Toespraak minister-president Mark Rutte tijdens Veteranendag in de Ridderzaal, Den Haag
Majesteit, ridders militaire Willems-Orde, veteranen, dames en heren,
Er is een leven voor en een leven na de oorlog. Een leven voor en een leven na het conflict, de spanning, de confrontatie met geweld. De meeste Nederlanders kennen dit gevoel niet. Dat geldt ook voor mijzelf. We kunnen het ons proberen voor te stellen, maar we kunnen het niet doorvoelen.
Veteranen kennen dit gevoel wel. Je hebt op het scherpst van de snede geleefd. Je hebt onder hoogspanning moeten opereren. Misschien heb je intense vriendschappen ontwikkeld, het thuisfront gemist, je af en toe verveeld. Je hebt slachtoffers van geweld gezien en geholpen, of bent zelf in gevaar geweest. Misschien heb je kameraden verloren of ben je gewond geraakt. En dan kom je thuis. Het leven na de oorlog. Wat doe je dan? Hoe ga je verder?
Vanochtend had ik de eer Joyce van den Waardenburg en Mezak Bakarbessy te mogen ontmoeten. Zij zijn hier nu ook aanwezig, daar zitten ze.
Twee veteranen met verhalen over een leven na de oorlog. Heel verschillende verhalen, over heel verschillende levens. Maar alle twee kennen zij dat gevoel.
De 35-jarige Joyce van den Waardenburg is twee keer uitgezonden geweest naar Irak en Afghanistan. Haar leven ná de oorlog werd overschaduwd door de donkere wolken van ptss, het posttraumatisch stresssyndroom waar militairen soms mee kampen. Maar met haar ontmoette ik ook haar hulphond Rhone en hondentrainer Herman
Pestman. Zij helpen Joyce het leven na de oorlog leefbaar te maken. En dat lukt. Joyce loopt vandaag mee in het defilé en neemt komend jaar deel aan de Invictus Games, in de onderdelen zwemmen, atletiek, onder andere kogelstoten én zitvolleybal. Wát een sporter.
En Herman, die heeft onlangs als eerste de Witte Anjer Prijs ontvangen voor zijn inzet voor veteranen. Hij traint de honden om een veteraan te wekken die in een nachtmerrie terechtkomt. Of om hem of haar weg te halen uit een drukke omgeving als dat stress veroorzaakt. Daarmee maakt hij een groot verschil in de levens van militairen met ptss, zoals Joyce. Een welverdiende prijs dus.
Ik had ook de eer om Mezak Bakarbessy, 90 jaar oud, te ontmoeten. Zijn familie kwam van het dorp Waai op het Molukse eiland Ambon. Hij verloor veel familieleden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog diende hij in het Koninklijk Nederlands Indisch leger. In 1951 kwam hij naar Nederland.
De Molukse KNIL-veteranen zijn lange tijd onvoldoende onderdeel geweest van de veteranengroep. Zij vormden een vergeten groep, die te weinig erkenning en waardering heeft gekregen. Dat is gelukkig veranderd. Meerdere Molukse KNIL-veteranen hebben in 2017 de onderscheidingen gekregen waar zij recht op hebben en anderen zullen die nog krijgen. Als dank voor hun inzet voor Nederland.
Ik ben blij dat Mezak Bakarbessy hier vandaag is. Vanwege zijn eigen verdiensten en als symbool voor de belangrijke groep van KNIL-veteranen die hij vertegenwoordigt.
Vandaag eren wij alle veteranen die gevochten hebben voor onze vrijheid. Veteranen die na de oorlog hun leven weer op moesten bouwen, met in hun rugzak ervaringen die je nooit meer vergeet. Ook op
dit moment werken Nederlandse militairen wereldwijd aan vrede en veiligheid. Ik denk daarom vandaag met groot respect aan alle mannen en vrouwen in onder meer Mali, Irak en Afghanistan.
Onlangs besloot het kabinet om de missie in Afghanistan te verlengen en uit te breiden en om de missie in Mali af te bouwen. Ik besef heel goed dat dit voor ons in eerste instantie besluiten op papier zijn, maar dat die een heel directe impact hebben op de levens van onze militairen.
Ik heb dat het afgelopen jaar zelf van dichterbij kunnen zien, bijvoorbeeld bij mijn bezoek aan de mannen en vrouwen in Mali in november. Wij vliegen daar in en uit, maar zij werken dag en nacht onder vaak moeilijke omstandigheden en ver weg van vrienden en familie.
Dames en heren, wij steunen onze militairen in functie, maar wij steunen hen zeker ook in hun leven na de oorlog. Vandaag, op Veteranendag, sta ik daar met jullie graag bewust bij stil. Jullie hebben je leven in de waagschaal gesteld, jullie hebben offers gebracht en jullie dragen die ervaringen je verdere leven met je mee. Jullie verdienen ons grootste respect en dankbaarheid.