Symposium ‘De burger neemt initiatief’
Spreekpunten minister Ollongren bij Symposium ‘De burger neemt initiatief’, 31 mei 2018
Ik liep net langs de privéauto van Winston Churchill [staat in het Louwman Museum]. Een Humber Pullman met een extra grote asbak. Churchill en zijn sigaar waren onafscheidelijk.
Net zo onafscheidelijk zijn Churchill en het denken over democratie. Er is bijna geen debat over democratie te voeren of er wordt gerefereerd aan de woorden van de Britse oud-premier: 'Democracy is the worst form of government, except for all the others.' De uitspraak staat nog steeds zoals hijzelf achter de katheder stond: massief en onuitwijkbaar.
Zijn uitspraak lijkt een wat cynische ondertoon te hebben, maar als je het origineel erbij pakt – ‘Indeed it has been said that democracy is the worst form of Government except for all those other forms that have been tried from time to time’ –, als je hem in zijn context beziet, dan is het eigenlijk een positieve uitspraak: democratie heeft zo zijn gebreken, maar werkt nog altijd beter dan elke andere regeringsvorm.
Dames en heren.
Al sinds Thorbecke worden over onze democratie boeken, bladen en blogs volgeschreven. Er wordt over gesproken. Er wordt over gedebatteerd. De scope van dat debat gaat voorbij de scope van deze bijeenkomst. U bent hier voor één kant van de democratische medaille: de groeiende groep mensen die de verantwoordelijkheid voor de toekomst van ons land niet meer alleen aan een beperkte groep volksvertegenwoordigers wil overlaten, maar graag ook zelf verantwoordelijkheid neemt en deelt.
Niet alleen over een paar wipkippen of de locatie van de vuilcontainer, maar - juist - ook over grote zaken als duurzame energie, gezondheidszorg en veiligheid.
Dat past in de tijdgeest. Groepen burgers gaan vaker zelf dingen doen. Zelf initiatief nemen. Niet alleen op politiek vlak. Denk ook aan Uber, MyWheels en Airbnb. Allemaal initiatieven die tekenend zijn voor deze tijd.
Ieder initiatief, of het nu van onderop ontstaat of niet, krijgt vroeg of laat te maken met overheden, woningcorporaties, welzijnsinstellingen, zorginstellingen, en ga zo maar door.
Van de minister van BZK mag leiderschap en visie verwacht worden, en het vermogen om in te spelen op de ontwikkelingen in de maatschappij.
Als ik uw rapport zo lees, doen we dat als overheid nog te weinig. Vorige maand kwam de Nationale Ombudsman met soortgelijke constateringen: we zijn als overheid nog onwennig rond initiatief uit de samenleving.
Van mij mag u daarom drie dingen verwachten om daar een extra zwiep aan te geven.
Ten eerste:
Ik zal – via management-by-speech – tegen overheden, woningcorporaties, welzijnsinstellingen etcetera zeggen: “Pak het op, ga er positief mee om.”
Er is behoefte aan meer zeggenschap. Aan zelf doen en meedoen. Burgers willen zelf bepalen hoe hun buurt er uit komt te zien. Er wordt wel gesproken van het terugleggen van eigenaarschap bij de bewoners.
Wat overigens niet betekent: laat de boel maar op zijn beloop. Het betekent eerder: anders werken. Niet alles op het gemeentehuis uitdokteren.
Ten tweede:
Ik ga eigen initiatief en verantwoordelijkheid van bewoners stimuleren door obstakels weg te nemen.
Je hoort vaak dat zodra mensen zelf initiatieven nemen, ze vastlopen op een wirwar aan regels en criteria voordat ze een klein beetje subsidie krijgen. “We willen dit doen, maar het mag niet van die, die en die.” De houding van gemeenten is vaak te snel ‘nee, het kan niet’.
Idealiter zeggen gemeenten: ‘Interessant initiatief, we gaan samen kijken hoe we dat van de grond kunnen trekken’.
Het Aktieplan lokale Democratie, dat nog voor de zomer naar de Tweede Kamer gaat, kom ik met nadere plannen om bewonersinitiatieven een zetje te geven. Onder andere door onnodige procedures en regels weg te halen.
Een uitgewerkte vorm is de Right to Challenge. Als bewoners denken taken van gemeenten slimmer, beter, goedkoper of anders te kunnen doen, dan moet daarvoor ruimte komen.
Ten derde:
Ik zal ‘best practices’ in kaart en onder de aandacht brengen. Zoals dit rapport van de gemeenten Oegstgeest, Wassenaar, Voorschoten en Leidschendam-Voorburg. Een rapport vol praktische lessen en tips, en met een belangrijke conclusie: initiatieven die tot constructieve samenwerking met de gemeente komen, zijn vaak het meest succesvol.
Dit herbevestigt voor mij dat de doorontwikkeling van een overheid die zich passend weet te verhouden tot burgerinitiatieven prioriteit krijgt.
Uw rapport laat ook zien dat de mensen achter de initiatieven zeer verschillend zijn, en andere behoeften hebben.
Van sociale ondernemers die roepen ‘geef ons de ruimte, schaf de regels af, stel ze tijdelijk buiten de orde’ tot actieve bewoners die daarentegen juist behoefte hebben aan vastere afspraken met de gemeente, aan duidelijkheid over bijvoorbeeld ondersteuning.
Het is dus voorstelbaar dat de rol van de overheid de ene keer een bescheiden rol op de achtergrond zal zijn en de andere keer trekkend en regisserend als deelnemer in een groter proces.
Soms zal er sprake zijn van het regelen van zaken op hoofdlijnen, soms van alleen kaders stellen, dan weer van het wegnemen van knelpunten, aan het lokaal niveau overlaten of zaken geheel loslaten.
Het is een samenspel tussen burgers en overheid. Een tango die we samen dansen. Dat is soms wat onwennig, maar het is wel de toekomst. Dus ik zou zeggen: ga de vloer op en geniet ervan.
Ik dank jullie wel.