Voor succes in de 21e eeuw moet je jezelf steeds opnieuw uitvinden; toespraak minister Koolmees

Minister Koolmeest gaf vandaag een toespraak bij de jaaropening van Fontys Hogescholen in Eindhoven. Hij ging in op de de vraag hoe je je kunt voorbereiden op een toekomst die nog onbekend is.

Goedemiddag!

Laat ik beginnen met een nerdy confession: Als scholier vond ik het geweldig om na een lange zomervakantie te beginnen met een mooi, leeg, schrift, nog vrij van koffievlekken en ezelsoren. Een nieuw begin. Dat is tegelijk ook een bekentenis van een nerdy old man: toen ik met studeren begon. was het internet nét nieuw en ik kreeg op de universiteit mijn eerste emailadres. Geen idee wat ik ermee moest, het was de eerste fase van de technologische ontwikkeling. Een Ipad als schrijfblok, dáár had ik nog nooit van gehoord.

Toch is zo’n leeg schrift ook iets van nu, maar dan in figuurlijke zin. We leven in een ongelofelijk spannende tijd: aan de ene kant is het enige dat we écht over de toekomst weten, het feit dat deze heel anders gaat zijn dan onze wereld nu. Met studenten die straks grinniken om jullie Ipad, net zoals sommigen van jullie dat misschien doen om mijn schriftje. Maar aan de andere kant kunnen we ons misschien wel beter dan ooit voorbereiden op die toekomst, hoe onduidelijk deze ook is.

Dat is de paradox waar ik het vandaag over wil hebben met jullie.

Hoe bepaal je je koers als je maar zo weinig kunt zien?

Dat doe ik in twee blokken:

Allereerst wil ik samen met jullie kijken waarom die toekomst zo spannend is, én onbeslist. En vervolgens waarom en vooral hoe we ons toch kunnen voorbereiden.

De toekomst van Maaike

Natuurlijk weten we wel íets over de toekomst. Jullie - en dan kijk ik naar de studenten – leren voor banen die de volgende decennia de toekomt van ons land bepalen. Met bijvoorbeeld een hoofdrol voor hoogopgeleide verpleegkundigen, die steeds meer taken van artsen overnemen en robots straks zó inzetten dat ze het zware werk doen, nog veel meer dan nu het geval is. Robots die straks niet alleen eten en medicijnen rondbrengen, maar ook een kletspraatje komen maken, ontwikkeld door studenten mechatronica. En jullie hebben vast nog veel wildere dromen,over wat jullie straks allemaal willen uitvinden en maken.

Al die technologische ontwikkelingen maken niet alleen onze gezamenlijke toekomst enorm spannend, maar ook onze persoonlijke levens. Dat wil ik laten zien aan de hand van een aantal van zulke scenario’s.

Om te beginnen met dat van data science studente Maaike.

Grote kans dat ze binnenkort uit de collegebanken wordt geplukt door een headhunter. En een grote kans dat dit de droomstart is van een prachtige carrière, met de kans om door te groeien, door te leren, én om er wat van te maken.

Waar Maaike uiteindelijk terecht komt, ik weet het niet. Haar vakgebied evolueert vast naar iets veel moderners. Wat we kunnen aannemen is dat ze kansen krijgt, en ook de skills heeft om die kansen te pakken, niet alleen in haar werk, maar ook in de rest van haar leven. Eind goed al goed, dus.

 In de voorgesprekken die we de afgelopen tijd hebben gevoerd, kwam één ding heel duidelijk naar voren: wat jullie straks gaan doen maakt jullie niet zoveel uit, als je maar in beweging blijft.

Een van de studenten die we spraken, Martijn Kok, zei heel letterlijk: 'Ik kan mijn hele leven lang wel uitvinden. Mijn grote probleem is dat ik alles interessant vind.'

Student bedrijfskunde, Rick Severens, zei: ‘Ik ga eerst twee jaar ontdekken wat er allemaal te doen is, en bepaal dan mijn koers. Ik heb geen flauw idee wat ik over twintig jaar doe. Misschien word ik wel brandweerman!’

Volgens mij zijn het ‘probleem’ van Martijn, en de ‘zalige onwetendheid’ van Rick, precies de twee eigenschappen die je nodig hebt voor een succesverhaal: voor succes in de 21e eeuw moet je jezelf steeds opnieuw uitvinden.

