolspullen voor de kinderen en boodschappen.
Ik begrijp wel dat mensen zich daar zorgen over maken. Dat is ook terecht.
Daarom zie ik die betaalbare zorg als een gemeenschappelijk probleem. Daarom vind ik dat we samen op zoek moeten naar de oplossing.
Ik weet dat u bereid bent om hierin met ons mee te denken. Die bereidheid heeft u afgelopen tijd laten zien. Dat vind ik positief. Dat maakt als ik het rond mag uitdrukken het gesprek dat wij voeren allicht makkelijker.
Die bereidheid betekent wél dat u niet alleen het gesprek met ons aangaat. Het is óók nodig is dat u naar uw hoofdkantoren stapt. Dat u daar in gesprek gaat. Dat u toelicht welke discussies hier worden gevoerd. Dat u daar de boodschap overbrengt dat de license to operate een belangrijk thema is in Nederland. Dat verandering nodig om het stelsel duurzaam en toegankelijk te houden. En niet alleen in Nederland.
Zowel bij Orkambi als bij Spinraza heb ik gemerkt dat wij niet alleen staan. Ook andere landen worstelen met dezelfde dilemma’s. Ja, we willen goede, innovatieve medicijnen. En we verwachten ook redelijke prijzen.
We zijn op zoek naar én-én.
Innovatie om de patiënt van vandaag en morgen te dienen. Maar ook: matige prijzen waarvan helder is hoe de kosten zijn opgebouwd.
Want onze gezondheidszorg moet betaalbaar blijven. Een duurzaam geneesmiddelenbeleid, met aandacht voor de patiënt. Daar sta ik voor.
Afgelopen week werd bekend dat het nieuwe kankermedicijn Yescarta, voor mensen met lymfeklierkanker, in Groot-Brittannië niet vergoed wordt. Vanwege de prijs. Enkele honderdduizenden euro’s per patiënt.
Een voorbode van een debat dat in heel Europa zal worden gevoerd over soortgelijke middelen.
We staan niet alleen.
Dames en heren, we leven in een tijd van openheid. Een wereld die steeds meer van glas wordt. Of het nu gaat om wikileaks, de bankencrisis of de metoo-beweging. Aandacht voor openheid, inzicht, helderheid – het wordt breed gevoeld .
De gezondheidszorg blijft niet achter.
We weten steeds meer over de werkelijke kwaliteit van de zorg. De uitkomst van behandelingen, en wat die nou echt betekenen voor het verdere leven van mensen – patiënten willen het weten en dat is begrijpelijk. Ze willen meebeslissen en dat kan niet zonder informatie. Dat kan niet zonder helderheid.
De ziektekostenverzekering – wat is nou echt het verschil tussen al die polissen?
De rekening van het ziekenhuis – mensen vragen steeds vaker om uitleg. Waar betaal ik nou eigenlijk voor?
Artsen onderling vergelijken de resultaten van hun behandelingen. Zien daardoor de verschillen. En verbeteren zichzelf.
De farmaceutische industrie kan en zal niet achterblijven.
Deze tijd vraagt om legitimatie en onderbouwing van prijzen. Laat maar zien waarom dat geneesmiddel zoveel moet kosten.
Want betaalbare zorg is geen luxe. Betaalbare zorg is niet het stokpaardje van dit kabinet. Nee, betaalbare zorg is een voorwaarde.
Onze gezondheidszorg, onze behandelingen, geneesmiddelen – ze kunnen nog zo goed zijn en nog zo innovatief. Als we ze niet kunnen betalen, dan houdt het op. Voor ons. Voor de patiënt.
De patiënt van vandaag – wiens ziekte we al kennen en die wacht op een goede behandeling. Maar óók voor de patiënt van morgen. Van wie we nu nog niet weten wat die straks nodig heeft.
Als u daarin uw verantwoordelijkheid neemt, ben ik bereid om mijn deel te doen en samen met u te kijken hoe we het systeem houdbaar kunnen houden.
De vestiging van de EMA in Nederland biedt een extra kans om met de wetenschap, met de medische sector, met de overheid en met het bedrijfsleven een inspirerend klimaat voor langdurige innovatie in Nederland te creëren.
Ik merk dat ook de industrie graag duidelijkheid wil geven. Een voorspelbaar beleid wil voeren. Een stabiele aanwezigheid op de Nederlandse markt nastreeft. Voor nu én later.
Velen van u weten dat we momenteel om tafel zitten. Ik kan u zeggen: of we het nu een convenant gaan noemen of een Memorandum of Understanding – als u bereid bent om met ons goede afspraken te maken die leiden tot echte verandering, dan ben ik bereid daar mijn handtekening onder te zetten.
Laten we daarom in gesprek blijven. En voor ogen houden waar het om gaat: een geneesmiddelensector die duurzaam is. Voor u, voor de mensen die hun belastingen en premies moeten kunnen opbrengen, en bovenal: voor onze patiënten.
Dank u wel