Kabinet werkt aan oplossingen voor negatieve effecten van toename parallelimport
Het kabinet werkt voor het einde van het jaar een viertal oplossingen uit om negatieve effecten rondom de toename van de import van gebruikte auto’s uit het buitenland zoveel mogelijk tegen te gaan. In de afgelopen jaren is deze parallelimport fors gestegen. Dit is op zichzelf geen probleem, omdat dit past bij een Europese vrije markt en een aantrekkende economie. Wel leidt de toename tot uitvoeringsproblemen voor de Belastingdienst en is er sprake van marktverstoring.
Dit staat in een brief die donderdag naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Staatssecretaris Snel van Financiën: “Veel Nederlanders kopen een gebruikte auto uit het buitenland, met name uit Duitsland. Daar is op zichzelf niet veel mis mee. Ik begrijp heel goed dat je als consument een mooie auto wil kopen en in het buitenland is veel aanbod. Maar wat mij stoort, is dat een groeiend aantal taxateurs en belastingadviseurs de regels doelbewust manipuleert om minder belasting te betalen. Dat proberen we aan te pakken, al is dit door Europese regelgeving geen simpele opgave.”
De BPM is een belasting die betaald wordt bij de aanschaf van nieuwe of geïmporteerde gebruikte personenauto’s en motorrijwielen en zorgde in 2017 voor 2,1 miljard euro aan inkomsten, waarvan 386 miljoen euro door parallelimport. Hoeveel belasting over de import van een gebruikte auto moet worden betaald is afhankelijk van Europese regelgeving. De waardebepaling van de auto speelt daarbij een cruciale rol. Dit zorgt voor problemen, omdat er altijd discussie mogelijk is over hoeveel een auto waard is. Hierdoor is het systeem manipuleerbaar en moeilijk uitvoerbaar.
Bij het bepalen van de waarde van een auto wordt gebruik gemaakt van een tabel, koerslijsten of een taxatierapport. In de laatste twee gevallen kan het misgaan: koerslijsten worden gemanipuleerd en taxateurs verzinnen of vergroten schades aan auto’s op om extra korting op de BPM te krijgen. De Belastingdienst heeft onvoldoende capaciteit om dit goed te kunnen controleren.
Een ander probleem is dat er belastingadviseurs op basis van ‘no cure no pay’ massaal rechtsprocedures voeren om de waarde van de auto aan te vechten, soms zelfs zonder dat de eigenaar dit weet. Wanneer een belastingplichtige door de rechter (deels) in het gelijk wordt gesteld, krijgt deze van de rechter een proceskostenvergoeding. Hierdoor is een merkwaardig soort verdienmodel ontstaan, omdat deze vergoeding vaak flink hoger is dan het betwiste belastingbedrag waarvoor naar de rechter wordt gestapt.
Het is ingewikkeld om deze problemen tegen te gaan zonder daarbij in strijd met het Europees recht te handelen, omdat hiermee een fundamenteel beginsel van de vrije markt wordt geraakt. Toch kan er gedacht worden aan een viertal oplossingen:
- Verbeteren van taxatieproces, bijvoorbeeld door regulering of via een onafhankelijk taxatie-instituut.
- Afremmen van de praktijk waarin massaal bezwaar- en beroepsprocedures worden gevoerd. Hierover wordt overleg gevoerd met de minister van Justitie en Veiligheid.
- Betere informatie voor eigenaren van gebruikte auto’s, die niet altijd weten dat namens hen een bezwaar- en beroepsschriftprocedure wordt gevoerd.
- Inzichtelijk maken welke fiscale afschrijving bij een auto is toegepast, zodat de koper vooraf weet of er sprake is van een auto met schade. Hier wordt de markt opener en transparanter van.
Daarnaast komt er een platform van koerslijstproviders, de Bovag en de Belastingdienst waar ongewenste en onbedoelde toepassingen van de koerslijst worden besproken. Het doel van de maatregelen is om zoveel mogelijk een gelijk speelveld van de automarkt te creëren.