De keerzijde

Het succesverhaal van Maaike laat een kansenmechanisme zien: als het eenmaal goed gaat, is het makkelijker om het goed te blijven doen. Maar omgekeerd zijn er ook mensen die in het begin geen kansen krijgen of pakken, en deze daardoor ook niet meer krijgen.

Zo kan ik het verhaal vertellen van Michael en Mehmet, die in de laatste klas van de basisschool zitten. Ze halen precies dezelfde Cito score, maar krijgen toch een ander schooladvies. Heel simpel, omdat Michael’s vader gestudeerd heeft, en ook meer verdient. Dit is geen verhaaltje uit de duim gezogen. Uit onderzoek van de onderwijsinspectie blijkt dat kinderen met dezelfde Cito score soms toch een ander schooladvies krijgen, alleen omdat de ene ouder meer verdient dan de ander, of een hoger opleidingsniveau heeft. Ik vind dat zelf heel schokkend.

Als ik dan het verhaal van Mehmet afmaak, dan kan het zo maar zijn dat hij ook later weinig kansen krijgt. Hij heeft moeite een stageplek te vinden, omdat zijn achternaam hem tegenwerkt. Helaas is dit nog steeds de praktijk in Nederland. Er is geen headhunter die hem uit de collegebanken wil vissen. Ook voor Mehmet geldt het kansenmechanisme, maar dan net omgekeerd: als je geen kansen krijgt, is het moeilijker om er iets van te maken.

Dat mechanisme werkt zo voor veel mensen in Nederland.

Cans and cannots

Achter het succes verhaal van Maaike en de tegenslagen van Mehmet schuilt een veranderende wereld, één waarin de kans op zowel voorspoed als op tegenslag groeit, en de impact daarvan op de rest van je leven groter wordt.

Ontwikkelingen als computers, globalisering en de opmars van flexibele contracten veranderen de manier waarop we werken en leven. Als je alles bij elkaar optelt, leveren die veranderingen per saldo Nederland veel op. Maar wie kijkt naar individuele mensen ziet dat winst en verlies steeds sterker verdeeld zijn.

We leven in een samenleving waarin winst en verlies steeds minder draaien om de haves en havenots, maar om de cans and cannots, mensen die voorlopen en mensen die achterblijven in een wereld die steeds sneller verandert.

Of je het gaat redden of niet heeft voor een deel te maken met de hulpbronnen die je tot je beschikking hebt, én wat je daarmee doet. Zeg maar de fiches die je krijgt om er het beste van te maken. Dat is een goede opleiding, maar bijvoorbeeld ook een goede leefomgeving, een goede gezondheid, en een goed netwerk.

Misschien spelen jullie wel eens Monopoly. Ik wel, met mijn zoontje. En daarin zit ook zo’n mechanisme. Als je dan in de eerste rondes de Coolsingel en Kalverstraat mist, dan voel je de bui al hangen: dit wordt een hele lange middag. Want al verdedig je je Dorpstraat met man en macht, je weet dat je gaat verliezen. Onze toekomst mag nooit zo’n alles-of-niks spel worden, bepaald door de mazzel of pech van de ogen die je gooit.

Hoe moeten we ons voorbereiden op de toekomst?

Iedereen moet een eerlijke en reële kans hebben om wat van zijn of haar leven te maken. Dat betekent dat iedereen in onze samenleving de mogelijkheid moet krijgen om zich te blijven ontwikkelen gedurende het leven, op school en op het werk, van start tot finish.

We hebben allemaal een rol om ervoor te zorgen dat iedereen ook die eerlijke kansen krijgt: overheid, onderwijs, werkgevers, werkenden en studenten.

Het is mijn taak als minister om ervoor te zorgen dat de randvoorwaarden kloppen. Dat je kunt solliciteren zonder dat je achternaam ertoe doet, dat je schoolloopbaan niet wordt bepaald door de opleiding of het salaris van je ouders, dat je gemakkelijk je werk met de zorg voor je familie kunt combineren, en dat je kunt werken in een dienstverband dat aansluit bij jouw voorkeur – vast of flex - als werknemer of als zelfstandige.

Ik wil me er als minister ook voor inzetten dat jezelf ontwikkelen de normaalste zaak van de wereld wordt.

Ik ben zo'n befaamde stapelaar. Ik heb zelf de route mavo-havo-vwo gedaan. Het is de zogenaamde stapelaarsroute. Ik hecht er veel waarde aan dat ik die kansen heb gekregen, en ik ben van mening dat in een eerlijke maatschappij het kansenmechanisme voor iedereen goed moet werken.

