Persconferentie na ministerraad 13 april 2018
Minister-president Rutte blikt in de persconferentie na afloop van de ministerraad van 13 april 2018 terug op zijn bezoek aan China. Verder gaat hij in op de situatie in Syrië.
Minister-president Rutte:
Vandaag een paar dingen in mijn inleidend statement. In de eerste plaats toch nog even kort terugblikken op de missie naar China met vier collega's uit het kabinet, bedoeld om het Nederlandse bedrijfsleven daar in de etalage te zetten. En ik denk dat je mag vaststellen dat de Nederlands-Chinese samenwerking, dat die veel kansen biedt. De missie heeft ook al de nodige resultaten opgeleverd. Er zijn zo'n 35 contracten en samenwerkingsverbanden afgesproken met een totale waarde van een kwart miljard. Los daarvan is er ook nog zo'n 200 miljoen euro aan afspraken gemaakt in de landbouwsector, die deels overlapt met die 250 miljoen. En je weet bij dit soort missies dat de echte opbrengsten pas later komen, als ook de contacten die gelegd zijn volledig tot wasdom komen. Ook veel politieke gesprekken kunnen voeren, onder andere over vrijhandel uiteraard, het dreigende conflict tussen Amerika en China waarbij Nederland op zichzelf begrip heeft voor de zorgen van de Amerikanen waar het betreft over de Chinese marktopening, de mate waarin de Chinese markt openstaat voor buitenlandse investeringen en er voldoende bescherming is van intellectuele eigendomsrechten. Tegelijkertijd positief dat de speech van de Chinese president op het forum op Hainan, het Boao Forum, dat die juist ook daarover ging en die punten leek te adresseren met de nodige urgentie. Tegelijkertijd staan wij aan de kant van China waar het betreft het benadrukken dit soort conflicten op te lossen altijd in het verband van de Wereldhandelsorganisatie en dat niet te proberen bilateraal te maken, en daarbij gebruik te maken van de bestaande instrumenten om conflicten ook op te lossen.
Ik heb zelf in mijn speech op dat forum ook het belang van internationale vrijhandel onderstreept en gisteren het bezoek afgesloten met een gesprek met de Chinese premier, waarbij naast heel veel andere punten we ook gesproken hebben over het belang van het overeind houden van de doelstellingen van de Parijsconferentie, de klimaatconferentie in Parijs een paar jaar geleden. Er is later dit jaar een soort updateconferentie in Katowice in Polen, in november, en we hebben afgesproken om de komende tijd onze teams samen te laten werken om te kijken of we als China en Nederland de wereldwijde klimaatambitie van Parijs ook daadwerkelijk overeind kunnen houden. Maar we zien in een aantal landen, dat die onder druk staat en dat zal dan leiden tot nader telefonisch overleg over een week of acht weer met de Chinese collega.
Dan hebben we natuurlijk vandaag ook gesproken over de situatie in Syrië. Eerder hebben we allemaal de verschrikkelijke beelden gezien uit Douma van onschuldige mannen, vrouwen en kinderen met symptomen die duiden op een gifgasaanval. Het gebruik van gifgas is een grove misdaad en een ernstige schending van het internationale recht. De internationale gemeenschap kan dit niet accepteren. Nederland heeft opgeroepen tot snelle actie van de VN-Veiligheidsraad en het instellen van een onderzoek naar de aanval, zodat de schuldigen ook daadwerkelijk gevonden kunnen worden. Tot onze spijt, we betreuren dat zeer, heeft Rusland een veto uitgesproken in de Veiligheidsraad tegen zo'n onderzoek. Dat onderzoek zou ook kunnen leiden tot het vinden van wie moet je nou aansprakelijk houden voor deze wandaden. Rusland heeft de afgelopen jaren twaalf keer zijn veto gebruikt over Syrië, waarvan zes keer toen het ging over chemische wapens. Zo wordt nu wederom een internationaalrechtelijke aanpak tegen het gebruik van chemische wapens tegengehouden en nogmaals, dat wordt zeer betreurd. Het kabinet, zo heeft Ank Bijleveld natuurlijk ook gezegd toen zij uit haar gesprek met haar Amerikaanse collega Mattis kwam en ik heb het gisteren in Peking gezegd nog tegen journalisten, wij achten het waarschijnlijk dat er gifgas is gebruikt en ook waarschijnlijk dat Syrië hierachter zit. En voor een eventuele reactie van de Verenigde Staten en anderen, ze lijken samen te werken met de Fransen en de Engelsen, hebben wij begrip gezien de ernstige schending van het internationale recht. Daarbij is dan wel van belang dat zo'n reactie proportioneel blijft.