Speech bij uitreiking Vrede van Nijmegen Penning door minister Kaag
Toespraak van minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) bij de uitreiking van de Vrede van Nijmegen Penning op 5 april 2018 .
Geachte heer Polman, Burgemeester Bruls, Rector Magnificus Van Krieken, Prof. Dr. René ten Bos,
Meneer Dierick [directeur NXP semiconductors], Genodigden en aanwezigen,
Het Rampjaar 1672: Staatsgezinden tegenover Oranjegezinden, de politieke moord op de gebroeders De Witt en de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën in oorlog met Frankrijk. Het volk was redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos, zou men later over die periode zeggen. De Vrede van Nijmegen keerde het tij.
Redeloos, radeloos en reddeloos zijn kenmerken die wel eens bij mij op komen als ik kijk hoe de wereld er voor staat. Maar gelukkig zijn er mensen als Paul Polman die zo’n sombere gedachte met een enkele tweet kunnen laten verdwijnen:
The best time to be born is now. We just need to make sure that's true for everybody.
Het is mij een eer en genoegen om vandaag hier, in de Stevenskerk in Nijmegen, te mogen staan.
De Vrede van Nijmegen Penning is een 2-jaarlijkse onderscheiding die vandaag voor de 5e keer wordt uitgereikt aan een internationale hoofdrolspeler die zich inzet voor Europa.
Paul Polman doet dat langs de lijn van duurzaamheid. Niet alleen voor Europa, maar in verbinding met de wereld. Om die reden is het mij naast een eer ook een genoegen hier te staan. Omdat ik Paul Polman bewonder om zijn inzet voor een duurzame toekomst. Als minister. En als mens.
De wereldwelvaart groeit en neemt daarin ook nieuwe landen mee. De afgelopen jaren hebben miljoenen mensen hun leefomstandigheden flink vooruit zien gaan, terwijl onderwijl de wereldbevolking bevolking fors toenam.
Maar de verdeling van welvaart is oneerlijk, de meest kwetsbaren raken verder achter. Vorig jaar ging 82% van de welvaartsgroei naar de rijkste 1% van de wereldbevolking. Dat is ronduit beschamend. En zelfs slecht voor de economie, vanuit een perspectief van gedeelde welvaart, veiligheid en stabiliteit.
Joseph Stiglitz, de Amerikaanse econoom die in 2001 de Nobelprijs voor Economie won, zegt het zo:
'Veel ongelijkheid kost de samenleving geld. Dus zelfs als je ongelijkheid niet afwijst uit het oogpunt van rechtvaardigheid, van goed en kwaad, is er [nog altijd] dat economische argument.'
Een ongelijke welvaartverdeling gaat veel verder dan wij, in het welvarende Westen wel eens denken.
Wereldwijd neemt het aantal gewelddadige conflicten toe. Met een sterke stijging van het aantal mensen op de vlucht als direct gevolg. En dat merken wij direct.
De groei van de wereldbevolking zet door en doet vooral megasteden nog verder uitdijen. De druk op de aarde, op steden en op leefgemeenschappen, neemt navenant toe. Ook daar ondervinden wij directe gevolgen van.
We hebben daarbij te maken met ingrijpende vormen van klimaatverandering. De warme periodes worden warmer, de droge periodes droger, de natte periodes natter. We overladen aarde en oceanen met afval en plastic. Dit is een feitelijke constatering. We overschrijden de grenzen van biodiversiteit en bodem. We verwoesten de aarde, onze aarde, die ook onze kinderen moet voeden en huisvesten.
Maar is het dan alleen maar kommer en kwel? Nee, zeker niet. Ik heb geschetst hoe we er nu voor staan. Maar er is ook hoop. Het besef dat het 5 voor 12 is, leeft breed. Bij regeringen. Bij NGO’s. En ook steeds vaker bij bedrijven.
Voor u is duurzaamheid geen botsend belang, maar een bron van kansen. Winst maken èn een positieve bijdrage leveren aan de samenleving. Deze vruchtbare mix vormt de basis van Unilevers Sustainable Living Plan. Een plan dat nauw verweven is met uw persoonlijke missie en visie. En een plan dat nauw verwant is aan de Sustainable Development Goals, de SDG’s, die ook de basis van het nieuwe Nederlandse beleid vormen. Een focus op stabiliteit, mensenrechten en veiligheid.
De hele wereld heeft de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s) getekend: opgesteld om in 2030 extreme armoede de wereld uit te helpen.
Want wat is onze welvaartgroei waard als de kleding waarin wij lopen onder slechte arbeidsomstandigheden wordt gemaakt door kinderen die niet kunnen lezen of schrijven? Als achter de luxe chocolaatjes die wij eten cacaoboeren zitten die geen eerlijke prijs krijgen en nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden? Als bossen op grote schaal worden gekapt om palmolieplantages aan te kunnen leggen voor onze huidverzorgingsproducten?
Om extreme armoede te bestrijden moeten een aantal onderliggende oorzaken aangepakt worden. Zoals honger, gezondheid, onderwijs, schoon water, hygiëne, fatsoenlijke lonen, gelijkheid, natuur en milieu, duurzaamheid.
Een sleutelwoord daarin is 'partnerschap'. Door maatschappelijk verantwoord te ondernemen kunnen we misstanden in de keten van grondstof tot eindproduct aanpakken en zelfs voorkomen. Maar daarvoor is samenwerking een basisvoorwaarde.
Samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen, het maatschappelijk middenveld en overheden.
Alleen met elkaar kunnen we productieketens verduurzamen. Alleen met elkaar kunnen we ervoor zorgen dat er met respect voor en behoud van natuur geproduceerd wordt.
Dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd. Maar om tot zulke samenwerking te komen, is er besef nodig. Besef bij de mensen die de koers bepalen, de lijnen uitzetten. Zij moeten doordrongen zijn van nut en noodzaak om te veranderen. Zij moeten naar de wereld van morgen kunnen kijken in een breder perspectief dan alleen het eigen belang. En daar naar durven handelen.
Paul Polman is zo iemand. Hij draagt zijn visie uit op Twitter waar hij vrijwel dagelijks zijn bijna 50.000 volgers, bijna een rockstar status, vertelt over het belang van duurzaamheid, zorg voor het milieu, het belang van vrouwenparticipatie en laat zien dat duurzaam en commercieel weldegelijk samen gaan.
En hij brengt die visie in de praktijk. Zo is hij onder meer betrokken bij de Business and Sustainable Development Commission (BSDC) en de UN Global Compact (UNGC). En in eigen land bij de Dutch Sustainable Growth Coalition.
Die enorme inzet en betrokkenheid heeft er zelfs toe geleid dat voormalig Secretaris Generaal Ban Ki-moon hem heeft benoemd tot SDG Advocate. Een select gezelschap –wereldwijd zijn er slechts 18- van meer dan betrokken pleitbezorgers voor het behalen van onze duurzame doelen.
Paul Polman is een warm pleitbezorger van duurzaamheid binnen het bedrijfsleven. Dat is belangrijk werk omdat het bedrijfsleven een onmisbare partner is voor het realiseren van duurzame ontwikkeling. Bedrijven kunnen met investeringen en innovatieve oplossingen bijdragen aan het behalen van de SDG’s. Het duurzaam maken van handel- en investeringsstromen, die autonomer én velen malen groter zijn dan welk ontwikkelingsbudget dan ook, is veel effectiever dan eenzijdig door de overheid gefinancierde ontwikkelingsprogramma’s. De overheid probeert daarom met publiek geld private partijen te verleiden tot investeringen in duurzame ontwikkeling.
Met elkaar -overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen-, kunnen we tot een toekomstbestendige wereld komen waar de producten die wij kopen duurzaam geproduceerd zijn: tegen eerlijke prijzen, onder menswaardige omstandigheden en met respect voor natuur en milieu. Niemand kan deze doelen op eigen kracht bereiken.
De SDG’s zijn een opdracht aan ons allemaal. Om de wereld in 2030 beter, gezonder en eerlijker te maken, om alle SDG’s te behalen, moeten regeringen, bedrijven, burgers en organisaties samenwerken. Het gaat daarbij vooral om technologie, kennisoverdracht, handel, data, eenduidigheid in beleid en financiële stromen.
Het bereiken van deze doelen kost geld, zeker. Maar het levert ook kansen, geld en banen op. Sterk verbonden met onze innovatiethema’s, de Nederlandse topsectoren en ons groenegroeibeleid. Logistiek en transport, duurzame energie, gezondheid, landbouw.
De Nederlandse overheid kijkt naar een nieuwe, circulaire economie die verder gaat dan economische groei.
Een economie waarin iedereen meedoet en meetelt. Een economie waarbij we uitgaan van kwaliteit en van welzijn. Een economie waarin we niet alleen kijken naar de financiële waarde van producten en diensten, maar ook naar de ecologische, sociale en intellectuele waarde.
Het aantal sociale ondernemingen in Nederland neemt langzaam maar zeker toe.
Onze lineaire economie, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd, schuift steeds meer op naar een circulaire economie waarbij producten en grondstoffen zoveel mogelijk hergebruikt worden. En ook hier zij wij vindingrijk en ondernemend.
Volgens Klaus Schwab, oprichter van het World Economic Forum, is de vierde industriële revolutie in volle gang. De vervlechting van de fysieke, digitale en biologische wereld zal grote invloed hebben op de manier waarop we produceren, consumeren en met elkaar omgaan. Robotisering, nanotechnologie, biotechnologie, 3D printen, virtual reality en the Internet of Things.
Nederland heeft een lange traditie in partnerschappen: denk aan de waterschappen en het 'polderen'. Van Poldermodel tot het Polmanmodel. De samenwerking tussen de publieke en private sector heeft ons veel goeds gebracht. Maar brede samenwerking en zaken doen langs de lijn van de SDG’s kan ons nog veel meer brengen. Voor Nederlandse bedrijven bieden de SDGs volop kansen.
We hebben elkaar nodig. Wij staan klaar om daarbij te helpen. Want uiteindelijk zal de 'business case' voor duurzaamheid plaats maken voor de ‘sustainability case for business’. En dat is precies waar Paul Polman zich zo voor inzet. Ik wil graag besluiten met nog een tweet van zijn hand:
You don't have to be old or experienced to lead. You have to be awake. To dream. And then to do the hard work of following through on that dream.
Zolang er mensen als u zijn, is de wereld niet radeloos, de toekomst niet reddeloos. En ik niet redeloos.
Dank u.