Verklaring minister-president Rutte na afloop van gesprek met secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg op het Catshuis
In aanloop naar de NAVO-top van 11 en 12 juli heb ik vanmiddag in het Catshuis met secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg gesproken over de uitdagingen waar de NAVO voor staat. Ook minister Blok van Buitenlandse Zaken en minister Bijleveld van Defensie waren daarbij aanwezig.
Zowel ten oosten als ten zuiden van het verdragsgebied zien we dat de NAVO te maken heeft met een verslechterende veiligheidssituatie. Niet alleen in de traditionele zin, maar ook als gevolg van toegenomen hybride en cyberdreigingen. Tegen die achtergrond is het NAVO-bondgenootschap onverminderd relevant. En het is aan de NAVO om tijdige en effectieve antwoorden op die toegenomen dreigingen te vinden.
We hebben gesproken over de verdere versterking van het NAVO-bondgenootschap en de Nederlandse bijdrage daaraan. Op de vorige NAVO-toppen in Wales en Warschau hebben we daar al goede afspraken over gemaakt. Zo hebben we toen afgesproken dat lidstaten zich inspannen om de defensie-uitgaven te bewegen richting 2 procent van het BBP. Nederland investeert fors in Defensie, oplopend tot 1,5 miljard euro per jaar en in totaal 5 miljard euro deze kabinetsperiode. Daarmee halen we de 2 procent-grens nog niet, maar het is een belangrijke eerste stap. Maar ook los van die financiële afspraken neemt Nederland als trouwe bondgenoot zijn verantwoordelijkheid. Zo dragen we bij aan diverse missies, zoals de snelle reactiemacht in Litouwen, en doen we mee in Afghanistan.