Oud-politici sneller aan het werk
Minder lang een uitkering, voldoen aan de sollicitatieplicht, hulp bij re-integratie, verrekenen van neveninkomsten. Sinds 2010 heeft het kabinet aanpassingen en versoberingen doorgevoerd in de rechtspositie van onder meer ministers, Kamerleden en lokale bestuurders en politici. Uit de evaluatie blijkt dat er nu verder geen grote wijzigingen nodig zijn. Wel wordt de uitvoering aangescherpt en verbeterd. Zo krijgen politieke ambtsdragers eerder loopbaanoriëntatie, zodat ze na het ambt sneller weer aan het werk kunnen. Ook komt er een extern adviescollege dat over arbeidsvoorwaarden adviseert. Dat heeft de ministerraad besloten op voorstel van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
De versoberingen van de afgelopen jaren hebben geleid tot een evenwichtige en passende rechtspositie. Dat blijkt uit een evaluatie van de wetgeving, die volgde op de adviezen van de commissie-Dijkstal. Voor verdere aanpassingen blijkt geen aanleiding.
Het openbaar bestuur, dat zijn de mensen die zich in hun publieke functie inzetten voor onze gemeenten, provincies en waterschappen, en voor Nederland. Het is belangrijk hen goed te ondersteunen. Daarom heeft BZK geïnvesteerd in goede inwerkprogramma’s voor nieuwe raadsleden en wethouders, en worden bestuurders door een landelijk ondersteuningsteam en via trainingen geholpen bij confrontatie met agressie en geweld.
Voor de aantrekkelijkheid van het politieke ambt is het ook belangrijk om te onderkennen dat de functie een waardevolle stap is in de loopbaan en dat de politicus of bestuurder deze ervaring weer kan inzetten in een andere functie in de samenleving. Uit de evaluatie blijkt dat de sollicitatieplicht in combinatie met de geboden hulp om te re-integreren goed werkt. Om de uitvoering hiervan nog te verbeteren, krijgt de bestuurder bijvoorbeeld al tijdens het ambt loopbaanoriëntatie aangeboden. Hierdoor kunnen uitkeringsgerechtigden namelijk na aftreden een vliegende start maken bij het zoeken naar een nieuwe functie. Dit vergroot de kans dat politici na hun functie eerder nieuw werk vinden en dat zij dus minder gebruik maken van wachtgeld.