Toespraak staatssecretaris Visser bij de medal parade in Gorinchem
Dames en heren,
Vrienden, familie, partners van de militairen,
Aangetreden militairen,
Het is een grote eer om u vandaag voor het eerst als staatssecretaris van Defensie de Herinneringsmedaille Internationale Missies uit te mogen reiken.
Een medaille die u op uw uniform zult dragen als herinnering aan een bijzondere tijd.
Want op missie gaan, verandert je.
Het vormt je.
Je krijgt een nieuwe blik op de wereld.
Het is een unieke ervaring, die niet veel mensen op de wereld meemaken.
Je bent ver weg van huis. Ver van alles wat je kent.
En je wordt op jezelf teruggeworpen.
Samen met je collega’s moet je het rooien.
Je bent elkaars vangnet.
Je eet, slaapt, werkt met elkaar.
En leeft even een tijdje in wat bijna voelt als een parallel universum.
Dat gevoel – die bubbel waar je een tijd lang in zit – vergeet je je leven niet meer.
Voor mij staan ruim 340 militairen die dat allemaal hebben meegemaakt.
Sommigen voor het eerst, en sommigen al voor de tweede, derde, vierde, vijfde keer of nog vaker.
Ze zijn ingezet in Mali, Afghanistan en het Midden-Oosten.
Verschillende missies.
Met verschillende mandaten.
Verschillende werkzaamheden.
En onder verschillende omstandigheden.
Maar allemaal met hetzelfde doel: het brengen van veiligheid en stabiliteit.
(…)
Geen gemakkelijk doel.
Geen doel waar een kant-en-klaar draaiboek voor is.
Of waar je onomstotelijk van kan zeggen: “Mission accomplished. Het land is gered.”
De harde werkelijkheid is dat het in al die gebieden al heel lang onrustig is.
En misschien nog heel lang onrustig zal blijven.
En dat je als internationale coalitie soms twee stappen vooruit en één stap achteruit doet.
Maar uw aanwezigheid maakt wel een verschil.
Dat het proces nog niet afgerond is, doet daar niets aan af.
Door uw inzet is er een stap in de goede richting gezet.
En het belang daarvan is niet te onderschatten.
Want zonder onze militaire successen had de situatie er voor de mensen van Mali, Afghanistan, Oost-Syrië en Irak heel anders uitgezien.
U hebt daar allemaal met uw eigen expertise aan bijgedragen.
Ik kan u helaas niet allemaal persoonlijk toespreken, want dan duurt deze bijeenkomst net zo lang als de missie zelf…J
Dus ik ga er een paar verhalen uitpikken. In de hoop dat ik niemand tekort doe.
Ik begin met Afghanistan.
Daar dragen we met de missie Resolute Support bij aan het trainen, adviseren en assisteren van het Afghaanse veiligheidsapparaat.
Om onze militaire adviseurs daar te ondersteunen, is veel nodig.
Zo waren er bijvoorbeeld de 28 mannen en vrouwen van de Medical Taskforce.
Zij zorgen ervoor dat als er wat gebeurt… er binnen 15 minuten medische hulp ter plaatse is.
En dat de slachtoffers binnen een uur in het role-2 ziekenhuis geholpen worden.
Je weet nooit wanneer dat moment komt, dus je kan maar beter voorbereid zijn.
Dat betekent: oefenen.
Onder leiding van Tweede-Luitenant Jarlan werd er bijvoorbeeld in de Lion’s Rock – die beroemde bar van Dutch Mountain waar iedereen jaloers op is – een ontploffing nagebootst.
Bij die ontploffing waren dan ook 22 “echte” slachtoffers.
Compleet met schmink en nepbloed.
Door het strakke werk van het medische team, dat ook uit Duitse collega’s bestond, werden die slachtoffers allemaal snel en professioneel verzorgd en geholpen.
En de bar heeft het ook gered… J
Daar zullen de mensen van het National Support Element niet ontevreden mee geweest zijn.
Want zij zijn het die zorgen dat de faciliteiten op het kamp goed in orde zijn.
Eigenlijk als een soort gastheer.
Zij creëren de basisvoorwaarden voor een geslaagde missie.
Dat geldt ook voor de mannen en vrouwen van het Contigentscommando en het National Support Element in Mali.
Hier helpt Nederland bij de uitvoering van het vredesakkoord en het beschermen van de bevolking.
Met als doel dat Mali een stabiel land wordt, waar mensen willen blijven wonen.
Het Contco en het NSE doen in Mali belangrijk ondersteunend werk.
Voor dat werk is het belangrijk dat je de goede spullen hebt.
En als er wat kapot gaat, weet je soms niet of het reserveonderdeel volgende week, volgende maand of helemaal niet komt.
In dit soort omstandigheden is het belangrijk dat er goed lokaal wordt ingekocht.
Dat kwam neer op verwerver kapitein Carien.
Vanuit Bamako kocht zij voor alle drie de locaties spullen in.
Je kan het zo gek niet verzinnen, of ze heeft het gevonden.
Meubilair, kantoorartikelen, constructiemateriaal.
You name it.
Veel van die spullen waren gelukkig beschikbaar.
Maar je moet wel accepteren dat het basic is.
Als je een vrachtwagen bestelt, is het geen nieuwe Scania maar een afgetrapt samengesteld ding.
Wat dat betreft is Mali eigenlijk een rijdend autokerkhof, zei Carien hier zelf over.