Daarvoor is een cultuuromslag nodig, en ja, ook systeeminterventies, zoals Nienke Meijer zojuist benoemde.

Dit najaar presenteer ik samen met de Minister van OCW en ook namens de Staatssecretaris van EZK, een actieplan, waarvoor we uitvoerig in overleg zijn geweest met de werkgevers- en werknemersorganisaties in de Stichting van de Arbeid. Ook hebben we gesproken met O&O fondsen, onderwijsinstellingen en uitvoeringsorganisaties.

Het doel van de plannen is dat mensen meer invloed krijgen op hun loopbaan en zich op tijd kunnen aanpassen aan veranderingen op de arbeidsmarkt. Daarvoor denken we bijvoorbeeld aan persoonlijke middelen voor leren en ontwikkelen.

Geld an sich gaat mensen echter niet verder helpen in hun ontwikkeling. Je moet namelijk ook weten hoe je je kunt ontwikkelen. Dat je de route kent. Veel mensen kunnen hierin wel wat ondersteuning gebruiken, het is belangrijk dat die ondersteuning ook beschikbaar is.

Daarnaast wil dit kabinet het onderwijs flexibeler maken, zodat je je studie met je werk kunt combineren, je de vakken kunt volgen die bij je passen, en je je kunt bijscholen, kortom, dat je kans op kans kunt stapelen.

Ons voorbereiden op de toekomst, betekent dat ook wij ons telkens opnieuw moeten uitvinden, en nieuwe manieren bedenken om maatschappelijke veranderingen aan te pakken.

Rol Hbo

Het Hbo vervult een belangrijke rol in die voorbereiding op de toekomst. Dat heb ik gemerkt bij de voorbereidingen voor vandaag, en ja, wéér passeert Martijn de revue!

‘Wat vind je nu zo innovatief aan je opleiding?’ vroeg een medewerker op het ministerie hem. Ze verwachtte toen iets te horen over de nieuwste robotsnufjes, maar niks van dat. Hij vertelde haar:

‘Ik vind het bijzonder dat Fontys nauw samenwerkt met bedrijven. Voor hen is innovatie vaak heel spannend. Dan komen ze bij ons met hele concrete vragen. En zo krijg je een win-win effect!’

En daar heeft deze slimme student natuurlijk helemaal gelijk in. Innovatieve vormen van samenwerking kunnen net zo vernieuwend zijn als een operatierobot of een 3D-printer. Die samenwerking sluit aan bij het motto van Nienke Meijer: ‘geen woorden maar daden’. Al weet ik dat als Feijenoord fan natuurlijk allang. Maar dat is natuurlijk gevaarlijk te zeggen hier in Eindhoven!

Ik ben erg onder de indruk hoe Fontys samen met werkgevers de handschoen oppakt als het gaat om Levenlang ontwikkelen. Het Brainport Talent & Skills Akkoord is daar een mooi voorbeeld van: een akkoord gericht op talentontwikkeling in zowel het onderwijs als de arbeidsmarkt.

Ook is er een duidelijke agenda om TEC-proof onderwijs te geven dat inclusief, toegankelijk en kwalitatief hoogstaand is.

Met deze aanpak gaat Fontys maatschappelijke tweedeling tegen,geven jullie jonge afstudeerders toekomstgerichte bagage mee,en krijgen werkenden de kans om kennis en vaardigheden op te doen aan de hogeschool. Het is een strategie die past bij onze Hollandse koopmanstraditie: als handelaren pas je je voortdurend aan, met win-win als uitgangspunt. Want als iedereen wint, doe je dat zelf ook.

Slot

History will be kind to me for I intend to write it.

Deze quote schijnt in de top 10 te staan van uitspraken die Winston Churchill waarschijnlijk niet gemaakt heeft. Een beetje arrogant klinken die woorden wel, maar er zit ook een kern van waarheid in. Vrij vertaald: De toekomst kan mooi zijn, als we zelf in de pen klimmen, en het verhaal gaan schrijven.

Dat zijn het lege schrift en de pen die klaarliggen voor ons allemaal. Ook voor studenten. Als student krijg je heel veel kansen, zeker als je in het hoger beroepsonderwijs studeert. Maar het is aan jou of je die kansen pakt. Het belangrijkste dat we over de toekomst weten is dat deze anders zal zijn dan onze wereld nu. Dan kan je er maar beter voor zorgen dat je zelf ook in staat bent om te veranderen, door in jezelf te investeren.

De koers voor een onbesliste toekomst bepaal je door jezelf telkens opnieuw uit te vinden.

Dank u!