Uitbreiding van de Wet Bibob versterkt aanpak ondermijnende criminaliteit
Gemeenten, provincies en het Rijk krijgen ruimere mogelijkheden om te voorkomen dat criminelen (of hun stromannen) dienstverlening door de overheid misbruiken om strafbare feiten te plegen. Om hun informatiepositie te versterken, mogen overheden meer eigen onderzoek doen. Bijvoorbeeld voorafgaand aan een beslissing op een aanvraag voor een vergunning, subsidie of over een aanbesteding. Dit is essentieel om het ongewild faciliteren van criminele activiteiten te voorkomen.
Beeld: ©Ministerie van Justitie en Veiligheid. Foto: Sander Paardekooper
Minister Grapperhaus (van Justitie en Veiligheid) en minister Dekker (voor Rechtsbescherming) willen daarvoor de Wet Bibob (bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) uitbreiden. Met deze wet kunnen overheden de achtergrond van een (rechts)persoon onderzoeken, als er sprake is van een vergunning- en subsidieverlening, bij het aangaan van een vastgoedtransactie, of bij het gunnen van een overheidsopdracht.
De uitbreiding van de Wet Bibob is onderdeel van de inzet tegen ondermijnende, georganiseerde criminaliteit. Het is één van de speerpunten van dit kabinet. Betere benutting van informatie versterkt de integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit. Het wetsvoorstel gaat vandaag voor advies naar verschillende instanties, zoals de VNG, de Regioburgemeesters en de Kring van Commissarissen van de Koning.
Nieuw is dat overheden justitiële gegevens kunnen opvragen bij hun onderzoek naar de zakelijke omgeving van een bedrijf of persoon. Dat gaat over degene die - bijvoorbeeld - de aanvrager van een vergunning veel geld leent. Maar het kan ook een beheerder, bestuurder of aandeelhouder zijn, die vermeld staat op de aanvraag van een subsidie. Nu mogen overheden alleen justitiële gegevens gebruiken over de aanvrager zelf en niet van zijn zakelijke relaties.
Deze verruiming betekent meer armslag en een sterkere informatiepositie. Dat helpt bij het oordeel over de aanvraag. Er kan namelijk sprake zijn van een zogeheten stroman-constructie, of een poging van een financier om crimineel geld wit te wassen. Het is belangrijk om dat tijdig te onderkennen. Mocht er een ernstig gevaar zijn dat de overheid ongewild criminaliteit faciliteert, dan kan zij op grond van de Wet Bibob de aanvraag voor een subsidie of vergunning weigeren. Een al verleende beschikking kan worden ingetrokken.
Ook wordt Bibob-onderzoek straks mogelijk bij alle overheidsopdrachten. Nu is dit nog beperkt tot de sectoren bouw, ICT en milieu. Reden hiervoor was dat vooral deze sectoren kwetsbaar waren voor criminaliteit vanwege overheidsopdrachten met een aanzienlijke maatschappelijke of economische waarde. Echter, deze risico’s beperken zich niet langer tot enkele sectoren. De behoefte om misbruik van overheidsopdrachten te voorkomen, bestaat bijvoorbeeld ook bij het personenvervoer en de zorg. De maatregel zorgt ervoor dat overheden vaker gegadigden voor een overheidsopdracht en hun zakelijke omgeving kunnen screenen, voordat de opdracht daadwerkelijk wordt vergund. Verder wordt Bibob-onderzoek - net als bij vastgoedtransacties – in sommige gevallen mogelijk bij de overdracht van erfpacht.
Naast eigen onderzoek kunnen overheden ook een beroep doen op het Landelijk Bureau Bibob (LBB), onderdeel van de Dienst Justis van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Op verzoek bekijkt dit bureau of er ernstig gevaar bestaat dat een vergunning, subsidie, vastgoedtransactie of overheidsopdracht misbruikt zal worden voor criminele activiteiten. Op grond van dit advies kunnen overheden weigeren met de aanvrager in zee te gaan. In 2016 heeft het LBB bijna 300 adviesaanvragen behandeld.