Carien kon gelukkig bouwen op een bestaand netwerk van leveranciers, maar hield wel een scherp Hollands oog voor prijs-kwaliteit.
Als ze rondliep door Bamako, kwamen mensen haar een hand geven en zeiden ze “bedankt dat je er bent”.
Dat geeft een goed gevoel.
Maar de echte kick kreeg ze van het feit dat ze haar collega’s kon helpen met spullen die ze hard nodig hadden.
(…)
Waar Carien de collega’s van buiten de poort hielp, hielp sportinstructeur sergeant Rob de mensen binnen de poort.
Hij zorgde dat iedereen topfit bleef.
Ook onder de bloedhete Malinese zon.
Om mensen enthousiast te maken om mee te doen, organiseerde hij allerlei activiteiten.
Zoals het beachvolleybaltoernooi op zondag.
De nieuwjaarsloop in verkleedkleren.
Of een T-shirt competitie. Als je 100, 500 of 1000 (!) kilometer had gerend, kreeg je een T-shirt.
En geloof het of niet: het 1000-kilometer T-shirt is een keer uitgereikt!
Bij deze activiteiten stonden niet alleen de Nederlanders, maar ook de Litouwers, de Belgen en de Duitsers juichend bij de finishlijn.
Rob merkte dat sport verbroedert. Ook tussen landen.
Maar het meest trots was hij misschien nog wel op de goede doelen-actie die hij organiseerde.
Met een groot sportevenement zorgde hij dat er ruim 2800 euro werd opgehaald voor arme kinderen in de buurt.
En dat ze ook sport- en spelmateriaal kregen om mee te spelen.
Dan weet je dat je – al is het maar voor heel even – een grote glimlach op het gezicht van die kinderen kan toveren en hun leven ietsjes beter kan maken.
Absoluut iets om trots op te zijn.
(...)
En dan als laatste de missie ATFME, waarbij onze mensen vanuit Jordanië en Qatar bijdragen aan de strijd tegen ISIS.
ATFME 8 (“de Mighty 8!”) was na 1,5 jaar afwezigheid de eerste club die met onze F-16’s terug kwam in Jordanië.
Binnen een week waren de eerste vliegtuigen al de lucht in.
Exact op de datum die beloofd was aan het hoofdkwartier in Qatar.
Daarna zijn er bijna iedere dag meerdere missies gevlogen.
Dat kan alleen met een professioneel team.
In die 1,5 jaar tijd is de strijd tegen ISIS compleet veranderd.
Maar hij is zeker nog niet voorbij.
Het terroristennetwerk en het gedachtengoed zijn nog niet verslagen.
Detachements-commandant Michel zei hierover: “De wedstrijd is pas over als het fluitsignaal klinkt. Als wij onze aandacht laten verslappen, kan de tegenpartij opbloeien.”
Continu scherp blijven.
Dat was ook de taak van de Belgische Force Protection, die vandaag hier aanwezig is.
Zij bleven onder alle omstandigheden professioneel en gemotiveerd.
En daarnaast is het ook een hele leuke club mensen heb ik gehoord J
Een club die moeiteloos onderdeel werd van de grote groep.
Dat gold ook voor de genisten van de landmacht.
Zij werden met open armen ontvangen.
En stonden vol verbazing te kijken toen nota bene de detachementscommandant zelf de lekkende hesco’s stond bij te vullen… (!)
Plaatsvervangend Detachementscommandant Linda zei dat het een wereldervaring was, om met zo’n kleine groep mensen zo’n prestatie neer te zetten.
Vol gefocust.
En met korte lijntjes.
Dat vergeet je je leven niet meer.
(…)
Aangetreden militairen,
U hebt stuk voor stuk belangrijk werk gedaan.
Vandaag is het moment om daar samen met familie, vrienden en collega’s weer even bij stil te staan.
Om na te denken over wat de missie voor jullie heeft betekend.
En het geeft ons de kans om jullie te bedanken voor wat jullie voor de missie hebben betekend.
Jullie inzet is voor de mensen in Oost-Syrië en Irak, Mali en Afghanistan van onschatbare waarde.
Wees daar trots op.
En weet dat Nederland u daar dankbaar voor is.
Maar voordat ik afsluit wil ik eerst graag het woord richten tot het thuisfront.
(…)
Dames en heren, jongens en meisjes,
Jullie hebben allemaal een tijd lang uw partner, zoon, dochter, broer, zus, vader of moeder moeten missen.
Terwijl zij op missie waren, hield u hier in Nederland de boel draaiende.
Dat is niet makkelijk. Zeker rondom Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuw.
Wij vragen bij Defensie veel van onze mensen.
Heel veel.
En daarmee vragen wij dus ook veel van hun familie en vrienden.
Ik realiseer me dat onze mannen en vrouwen alleen kunnen doen wat zij doen, omdat jullie dat mogelijk maken.
En dat is ook de reden dat wij straks een anjer geven aan de partners van uitgezonden militairen.
En dat wij een speciale medaille uitreiken aan de kinderen.
Dit is een symbool van onze grote dank en waardering!
Want zonder u was dit niet mogelijk geweest.
(...)
Aangetreden militairen,
Ik reik u nu graag – samen met de Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten – de Herinneringsmedailles Internationale Missies uit.
Een grote eer en een waar genoegen.
Paradecommandant, wilt u het geheel in de houding zetten zodat mijn adjudant de beschikking kan voorlezen?
Dank u wel.